Add parallel Print Page Options

116 Ik houd zoveel van de Here,
altijd hoort Hij mij als ik mij smekend tot Hem richt.
Hij wil ook graag naar mij luisteren,
daarom zal ik nooit nalaten Hem aan te roepen.
Toen de dood mij omknelde
en de angst voor de dood mij aangreep,
was ik wanhopig en vreselijk benauwd.
Toch heb ik toen de naam van de Here geroepen.
Ik zei: ‘Och Here, red mij toch!’
De Here is rechtvaardig en geeft genade voor recht.
God buigt Zich met liefde en medelijden over tot de mens.
De Here zorgt voor eenvoudige mensen.
Hoe zwak ik ook was, toch heeft Hij mij bevrijd.
Mijn hart kan weer helemaal tot rust komen,
omdat de Here voor mij heeft gezorgd.
U hebt mij voor de kaken van de dood weggerukt,
mijn tranen gedroogd
en elke steen waarover ik kon struikelen
voor mij weggenomen.
Ik leef dicht bij de Here
en ik mag leven!
10 Ik bleef op Hem vertrouwen,
zelfs toen ik in grote moeilijkheden verkeerde,
11 zelfs toen ik zo bang was
dat ik geen mens meer vertrouwde.
12 Hoe kan ik iets voor de Here terugdoen?
Hij heeft zoveel goeds voor mij gedaan!
13 Ik zal overal vertellen dat Híj mij heeft bevrijd.
Ik zal met eerbied spreken over de naam van de Here.
14 Wat ik de Here heb beloofd,
zal ik ook doen in aanwezigheid van het hele volk.
15 Als een van zijn volgelingen sterft,
raakt dat de Here heel diep.
16 Werkelijk, Here, ik ben uw dienaar,
de zoon van uw dienares.
U hebt mij vrij gemaakt.
17 Ik zal U lofoffers brengen
en uw naam aanroepen.
18 Alles wat ik de Here heb beloofd,
zal ik nakomen.
Zijn hele volk zal het zien.
19 Ik zal dat doen in de voorhof van het huis van de Here,
in het midden van Jeruzalem.
Prijs de Here!

Thanksgiving for deliverance from death.

116 I love Jehovah, because he heareth
My voice and my supplications.
Because he hath inclined his ear unto me,
Therefore will I call upon him as long as I live.
The cords of death compassed me,
And the pains of Sheol [a]gat hold upon me:
I found trouble and sorrow.
Then called I upon the name of Jehovah:
O Jehovah, I beseech thee, deliver my soul.
Gracious is Jehovah, and righteous;
Yea, our God is merciful.
Jehovah preserveth the simple:
I was brought low, and he saved me.
Return unto thy rest, O my soul;
For Jehovah hath dealt bountifully with thee.
For thou hast delivered my soul from death,
Mine eyes from tears,
And my feet from falling.
I will walk before Jehovah
In the [b]land of the living.
10 I [c]believe, for I will speak:
I was greatly afflicted:
11 I said in my [d]haste,
All men are liars.
12 What shall I render unto Jehovah
For all his benefits toward me?
13 I will take the cup of salvation,
And call upon the name of Jehovah.
14 I will pay my vows unto Jehovah,
Yea, in the presence of all his people.
15 Precious in the sight of Jehovah
Is the death of his saints.
16 O Jehovah, truly I am thy servant:
I am thy servant, the son of thy handmaid;
Thou hast loosed my bonds.
17 I will offer to thee the sacrifice of thanksgiving,
And will call upon the name of Jehovah.
18 I will pay my vows unto Jehovah,
Yea, in the presence of all his people,
19 In the courts of Jehovah’s house,
In the midst of thee, O Jerusalem.
[e]Praise ye Jehovah.

Footnotes

  1. Psalm 116:3 Or, found me
  2. Psalm 116:9 Hebrew lands.
  3. Psalm 116:10 Or, believed, when I spake thus
  4. Psalm 116:11 Or, alarm
  5. Psalm 116:19 Hebrew Hallelujah.