Add parallel Print Page Options

歌颂 神是全地的王

可拉子孙的诗,交给诗班长。

47 万民哪!你们都要鼓掌,

要向 神欢声呼喊;

因为耶和华至高者是可敬畏的,

他是统治全地的大君王。

他要使万民臣服在我们之下,

使列国臣服在我们的脚下。

他为我们选择了我们的产业,

就是他所爱的雅各的荣耀。

(细拉)

 神在欢呼声中上升,

耶和华在号角声中上升。

你们要歌颂,歌颂 神;

你们要歌颂,歌颂我们的王。

因为 神是全地的王,

你们要用诗歌歌颂他。

 神作王统治列国,

 神坐在他的圣宝座上。

万民中的显贵都聚集起来,

要作亚伯拉罕的 神的子民;

因为地上的君王(“君王”原文作“盾牌”)都归顺 神;

他被尊为至高。

Psalm 47

Voor de leider van het koor. Een lied voor de Korachieten.[a]

Volken, klap in jullie handen!
Juich voor God met een blij lied!
Want de Allerhoogste Heer is een indrukwekkende God.
Hij heerst over de aarde,
een geweldige en machtige Koning.
Hij verslaat volken voor ons.
Hij overwint voor ons de landen.
Hij heeft ons dit land gegeven.
Het zal voor altijd ons eigendom zijn.
Het volk van Jakob is er trots op.
God houdt van zijn volk.
God is op zijn troon gaan zitten.
Iedereen juicht Hem toe.
Er wordt voor Hem op de ramshorens geblazen.
Zing voor God, zing voor Hem!
Zing liederen voor onze Koning!
Want God is de Koning van de hele aarde.
Zing een mooi lied voor Hem.
God regeert over de volken.
Hij zit op zijn heilige troon.
10 De koningen van de volken zijn gekomen.
Ook zij horen bij het volk van Abrahams God.
Want de koningen van de aarde zijn van God.
Hij is de allerhoogste Koning.

Footnotes

  1. Psalmen 47:1 De familie van Korach was één van de families uit de stam van Levi die dienst deden bij het heiligdom van de Heer. De Korachieten werkten daar als poortwachters en zangers.

Psalm 47[a]

For the director of music. Of the Sons of Korah. A psalm.

Clap your hands,(A) all you nations;
    shout to God with cries of joy.(B)

For the Lord Most High(C) is awesome,(D)
    the great King(E) over all the earth.
He subdued(F) nations under us,
    peoples under our feet.
He chose our inheritance(G) for us,
    the pride of Jacob,(H) whom he loved.[b]

God has ascended(I) amid shouts of joy,(J)
    the Lord amid the sounding of trumpets.(K)
Sing praises(L) to God, sing praises;
    sing praises to our King, sing praises.
For God is the King of all the earth;(M)
    sing to him a psalm(N) of praise.

God reigns(O) over the nations;
    God is seated on his holy throne.(P)
The nobles of the nations assemble
    as the people of the God of Abraham,
for the kings[c] of the earth belong to God;(Q)
    he is greatly exalted.(R)

Footnotes

  1. Psalm 47:1 In Hebrew texts 47:1-9 is numbered 47:2-10.
  2. Psalm 47:4 The Hebrew has Selah (a word of uncertain meaning) here.
  3. Psalm 47:9 Or shields