Añadir traducción en paralelo Imprimir Opciones de la página

10 De wet die mij leven had moeten brengen, werd juist mijn dood.

Read full chapter

10 De strenge regels die mij naar het leven moesten leiden, bleken mij naar de dood te voeren.

Read full chapter

10 and the commandment, which was unto life, this I found to be unto death:

Read full chapter

12 Maar de wet op zichzelf is heilig. En wat de wet van ons vraagt, is heilig en rechtvaardig en goed.

13 Heeft iets goeds mij dan gedood? Nee, helemaal niet! Maar het kwaad heeft iets goeds gebruikt (namelijk de wet) om mij te doden. Dat laat wel heel duidelijk zien hoe slecht het kwaad is.

Onze eigen machteloosheid tegen het kwaad

14 We weten dat de wet van Mozes een geestelijke wet is. Maar ík ben van vlees en bloed en een slaaf van het kwaad. 15 En ik begrijp zelf niet wat ik aan het doen ben. Want ik doe niet wat ik zou wíllen doen. Maar ik doe juist dat wat ik níet wil doen omdat het slecht is. 16 Als ik dus doe wat ik níet wil doen, geef ik toe dat de wet gelijk heeft en goed is. 17 Maar dan ben ik het dus niet zelf, die verkeerde dingen doe. Maar het kwaad in mij doet dat. 18 Want ik weet dat in mijzelf (en daarmee bedoel ik in mijn oude 'ik')[a] niets goeds woont. Want ik wíl het goede wel doen, maar het lukt me niet. 19 Want ik doe niet het goede dat ik zou wíllen doen, maar ik doe juist het slechte dat ik níet wil doen.

Read full chapter

Notas al pie

  1. Romeinen 7:18 Met het 'oude ik' wordt onze eigen menselijke aard bedoeld. Het wordt in de meeste vertalingen 'vlees' genoemd. In onszelf, als mens, is niets goeds. Maar doordat Gods Geest in ons is komen wonen, is dat veranderd. We zijn opnieuw geboren (lees Johannes 1:12). We zijn nieuwe mensen geworden (lees Romeinen 6:4). Onze oude menselijke aard bestaat nog wel, maar is geen slaaf meer van het kwaad. We hebben de mogelijkheid gekregen om 'nee' te zeggen tegen het kwaad (lees Romeinen 6:6).

12 Maar op Gods wet zelf is niets aan te merken. Wat die wet van ons eist, is zuiver, rechtvaardig en goed.

13 Heeft het goede dan mijn dood veroorzaakt? Geen sprake van! Het komt door de zonde, die heeft iets goeds gebruikt om mij de dood in te jagen. Daaruit blijkt haar ware aard. 14 Wij weten dat de wet van God een geestelijke zaak is. Maar ik ben een mens van vlees en bloed, die onderworpen is aan de zonde. 15 Mijn doen en laten zijn voor mijzelf een raadsel. Want ik doe niet wat ik graag wil. Nee, ik doe juist dingen waar ik een hekel aan heb. 16 Ik doe dus wat ik niet wil en daaruit blijkt dat ik het met de wet eens ben en dat ik die juist vind. 17 Wel, dan doe ik die slechte dingen niet zélf, maar de zonde die mij beheerst. 18 Ik weet dat ik door en door slecht ben, tenminste wat mijn oude natuur betreft. Ik kan het goede niet doen. Ik wil het wel, maar ik kan het niet. 19 Hoewel ik het goede wil, doe ik het niet. In plaats daarvan doe ik het slechte en dat wil ik nu juist niet.

Read full chapter

12 So that the law is holy, and the commandment holy, and righteous, and good. 13 Did then that which is good become death unto me? God forbid. But sin, that it might be shown to be sin, by working death to me through that which is good;—that through the commandment sin might become exceeding sinful. 14 For we know that the law is spiritual: but I am carnal, sold under sin. 15 For that which I [a]do I know not: for not what I would, that do I practise; but what I hate, that I do. 16 But if what I would not, that I do, I consent unto the law that it is good. 17 So now it is no more I that [b]do it, but sin which dwelleth in me. 18 For I know that in me, that is, in my flesh, dwelleth no good thing: for to will is present with me, but to [c]do that which is good is not. 19 For the good which I would I do not: but the evil which I would not, that I practise.

Read full chapter

Notas al pie

  1. Romans 7:15 Greek work.
  2. Romans 7:17 Greek work.
  3. Romans 7:18 Greek work.

De wet van Mozes kon de vriendschap tussen God en de mensen niet herstellen. Dat was onmogelijk doordat de mensen de wet niet kúnnen gehoorzamen. Ze kunnen niet gehoorzamen, doordat het kwaad ín hen zit. Maar God kon de vriendschap wél herstellen. Daarvoor stuurde Hij zijn eigen Zoon. Zijn Zoon werd precies zo'n mens als wij zijn. Namelijk een mens van vlees en bloed die door het kwaad verleid kan worden. Zo is door een mens het kwaad overwonnen doordat Jezus altijd gehoorzaam was aan God.

Read full chapter

Het was voor de wet niet mogelijk te bevrijden, omdat zij stukliep op de zwakheid van de menselijke natuur. Daarom heeft God zijn eigen Zoon als mens in het zondige bestaan gestuurd. Om ons te bevrijden van de zonde heeft Hij het oordeel van God op Zich genomen.

Read full chapter

For what the law could not do, [a]in that it was weak through the flesh, God, sending his own Son in the likeness of [b]sinful flesh [c]and for sin, condemned sin in the flesh:

Read full chapter

Notas al pie

  1. Romans 8:3 Or, wherein
  2. Romans 8:3 Greek flesh of sin.
  3. Romans 8:3 Or, and as an offering for sin. Lev. 7:37; Heb. 10:6; etc.

De wet van Mozes, waarvan de tekst in steen was uitgehakt, bracht uiteindelijk de dood. Toch liet die wet al heel veel van Gods macht en majesteit zien. Zóveel zelfs, dat het volk Israël niet naar Mozes' gezicht kon kijken toen hij hun de wet gaf. Want zijn gezicht straalde van hemels licht. Maar dat licht verdween ook weer.

Read full chapter

Toch begon het oude verbond, dat tot de dood leidde, met zoʼn stralend licht, dat de Israëlieten het niet konden verdragen naar Mozes te kijken. Want terwijl hij hun de wet gaf die zij moesten gehoorzamen, straalde zijn gezicht door de aanwezigheid van God. Maar dat was van voorbijgaande aard.

Read full chapter

But if the ministration of death, [a]written, and engraven on stones, came [b]with glory, so that the children of Israel could not look stedfastly upon the face of Moses for the glory of his face; which glory [c]was passing away:

Read full chapter

Notas al pie

  1. 2 Corinthians 3:7 Greek in letters.
  2. 2 Corinthians 3:7 Greek in.
  3. 2 Corinthians 3:7 Or, was being done away. Compare 1 Cor. 13:8, 10.