Add parallel Print Page Options

De straf voor de zonde

Maar ook alle andere mensen treft dit oordeel. Want wie een ander veroordeelt, veroordeelt daarmee zichzelf. U doet immers dezelfde dingen? Wij weten dat God rechtvaardig oordeelt. Hij geeft ieder die zulke slechte dingen doet een rechtvaardige straf. Of denkt u misschien dat u, die anderen veroordeelt voor dingen die u zelf ook doet, Gods straf zult ontlopen? Bent u dan niet blij dat God zoveel liefde toont en trouw en geduldig is? Begrijpt u niet dat Hij zo lang met zijn straf wacht om u de kans te geven met de zonde te breken? Maar nee, u blijft hardnekkig weigeren uw leven te veranderen. Het is uw eigen schuld als de toorn van God u treft op de dag van het rechtvaardige oordeel. Wanneer Hij de wereld oordeelt, zal Hij ieder geven wat hij verdient. Hij geeft eeuwig leven aan hen die geduldig de wil van God doen, op zoek naar de glorie en eer en het leven dat nooit eindigt.

Anderzijds zal Hij zijn strenge straf laten neerkomen op hen die alleen maar aan zichzelf denken en die, in plaats van zich aan de waarheid te houden, onrecht doen. Wie liever kwaad doet, zal leed en ellende te verduren krijgen. Dat geldt voor iedereen: niet alleen voor de Joden, maar ook voor alle andere mensen. 10 Maar ieder die het goede doet, zal door God worden verhoogd en vrede ervaren. Ook dat geldt niet alleen voor de Joden, maar eveneens voor alle andere mensen. 11 Want God maakt geen onderscheid.

12 De mensen die de wet van God niet kennen, gaan verloren zonder dat er naar de wet verwezen wordt. En de mensen die de wet van God wel kennen, worden door de wet veroordeeld. 13 Om voor God vrijuit te gaan, moet u doen wat Hij wil, of u zijn wet nu kent of niet. 14 Hoewel er veel volken zijn die de geschreven wet van God niet hebben, doen die van nature toch wat God wil. Daaruit blijkt dat zij weten wat goed en kwaad is. 15 De wet van God staat in hun hart geschreven. Hun geweten vertelt hun wat zij moeten doen: hun gedachten klagen hen de ene keer aan en spreken hen de andere keer vrij. 16 Dit is het goede nieuws dat ik breng: er komt een dag dat Christus Jezus in opdracht van God zijn oordeel uit zal spreken over het verborgen leven van de mensen, over hun diepste gedachten. 17 En u, die er trots op bent Joden te zijn, vertrouwt op de geschreven wet van God! U bent er trots op dat u de enige, ware God kent en weet wat Hij wil. 18 Omdat u onderwijs uit de wet krijgt, kunt u onderscheiden wat goed is. 19 Daarom beschouwt u zich als mensen die blinden op de goede weg leiden, als een licht voor hen die in het duister leven. 20 Omdat in Gods wet de waarheid en de kennis onder woorden zijn gebracht, denkt u buitenstaanders en kinderen iets te kunnen leren. 21 Maar als u anderen onderwijst, waarom onderwijst u zichzelf dan niet? U beweert dat men niet mag stelen. Steelt u zelf dan niet?

22 U zegt dat men geen overspel mag plegen. Maar wat doet u zelf? U zegt dat u een grote afkeer van afgoden hebt. Toch profiteert u van de tempel! 23 U gaat er prat op Gods wet te kennen. Maar waarom maakt u God dan te schande door zijn wet te overtreden? 24 Er staat niet voor niets in de Boeken: ‘Het is uw schuld dat de naam van God over de hele wereld door het slijk gehaald wordt!’ 25 Uiteraard heeft uw besnijdenis naar de Joodse wet alleen waarde als u zich aan de wet houdt. 26 Maar als u dat niet doet, bent u niet beter af dan de mensen die geen Jood zijn. Als niet-Joden zich aan de wet houden, zal God hun dan ook niet alles geven wat Hij de Joden beloofd heeft? 27 Zij die niet van geboorte Jood zijn, maar wel de wet van God naleven, zullen u—die de wet kent, maar niet houdt—veroordelen. 28 Dat u als Jood geboren bent en volgens Joods gebruik besneden, wil nog niet zeggen dat u een echte Jood bent. 29 Nee, een echte Jood is iemand die zich in zijn hart met God verbonden heeft. Het gaat er niet om of u lichamelijk besneden bent, maar of uw hart en gedachten voor God geopend zijn. Dat is besnijdenis door de Geest, niet volgens de letter van de wet. Iedereen die zoʼn levensverandering heeft ondergaan, krijgt zijn eer van God, niet van mensen.

 神照各人所作的报应各人

你这判断人的啊!无论你是谁,都没有办法推诿。你在甚么事上判断人,就在甚么事上定自己的罪;因为你所作的,正是你所判断的事。 我们知道, 神必照着真理审判行这些事的人。 你这个人,你判断行这些事的人,自己所行的却是一样,你以为能逃脱 神的审判吗? 还是你藐视 神丰富的恩慈、宽容和忍耐,不晓得他的恩慈是要领你悔改的吗? 可是你一直硬着心肠,不肯悔改,为自己积蓄 神的忿怒,就是他彰显公义审判的那天所要发的忿怒。  神必照各人所作的报应各人: 以永生报答那些耐心行善、寻求荣耀尊贵和不朽的人, 却以震怒和愤恨报应那些自私自利、不顺从真理而顺从不义的人; 把患难和愁苦加给所有作恶的人,先是犹太人,后是希腊人, 10 却把荣耀、尊贵与平安赐给所有行善的人,先是犹太人,后是希腊人。 11 因为 神并不偏待人。

律法的作用刻在人心

12 凡不在律法之下犯了罪的,将不按律法而灭亡;凡在律法之下犯了罪的,将按律法受审判。 13 因为在 神面前,不是听律法的为义,而是行律法的得称为义。 14 没有律法的外族人,如果按本性行律法上的事,他们虽然没有律法,自己就是自己的律法; 15 这就表明律法的作用是刻在他们的心里,有他们的良心一同作证,他们的思想互相较量,或作控告、或作辩护。 16 这也要照着我所传的福音,在 神借着耶稣基督审判各人隐情的那一天,彰显出来。

内心作犹太人的才是犹太人

17 你身为犹太人,倚靠律法,仗着 神夸口, 18 而且明白他的旨意,又从律法得了教导,能够辨别甚么是好的, 19 自信是瞎子的向导,在黑暗中的人的光, 20 愚昧人的导师,小孩子的教师,在律法上得了整套的知识和真理; 21 你既然教导别人,难道不教导自己吗?你传讲不可偷窃,自己却偷窃吗? 22 你说不可奸淫,自己却奸淫吗?你憎恶偶像,自己却劫掠庙宇吗? 23 你既然以律法夸口,自己却因犯律法而羞辱 神吗? 24 正如经上所说的:“ 神的名,因你们的缘故在列邦中被亵渎。”

25 你若遵行律法,割礼固然有益处;但你若是犯律法的,你的割礼就不是割礼了。 26 这样,没有受割礼的人,如果遵守律法所规定的,他虽然没有受过割礼,不也算是受过割礼的吗? 27 那本来没有受割礼却遵守律法的人,就要审判你这有仪文和割礼而犯律法的人。 28 因为表面上作犹太人的并不是犹太人,在肉身上表面的割礼也不是割礼。 29 唯有在内心作犹太人的才是犹太人;割礼也是心里的,是靠着圣灵而不是靠着仪文。这样的人所受的称赞,不是从人来的,而是从 神来的。