Add parallel Print Page Options

Psalm 56

Voor de leider van het koor. Een prachtig lied van David, op de wijs van: 'De duif in de verre eikenbomen'. Hij maakte dit lied toen de Filistijnen hem bij Gat gevangen hadden genomen.[a]

God, heb medelijden met mij,
want de mensen willen me doden.
De hele dag word ik achtervolgd.
De hele dag ben ik in gevaar,
want ik heb heel veel vijanden, Allerhoogste God!
Maar als ik bang ben, vertrouw ik op U.
Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord.
Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn.
Wat zou een mens mij kunnen doen?

De hele dag verdraaien ze wat ik gezegd heb.
Ze proberen me in de val te laten lopen.
Ze bespioneren me en letten op elke stap die ik zet.
Ze loeren op mijn leven!
Zouden mensen die zó slecht zijn hun straf kunnen ontlopen?
God, sla hen neer in uw boosheid!

U heeft gezien hoe ik heb rondgezworven.
U bewaart al mijn tranen in een kruik.
Hun aantal heeft U opgeschreven in uw boek.
10 Als ik U om hulp roep, slaan mijn vijanden op de vlucht.
Want ik weet zeker dat U voor mij zorgt.
11 Ik vertrouw op U en ik prijs uw woord.
Ik vertrouw op U, Heer, en ik prijs uw woord.
12 Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn.
Wat zou een mens mij kunnen doen?

13 Ik weet wat U mij heeft beloofd.
Daarom zal ik U danken en prijzen.
14 Want U heeft mijn leven gered.
Dankzij U ben ik niet gevallen.
Zo kan ik dicht bij U zijn en leven.

Footnotes

  1. Psalmen 56:1 David was voor koning Saul naar koning Achis van Gat gevlucht, maar ook daar was hij niet veilig. Lees 1 Samuel 21:10-15.

哀诉仇敌之虐害

56 非利士人在迦特拿住大卫。那时,他作这金诗,交于伶长。调用远方无声鸽。

神啊,求你怜悯我,因为人要把我吞了,终日攻击欺压我。
我的仇敌终日要把我吞了,因逞骄傲攻击我的人甚多。
我惧怕的时候要倚靠你。
我倚靠神,我要赞美他的话。我倚靠神,必不惧怕,血气之辈能把我怎么样呢?
他们终日颠倒我的话,他们一切的心思都是要害我。
他们聚集、埋伏,窥探我的脚踪,等候要害我的命。
他们岂能因罪孽逃脱吗?神啊,求你在怒中使众民堕落!
我几次流离,你都记数,求你把我眼泪装在你的皮袋里。这不都记在你册子上吗?
我呼求的日子,我的仇敌都要转身退后。神帮助我,这是我所知道的。

颂感神之救恩

10 我倚靠神,我要赞美他的话!我倚靠耶和华,我要赞美他的话!

11 我倚靠神,必不惧怕,人能把我怎么样呢?
12 神啊,我向你所许的愿在我身上,我要将感谢祭献给你。
13 因为你救我的命脱离死亡,你岂不是救护我的脚不跌倒,使我在生命光中行在神面前吗?

56 Een waardevol lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘De duif op verre eilanden.’ Dit lied schreef hij nadat de Filistijnen hem bij Gath gevangennamen.

Wees mij nabij, o God,
en geef mij uw genade,
want de mensen trappen mij tegen de grond.
De hele dag brengen mijn tegenstanders
mij in het nauw.
Mijn vijanden tergen mij de hele dag.
Tallozen staan nu boven mij
en strijden tegen mij.
Juist als alles mij angst aanjaagt,
stel ik op U mijn vertrouwen.
Op U, mijn God.
Ik prijs uw woord.
Ik vertrouw op God en ken geen angst,
wat zouden mensen mij kunnen aandoen?
Zij verdraaien voortdurend mijn woorden,
zij beramen kwade plannen tegen mij.
Zij willen mij overvallen en bespioneren mij.
Zij letten op elke stap die ik zet
in de hoop mij te kunnen doden.
Zouden zij die zoveel slechts en zoveel zonden doen,
kunnen ontkomen? O God, vernietig hen.
U neemt mijn zwerftochten waar
en kent elke traan die ik stort.
Alles staat immers in uw boek?
10 Als ik U te hulp roep,
zullen mijn vijanden terugdeinzen.
Ik weet zeker dat God mij zal helpen.
11 Ik loof en prijs het woord van God.
Ik loof en prijs het woord van de Here.
12 Ik vertrouw op God en ken geen angst.
Wat zou een mens mij kunnen aandoen?
13 Ik heb U geloften gedaan, o God.
Ik zal ze nakomen met offers
waarmee ik U zal loven en prijzen.
14 Want U hebt mij bevrijd van de dood,
mij het leven teruggegeven.
U hebt mij weer in ere hersteld.
Nu mag ik weer leven voor Gods aangezicht
in zijn licht, dat leven geeft.

Psalm 56[a]

For the director of music. To the tune of “A Dove on Distant Oaks.” Of David. A miktam.[b] When the Philistines had seized him in Gath.

Be merciful to me,(A) my God,
    for my enemies are in hot pursuit;(B)
    all day long they press their attack.(C)
My adversaries pursue me all day long;(D)
    in their pride many are attacking me.(E)

When I am afraid,(F) I put my trust in you.(G)
    In God, whose word I praise—(H)
in God I trust and am not afraid.(I)
    What can mere mortals do to me?(J)

All day long they twist my words;(K)
    all their schemes are for my ruin.
They conspire,(L) they lurk,
    they watch my steps,(M)
    hoping to take my life.(N)
Because of their wickedness do not[c] let them escape;(O)
    in your anger, God, bring the nations down.(P)

Record my misery;
    list my tears on your scroll[d](Q)
    are they not in your record?(R)
Then my enemies will turn back(S)
    when I call for help.(T)
    By this I will know that God is for me.(U)

10 In God, whose word I praise,
    in the Lord, whose word I praise—
11 in God I trust and am not afraid.
    What can man do to me?

12 I am under vows(V) to you, my God;
    I will present my thank offerings to you.
13 For you have delivered me from death(W)
    and my feet from stumbling,
that I may walk before God
    in the light of life.(X)

Footnotes

  1. Psalm 56:1 In Hebrew texts 56:1-13 is numbered 56:2-14.
  2. Psalm 56:1 Title: Probably a literary or musical term
  3. Psalm 56:7 Probable reading of the original Hebrew text; Masoretic Text does not have do not.
  4. Psalm 56:8 Or misery; / put my tears in your wineskin