Add parallel Print Page Options

Psalm 25

Een lied van David.

Heer, ik kom bij U!
Ik vertrouw op U.
Mijn God, stel mij niet teleur!
Zorg dat mijn vijanden geen plezier over mij zullen hebben.
Mensen die op U vertrouwen, zult U nooit teleurstellen.
Maar met mensen die niet met U willen omgaan,
zal het slecht aflopen.

Heer, laat me weten wat U met mij van plan bent.
Vertel me wat ik moet doen.
Leid mij en help me het goede te doen.
Want U bent de God die mij redt.
Ik vertrouw de hele dag op U.
Denk toch aan wat U in uw liefde allemaal al heeft gedaan.
U bent altijd vol liefde geweest.
Denk daarom niet meer aan de dingen die ik verkeerd heb gedaan,
aan de keren dat ik ongehoorzaam aan U was toen ik nog jong was.
Want U houdt immers van mij, Heer.

De Heer is goed en rechtvaardig.
Daarom leert Hij ongehoorzame mensen hoe ze moeten leven.
Nederige mensen helpt Hij te leven zoals Hij het wil.
Hij vertelt hun wat Hij van hen vraagt.
10 De Heer is trouw en goed voor de mensen
die zich houden aan zijn verbond en zijn wetten.

11 Heer, omdat U zo goed bent, vraag ik U:
vergeef me wat ik verkeerd heb gedaan, hoe erg het ook was.

12 Als iemand diep ontzag heeft voor de Heer,
zal Hij hem steeds helpen om de juiste beslissingen te nemen.
13 Het zal in alles goed gaan
met hem en met zijn familie ná hem.
14 De Heer gaat als een vriend om
met mensen die ontzag voor Hem hebben.
Hij leert hen wat zijn verbond met hen inhoudt.
15 Ik vertrouw altijd op de Heer,
want Hij redt mij van elke vijand.

16 Help me nu, Heer, heb medelijden met mij,
want ik voel me eenzaam en ellendig.
17 Mijn problemen worden steeds groter.
Red me alstublieft uit mijn moeilijkheden.
18 Kijk toch hoe moeilijk ik het heb en hoeveel problemen er zijn.
Vergeef me alles waarin ik U ongehoorzaam ben geweest.
19 Kijk toch hoeveel vijanden ik heb: het worden er steeds meer!
En kijk eens hoe vreselijk ze mij haten!
20 Red mijn leven alstublieft, Heer, red mij.
Stel me niet teleur, want ik vertrouw op U.
21 Laten mijn eerlijkheid en mijn geloof mij beschermen,
want ik vertrouw op U.

22 Heer, red Israël uit alle moeilijkheden.

25 Een lied van David.

Mijn hele wezen is op U gericht, Here!
Laat mij niet in de steek, Here,
want ik vertrouw helemaal op U.
Zorg dat mijn vijanden mij niet overwinnen.
Niemand die in God gelooft en op Hem vertrouwt,
zal in Hem teleurgesteld worden.
Maar zij die zich onverschillig van u afkeren,
zullen de nederlaag lijden.
Toont U mij de paden waarover ik gaan moet, Here.
Wilt U de wegen wijzen die U goed voor mij vindt?
Wijst U mij de weg van uw waarheid.
Ik wil van U leren, want U bent de God
van wie ik mijn hulp verwacht.
Op U vestig ik mijn hoop, elke dag van mijn leven.
Wilt U naar mij kijken
met ogen vol genade en vergeving,
met eeuwige liefde en vriendelijkheid?
Wilt U voorbijgaan aan de zonden
die ik in mijn jeugd begaan heb, Here!
De Here is goed
en graag bereid hun die dreigen te verdwalen,
de juiste weg te tonen.
Hij zal de beste weg tonen aan hen
die zich in hun afhankelijkheid tot Hem richten.
10 Als wij Hem dan gehoorzamen,
zal elk pad waarop Hij ons leidt,
getooid zijn met zijn liefdevolle goedheid en waarheid.
11 Maar Here! Ik heb zoveel zonden begaan!
Och, wilt U die vergeven tot eer van uw naam?
12 Waar is de man die ontzag heeft voor de Here?
God zal hem leren hoe hij steeds de juiste keus kan maken.
13 Hij mag leven onder Gods zegen
en zijn kinderen zullen het land in bezit nemen.
14 De vriendschap met God is
voor hen die Hem eerbied bewijzen.
Zij zullen de geheimen, verborgen in zijn beloften, leren kennen.
15 Ik kijk voortdurend op naar de Here om zijn hulp te vragen,
want alleen Hij kan mij redden.
16 Kom toch, Here en toon mij uw genade,
want ik ben eenzaam en diep wanhopig.
17 Mijn zorgen nemen toe,
lost U ze toch voor mij op!
18 Kijk eens wat een zorgen ik heb!
Voelt U mijn pijn?
Vergeef mij mijn zonden!
19 Ziet U hoeveel vijanden ik heb
en hoe hartgrondig zij mij haten?
20 Red mij uit hun handen en bevrijd mij uit hun macht!
Och, laat toch nooit van mij gezegd kunnen worden
dat ik vergeefs op U heb gehoopt!
21 Voorzie mij van godsvrucht en integriteit
alsof het mijn lijfwachten zijn,
want ik verwacht dat U mij zult beschermen.
22 O God, wilt U Israël bevrijden uit alle moeilijkheden?

Prayer for protection, guidance, and pardon.

A Psalm of David.

25 Unto thee, O Jehovah, do I lift up my soul.
O my God, in thee have I trusted,
Let me not be put to shame;
Let not mine enemies triumph over me.
Yea, none that wait for thee shall be put to shame:
They shall be put to shame that deal treacherously without cause.
Show me thy ways, O Jehovah;
Teach me thy paths.
Guide me in thy truth, and teach me;
For thou art the God of my salvation;
For thee do I wait all the day.
Remember, O Jehovah, thy tender mercies and thy lovingkindness;
For they have been ever of old.
Remember not the sins of my youth, nor my transgressions:
According to thy lovingkindness remember thou me,
For thy goodness’ sake, O Jehovah.
Good and upright is Jehovah:
Therefore will he instruct sinners in the way.
The meek will he guide in justice;
And the meek will he teach his way.
10 All the paths of Jehovah are lovingkindness and truth
Unto such as keep his covenant and his testimonies.
11 For thy name’s sake, O Jehovah,
Pardon mine iniquity, for it is great.
12 What man is he that feareth Jehovah?
Him shall he instruct in the way that he shall choose.
13 His soul shall dwell at ease;
And his seed shall inherit the land.
14 The [a]friendship of Jehovah is with them that fear him;
[b]And he will show them his covenant.
15 Mine eyes are ever toward Jehovah;
For he will pluck my feet out of the net.
16 Turn thee unto me, and have mercy upon me;
For I am desolate and afflicted.
17 The troubles of my heart [c]are enlarged:
Oh bring thou me out of my distresses.
18 Consider mine affliction and my travail;
And forgive all my sins.
19 Consider mine enemies, for they are many;
And they hate me with cruel hatred.
20 Oh keep my soul, and deliver me:
Let me not be put to shame, for I take refuge in thee.
21 Let integrity and uprightness preserve me,
For I wait for thee.
22 Redeem Israel, O God,
Out of all his troubles.

Footnotes

  1. Psalm 25:14 Or, counsel. Or, secret
  2. Psalm 25:14 Or, And his covenant, to make them know it
  3. Psalm 25:17 Or, as otherwise read, relieve thou, And bring me etc.

Psalm 25[a]

Of David.

In you, Lord my God,
    I put my trust.(A)

I trust in you;(B)
    do not let me be put to shame,
    nor let my enemies triumph over me.
No one who hopes in you
    will ever be put to shame,(C)
but shame will come on those
    who are treacherous(D) without cause.

Show me your ways, Lord,
    teach me your paths.(E)
Guide me in your truth(F) and teach me,
    for you are God my Savior,(G)
    and my hope is in you(H) all day long.
Remember, Lord, your great mercy and love,(I)
    for they are from of old.
Do not remember the sins of my youth(J)
    and my rebellious ways;(K)
according to your love(L) remember me,
    for you, Lord, are good.(M)

Good and upright(N) is the Lord;
    therefore he instructs(O) sinners in his ways.
He guides(P) the humble in what is right
    and teaches them(Q) his way.
10 All the ways of the Lord are loving and faithful(R)
    toward those who keep the demands of his covenant.(S)
11 For the sake of your name,(T) Lord,
    forgive(U) my iniquity,(V) though it is great.

12 Who, then, are those who fear the Lord?(W)
    He will instruct them in the ways(X) they should choose.[b]
13 They will spend their days in prosperity,(Y)
    and their descendants will inherit the land.(Z)
14 The Lord confides(AA) in those who fear him;
    he makes his covenant known(AB) to them.
15 My eyes are ever on the Lord,(AC)
    for only he will release my feet from the snare.(AD)

16 Turn to me(AE) and be gracious to me,(AF)
    for I am lonely(AG) and afflicted.
17 Relieve the troubles(AH) of my heart
    and free me from my anguish.(AI)
18 Look on my affliction(AJ) and my distress(AK)
    and take away all my sins.(AL)
19 See how numerous are my enemies(AM)
    and how fiercely they hate me!(AN)

20 Guard my life(AO) and rescue me;(AP)
    do not let me be put to shame,(AQ)
    for I take refuge(AR) in you.
21 May integrity(AS) and uprightness(AT) protect me,
    because my hope, Lord,[c] is in you.(AU)

22 Deliver Israel,(AV) O God,
    from all their troubles!

Footnotes

  1. Psalm 25:1 This psalm is an acrostic poem, the verses of which begin with the successive letters of the Hebrew alphabet.
  2. Psalm 25:12 Or ways he chooses
  3. Psalm 25:21 Septuagint; Hebrew does not have Lord.