Add parallel Print Page Options

Slotwoord

16 Ik wil Phébe bij u aanbevelen. Zij is een fijne zuster, die veel goed werk in de gemeente van Kenchreeën doet. Ontvang haar zoals het gelovigen past. Zij dient dezelfde Heer als u. Help haar in alles waarbij zij uw hulp nodig heeft, want zij heeft al veel voor anderen gedaan en ook voor mij. Doe de groeten aan Prisca en Aquila die, net als ik, voor Christus Jezus werken. Zij hebben voor mij hun leven gewaagd. Ik ben niet de enige die hen dankbaar is, alle gemeenten buiten Israël zijn dat ook. Doe ook de groeten aan de gelovigen die bij hen in huis samenkomen. Doe de groeten aan mijn vriend Epenetus. Hij was de eerste in Asia die in Christus ging geloven. Doe de groeten aan Maria, die zoveel voor u heeft gedaan. Doe ook de groeten aan Andronikus en Junia, mijn landgenoten, die samen met mij gevangen hebben gezeten. Zij zijn uitstekende apostelen en geloofden al eerder in Christus dan ik. Groet mijn vriend Ampliatus, met wie ik één ben in de Here. Ook Urbanus die, net als wij, voor Christus werkt en mijn vriend Stachys. 10 Doe de groeten aan Apelles, die zo duidelijk heeft bewezen van Christus te zijn. Doe de groeten aan de familie van Aristobulus, 11 aan mijn landgenoot Herodion en aan de huisgenoten van Narcissus die in de Here geloven.

12 Groet Tryfena en Tryfosa, die veel werk voor de Here doen. Groet onze geliefde Persis, die heel veel voor de Here heeft gedaan. 13 Doe de groeten aan Rufus, die ook bij de Here hoort, en aan zijn moeder, die ook voor mij als een moeder is. 14 Groet ook Asynkritus, Flegon, Hermes, Patrobas, Hermas en de andere gelovigen die bij hen zijn. 15 Doe eveneens de groeten aan Filologus en Julia, aan Nereus en zijn zuster en aan Olympas en al de gelovigen daar.

16 Groet elkaar met een heilige kus. Alle christengemeenten laten u groeten.

17 Vrienden, tot slot wil ik u nog ernstig waarschuwen voor mensen die tweedracht willen zaaien en anderen in hun geloof belemmeren, wat allemaal ingaat tegen wat u is geleerd. Blijf bij hen uit de buurt, 18 want zulke mensen dienen niet de belangen van Christus, maar die van henzelf. Zij zetten altijd hun eigen zin door en als u niet oppast, hebben zij u zo omgepraat. Zij misleiden de eenvoudige gelovigen met huichelachtig gepraat. 19 Iedereen heeft gehoord van uw gehoorzaamheid aan Christus. U begrijpt wel dat ik daar heel blij mee ben. Ik wil graag dat u steeds meer vertrouwd raakt met het goede en dat u zich in geen enkel opzicht inlaat met het kwade. 20 De God van de vrede zal ervoor zorgen dat de duivel spoedig onder uw voeten wordt vermorzeld. Ik wens u de genade van de Here Jezus toe.

21 Ik breng u ook nog de groeten over van mijn naaste medewerker Timotheüs en mijn landgenoten Lucius, Jason en Sosipatrus. 22 En tevens een groet in de Here van mij, Tertius, die deze brief voor Paulus heeft opgeschreven. 23 De hartelijke groeten van Gajus, bij wie ik logeer en van alle gelovigen hier. Ook nog de groeten van de stadsontvanger Erastus en van onze broeder Quartus. 24 Ik bid dat u allen de genade van de Here Jezus zult ervaren.

25 God is machtig om u sterk te maken in uw geloof. Dat is het goede nieuws over Jezus Christus dat ik breng. De waarheid over Hem is eeuwenlang verborgen gebleven, maar nu bekendgemaakt. 26 In de Boeken van de profeten werd er al over gesproken. Maar nu heeft de eeuwige God opdracht gegeven dat alle volken het moeten horen, opdat zij Hem gaan gehoorzamen en vertrouwen. 27 Alleen God is wijs en verstandig, aan Hem komt alle eer toe, door Jezus Christus, voor altijd en eeuwig. Amen.

Personal Greetings

16 I have good things to say about Phoebe, who is a leader in the church at Cenchreae. Welcome her in a way that is proper for someone who has faith in the Lord and is one of God's own people. Help her in any way you can. After all, she has proved to be a respected leader for many others, including me.

(A) Give my greetings to Priscilla and Aquila. They have not only served Christ Jesus together with me, but they have even risked their lives for me. I am grateful for them and so are all the Gentile churches. Greet the church that meets in their home.

Greet my dear friend Epaenetus, who was the first person in Asia to have faith in Christ.

Greet Mary, who has worked so hard for you.

Greet my relatives[a] Andronicus and Junia, who were in jail with me. They are highly respected by the apostles and were followers of Christ before I was.

Greet Ampliatus, my dear friend whose faith is in the Lord.

Greet Urbanus, who serves Christ along with us.

Greet my dear friend Stachys.

10 Greet Apelles, a faithful servant of Christ.

Greet Aristobulus and his family.

11 Greet Herodion, who is a relative[b] of mine.

Greet Narcissus and the others in his family, who have faith in the Lord.

12 Greet Tryphaena and Tryphosa, who work hard for the Lord.

Greet my dear friend Persis. She also works hard for the Lord.

13 (B) Greet Rufus, that special servant of the Lord, and greet his mother, who has been like a mother to me.

14 Greet Asyncritus, Phlegon, Hermes, Patrobas, and Hermas, as well as our friends who are with them.

15 Greet Philologus, Julia, Nereus and his sister, and Olympas, and all of God's people who are with them.

16 Be sure to give each other a warm greeting.

All of Christ's churches greet you.

17 My friends, I beg you to watch out for anyone who causes trouble and divides the church by refusing to do what all of you were taught. Stay away from them! 18 They want to serve themselves and not Christ the Lord. Their flattery and fancy talk fool people who don't know any better. 19 I am glad that everyone knows how well you obey the Lord. But still, I want you to understand what is good and not have anything to do with evil. 20 Then God, who gives peace, will soon crush Satan under your feet. I pray that our Lord Jesus will be kind to you.

21 (C) Timothy, who works with me, sends his greetings, and so do my relatives,[c] Lucius, Jason, and Sosipater.

22 I, Tertius, also send my greetings. I am a follower of the Lord, and I wrote this letter.[d]

23-24 (D) Gaius welcomes me and the whole church into his home, and he sends his greetings.

Erastus, the city treasurer, and our dear friend Quartus send their greetings too.[e]

Paul's Closing Prayer

25 Praise God! He can make you strong by means of my good news, which is the message about[f] Jesus Christ. For ages and ages this message was kept secret, 26 but now at last it has been told. The eternal God commanded his prophets to write about the good news, so that all nations would obey and have faith. 27 (E) And now, because of Jesus Christ, we can praise the only wise God forever! Amen.[g]

Footnotes

  1. 16.7 relatives: Or “Jewish friends.”
  2. 16.11 relatives: Or “Jewish friends.”
  3. 16.21 relatives: Or “Jewish friends.”
  4. 16.22 I wrote this letter: Paul probably dictated this letter to Tertius.
  5. 16.23,24 send their greetings too: Some manuscripts add, “I pray that our Lord Jesus Christ will always bless you with undeserved grace. Amen.”
  6. 16.25 about: Or “from.”
  7. 16.27 Amen: Some manuscripts have verses 25-27 after 14.23. Others have the verses here and after 14.23, and one manuscript has them after 15.33.