Add parallel Print Page Options

The New Life in Christ

12 I appeal to you therefore, brothers and sisters,[a] by the mercies of God, to present your bodies as a living sacrifice, holy and acceptable to God, which is your spiritual[b] worship. Do not be conformed to this world,[c] but be transformed by the renewing of your minds, so that you may discern what is the will of God—what is good and acceptable and perfect.[d]

For by the grace given to me I say to everyone among you not to think of yourself more highly than you ought to think, but to think with sober judgement, each according to the measure of faith that God has assigned. For as in one body we have many members, and not all the members have the same function, so we, who are many, are one body in Christ, and individually we are members one of another. We have gifts that differ according to the grace given to us: prophecy, in proportion to faith; ministry, in ministering; the teacher, in teaching; the exhorter, in exhortation; the giver, in generosity; the leader, in diligence; the compassionate, in cheerfulness.

Marks of the True Christian

Let love be genuine; hate what is evil, hold fast to what is good; 10 love one another with mutual affection; outdo one another in showing honour. 11 Do not lag in zeal, be ardent in spirit, serve the Lord.[e] 12 Rejoice in hope, be patient in suffering, persevere in prayer. 13 Contribute to the needs of the saints; extend hospitality to strangers.

14 Bless those who persecute you; bless and do not curse them. 15 Rejoice with those who rejoice, weep with those who weep. 16 Live in harmony with one another; do not be haughty, but associate with the lowly;[f] do not claim to be wiser than you are. 17 Do not repay anyone evil for evil, but take thought for what is noble in the sight of all. 18 If it is possible, so far as it depends on you, live peaceably with all. 19 Beloved, never avenge yourselves, but leave room for the wrath of God;[g] for it is written, ‘Vengeance is mine, I will repay, says the Lord.’ 20 No, ‘if your enemies are hungry, feed them; if they are thirsty, give them something to drink; for by doing this you will heap burning coals on their heads.’ 21 Do not be overcome by evil, but overcome evil with good.

Footnotes

  1. Romans 12:1 Gk brothers
  2. Romans 12:1 Or reasonable
  3. Romans 12:2 Gk age
  4. Romans 12:2 Or what is the good and acceptable and perfect will of God
  5. Romans 12:11 Other ancient authorities read serve the opportune time
  6. Romans 12:16 Or give yourselves to humble tasks
  7. Romans 12:19 Gk the wrath

Een levend heilig offer: een vreugde voor God

12 Ik zeg u daarom, vrienden, dat u zich helemaal aan God moet wijden. Temeer omdat Hij u al zijn liefdevolle goedheid aanbiedt. Laat uw lichaam een levend offer zijn, heilig, zodat het een vreugde voor God is. Dat is de beste manier waarop u God kunt dienen. U moet niet worden als de mensen die zich niets van God aantrekken. U moet anders worden, door een nieuwe manier van denken. Dan kunt u ontdekken wat God wil. En wat Hij wil, is goed, aangenaam en volmaakt.

Als Gods boodschapper zeg ik tegen ieder van u: beoordeel uzelf eerlijk en denk niet te hoog van uzelf, bepaal uw eigen waarde naar de mate van het geloof dat u van God ontvangen hebt.

Een menselijk lichaam bestaat uit vele delen en die delen doen niet allemaal hetzelfde. Zo is het ook met ons. Al zijn we met velen, door onze verhouding tot Christus vormen wij samen één lichaam. En wij zijn stuk voor stuk leden van dat lichaam. Wij horen bij elkaar. De gaven die God ons heeft gegeven, zijn verschillend. Wie namens God moet spreken, doet dat naar het geloof dat hij daarvoor krijgt. Wie moet helpen, krijgt daar de kracht voor. Wie moet onderwijzen, krijgt de gave om te onderwijzen. Wie anderen moet aansporen en bemoedigen, krijgt daar de woorden voor. Wie iets moet uitdelen, krijgt de gave om eenvoudig te blijven. Wie leiding moet geven, krijgt daar de wijsheid voor. Wie zich ontfermt over mensen die het moeilijk hebben, doet dit met opgewektheid.

Laat uw liefde geen schijnvertoning zijn. Keer u af van het slechte en houd u vast aan het goede. 10 Houd veel van elkaar, als broeders en zusters, en laat elkaar uw waardering blijken.

11 Laat uw ijver niet verslappen, maar dien de Here vol enthousiasme. 12 Wees blij, want God gaat iets geweldigs voor u doen. Geef niet op als u het erg moeilijk krijgt en houd nooit op met bidden. 13 Help de gelovigen die tegenslag hebben en doe altijd uw best om gastvrij te zijn. 14 Wens de mensen die u vervolgen alle goeds toe. U moet hun niets kwaads toewensen. 15 Wees blij met wie blij zijn en wees verdrietig met wie verdrietig zijn. 16 U moet één van hart en ziel zijn. Wees niet hoogmoedig, maar doe uw best nederig te zijn. Doe niet of u de wijsheid in pacht hebt. 17 Als iemand u kwaad doet, zet het hem dan niet betaald. Doe liever iets goeds voor alle mensen. 18 Probeer, voor zover het van u afhangt, met iedereen in vrede te leven. 19 Neem nooit wraak, vrienden! Laat dat maar aan God over, want Hij heeft gezegd: ‘Mij komt de wraak toe, Ik bepaal de straf voor alle zonden.’ 20 Maar u moet doen zoals het in Spreuken staat: ‘Als uw vijand honger heeft, geef hem te eten. En als hij dorst heeft, geef hem te drinken. Zo stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd.’ Dan zal hij misschien een andere houding aannemen. 21 Laat het kwade u niet overwinnen, maar overwin het door het goede te doen.