Add parallel Print Page Options

Psalm 149

Halleluja! Zing voor de Heer een nieuw lied.
Zing om Hem te eren in de bijeenkomst
van de mensen die van Hem houden.
Israël, wees blij met je Heer, je Maker.
Bewoners van Jeruzalem, juich over je Koning.
Prijs Hem door voor Hem te zingen.
Prijs Hem met liederen en met muziek van allerlei muziekinstrumenten.
Want de Heer geniet van zijn volk.
Hij zorgt dat het goed gaat met de mensen die leven zoals Hij het wil.

Vrienden van de Heer, juich voor de Heer!
Juich zelfs nog voor Hem als je in bed ligt!

Met woorden van lof voor God in hun mond
en een vlijmscherp zwaard in hun hand
verslaan ze de volken,
nemen ze wraak op vijandige landen.
Ze binden hun koningen,
boeien hun leiders.
Zo geven ze hun de straf
die God voor hen heeft opgeschreven.
Dat is wat Gods vrienden mogen doen.
Halleluja! Prijs de Heer!

以色列要讚美上帝

149 你們要讚美耶和華!
要向耶和華唱新歌,
在祂忠心子民的聚會中頌讚祂!
願以色列因他的造物主而歡喜,
願錫安的百姓因他們的君王而快樂。
願他們跳舞讚美祂的名,
擊鼓彈琴歌頌祂。
因為耶和華喜愛祂的子民,
祂賜尊榮給謙卑的人,
使他們得勝。
願祂忠心的子民因所得的榮耀而歡樂,
願他們躺臥在床上的時候也歡唱。
6-7 願他們高聲頌讚耶和華,
手握兩刃利劍向列國復仇,
在列邦中施行懲罰,
用鐵鏈捆綁他們的君王,
用鐵銬鎖住他們的首領,
按他們的罪狀審判他們。
這就是祂忠心的子民所得的榮耀。
你們要讚美耶和華!

Alabe Israel al Señor

149 ¡Aleluya[a]!
Cantad al Señor un cántico nuevo(A):
su alabanza en la congregación de los santos(B).
Alégrese Israel en su Creador(C);
regocíjense los hijos de Sión en su Rey(D).
Alaben su nombre con danza(E);
cántenle alabanza con pandero y lira(F).
Porque el Señor se deleita en su pueblo(G);
adornará de salvación a los afligidos(H).

Regocíjense de gloria los santos(I);
canten con gozo sobre sus camas(J).
Sean los loores de Dios en su boca[b](K),
y una espada de dos filos en su mano(L),
para ejecutar venganza en las naciones(M),
y castigo en los pueblos;
para atar a sus reyes con cadenas(N),
y a sus nobles con grillos de hierro(O);
para ejecutar en ellos el juicio decretado[c](P):
esto es gloria para todos sus santos(Q).
¡Aleluya[d]!

Footnotes

  1. Salmos 149:1 O, ¡Alabad al Señor!; heb., Alelu-Yah
  2. Salmos 149:6 Lit., garganta
  3. Salmos 149:9 Lit., escrito
  4. Salmos 149:9 O, ¡Alabad al Señor!; heb., Alelu-Yah