Add parallel Print Page Options

Een menselijk lichaam bestaat uit vele delen en die delen doen niet allemaal hetzelfde. Zo is het ook met ons. Al zijn we met velen, door onze verhouding tot Christus vormen wij samen één lichaam. En wij zijn stuk voor stuk leden van dat lichaam. Wij horen bij elkaar. De gaven die God ons heeft gegeven, zijn verschillend. Wie namens God moet spreken, doet dat naar het geloof dat hij daarvoor krijgt. Wie moet helpen, krijgt daar de kracht voor. Wie moet onderwijzen, krijgt de gave om te onderwijzen. Wie anderen moet aansporen en bemoedigen, krijgt daar de woorden voor. Wie iets moet uitdelen, krijgt de gave om eenvoudig te blijven. Wie leiding moet geven, krijgt daar de wijsheid voor. Wie zich ontfermt over mensen die het moeilijk hebben, doet dit met opgewektheid.

Laat uw liefde geen schijnvertoning zijn. Keer u af van het slechte en houd u vast aan het goede. 10 Houd veel van elkaar, als broeders en zusters, en laat elkaar uw waardering blijken.

Read full chapter

Je zou het zó kunnen zeggen: Eén lichaam heeft veel lichaamsdelen, en die lichaamsdelen doen niet allemaal hetzelfde soort werk. Zo zijn wij met elkaar ook één lichaam in Christus. Wij zijn allemaal verschillende lichaamsdelen van dat ene lichaam. We hebben allemaal van God verschillende gaven gekregen. Voor elke gave geeft God ons zijn hulp. Wie de gave heeft gekregen om te profeteren, heeft die gave gekregen afhankelijk van de hoeveelheid geloof die hij heeft. Wie de gave heeft gekregen om andere mensen te dienen, krijgt Gods hulp om te dienen. Wie de gave heeft gekregen om les te geven in het woord, krijgt Gods hulp om les te geven. Wie de gave heeft gekregen om andere gelovigen aan te moedigen in het geloof, krijgt Gods hulp om dat te doen. Wie de gave heeft gekregen om te geven, krijgt Gods hulp om dat bescheiden te doen. Wie de gave heeft gekregen om leiding te geven, krijgt Gods hulp om daar ook zijn uiterste best in te doen. Wie de gave heeft gekregen om andere mensen te helpen, krijgt Gods hulp om dat blij te doen.

De gelovigen moeten elkaar en andere mensen dienen

Jullie liefde moet écht zijn. Heb dus een hekel aan het kwaad en doe je best om te doen wat goed is. 10 Houd als broeders en zusters van elkaar. Laat elkaar zien dat je respect voor elkaar hebt. Wees daarin een voorbeeld voor elkaar.

Read full chapter