Add parallel Print Page Options

Wat zijn de ongelovige volken toch dwaas
om tegen de Here op te staan!
Het is onbegrijpelijk dat deze mensen proberen
God te slim af te zijn!
De machthebbers van deze wereld
hebben hun hoofden bijeen gestoken
en de leiders
spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde.
‘Kom op,’ zeggen zij,
‘laten wij onze boeien verbreken
en onszelf bevrijden uit deze slavernij van God.’
Maar God in de hemel lacht wanneer Hij hen hoort.
De Here bespot hun dwaze plannen.
Hij zal hen in zijn toorn aanspreken.
Zij zullen van angst voor Hem ineenkrimpen.
‘Dit is de Koning die Ik heb aangesteld,’
verklaart de Here dan,
‘en Ik heb Hem in Jeruzalem, mijn heilige stad,
een troon gegeven.’
De Uitverkorene van de Here antwoordt vervolgens:
‘Ik zal de eeuwige bedoeling van de Here bekendmaken,
want Hij heeft tegen Mij gezegd:
“Jij bent mijn Zoon,
Ik heb Je vandaag het leven gegeven.
Vraag Mij wat Je wilt
en Ik zal Je alle volken in bezit geven.
Heers over hen met een ijzeren vuist,
verbrijzel hen alsof het potten van aardewerk zijn.” ’
10 Wees daarom verstandig,
koningen en heersers van deze aarde,
en luister nu het nog kan!
11 Dien de Here met eerbied en ontzag,
verheug u in Hem met een bevend hart.
12 Val voor zijn Zoon op uw knieën.
Kus Hem,
want als binnenkort zijn toorn ontbrandt,
bent u verloren.
Zij die hun vertrouwen op Hem stellen,
zijn gelukkige en gezegende mensen!

Psalm 2

Why do the nations conspire[a]
    and the peoples plot(A) in vain?
The kings(B) of the earth rise up
    and the rulers band together
    against the Lord and against his anointed,(C) saying,
“Let us break their chains(D)
    and throw off their shackles.”(E)

The One enthroned(F) in heaven laughs;(G)
    the Lord scoffs at them.
He rebukes them in his anger(H)
    and terrifies them in his wrath,(I) saying,
“I have installed my king(J)
    on Zion,(K) my holy mountain.(L)

I will proclaim the Lord’s decree:

He said to me, “You are my son;(M)
    today I have become your father.(N)
Ask me,
    and I will make the nations(O) your inheritance,(P)
    the ends of the earth(Q) your possession.
You will break them with a rod of iron[b];(R)
    you will dash them to pieces(S) like pottery.(T)

10 Therefore, you kings, be wise;(U)
    be warned, you rulers(V) of the earth.
11 Serve the Lord with fear(W)
    and celebrate his rule(X) with trembling.(Y)
12 Kiss his son,(Z) or he will be angry
    and your way will lead to your destruction,
for his wrath(AA) can flare up in a moment.
    Blessed(AB) are all who take refuge(AC) in him.

Footnotes

  1. Psalm 2:1 Hebrew; Septuagint rage
  2. Psalm 2:9 Or will rule them with an iron scepter (see Septuagint and Syriac)