Cántico de los peregrinos.

125 Los que confían en el Señor son como el monte Sión:
    jamás caerá y permanece para siempre.
Como rodean los montes a Jerusalén,
    así rodea el Señor a su pueblo,
    desde ahora y para siempre.

No prevalecerá el poder de los malvados
    sobre la heredad asignada a los justos,
para que nunca los justos extiendan
    sus manos hacia la maldad.

Haz bien, Señor, a los que son buenos,
    a los rectos de corazón.
Pero a los que van por caminos torcidos
    deséchalos, Señor, junto con los malhechores.

¡Que haya paz en Israel!

Psalm 125

Een pelgrimslied.[a]

Als je op de Heer vertrouwt,
sta je zo stevig als de berg Sion,
die niet wankelt maar voor eeuwig blijft staan.
Net zoals er bergen zijn rondom Jeruzalem,
zo is de Heer rondom zijn volk,
nu en voor altijd.
Hij zal niet toestaan
dat het kwaad voor altijd zal blijven heersen over zijn volk.
Want anders zou zijn volk ook slechte dingen gaan doen.
Heer, wees goed voor mensen die goed leven.
Maar laat het slecht aflopen
met de mensen die slechte dingen doen.
Ik wens Israël vrede toe!

Footnotes

  1. Psalmen 125:1 De pelgrimsliederen werden onderweg gezongen door de mensen die op reis waren naar Jeruzalem voor één van de feesten van de Heer.