Añadir traducción en paralelo Imprimir Opciones de la página

Wat zijn de ongelovige volken toch dwaas
om tegen de Here op te staan!
Het is onbegrijpelijk dat deze mensen proberen
God te slim af te zijn!
De machthebbers van deze wereld
hebben hun hoofden bijeen gestoken
en de leiders
spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde.
‘Kom op,’ zeggen zij,
‘laten wij onze boeien verbreken
en onszelf bevrijden uit deze slavernij van God.’
Maar God in de hemel lacht wanneer Hij hen hoort.
De Here bespot hun dwaze plannen.
Hij zal hen in zijn toorn aanspreken.
Zij zullen van angst voor Hem ineenkrimpen.
‘Dit is de Koning die Ik heb aangesteld,’
verklaart de Here dan,
‘en Ik heb Hem in Jeruzalem, mijn heilige stad,
een troon gegeven.’
De Uitverkorene van de Here antwoordt vervolgens:
‘Ik zal de eeuwige bedoeling van de Here bekendmaken,
want Hij heeft tegen Mij gezegd:
“Jij bent mijn Zoon,
Ik heb Je vandaag het leven gegeven.
Vraag Mij wat Je wilt
en Ik zal Je alle volken in bezit geven.
Heers over hen met een ijzeren vuist,
verbrijzel hen alsof het potten van aardewerk zijn.” ’
10 Wees daarom verstandig,
koningen en heersers van deze aarde,
en luister nu het nog kan!
11 Dien de Here met eerbied en ontzag,
verheug u in Hem met een bevend hart.
12 Val voor zijn Zoon op uw knieën.
Kus Hem,
want als binnenkort zijn toorn ontbrandt,
bent u verloren.
Zij die hun vertrouwen op Hem stellen,
zijn gelukkige en gezegende mensen!

32 Een leerzaam gedicht van David.

Gelukkig is hij wiens misstap vergeven wordt
en wiens zonden vergeten worden.
Gelukkig is hij
aan wie de Here zijn zonde niet toerekent
en wiens innerlijk eerlijk en oprecht is.
Zolang ik mijn zonde niet beleed,
kwijnde ik weg.
Ik was de hele dag tot tranen toe bewogen.
Dag en nacht voelde ik
hoe U tot mijn geweten sprak.
Ik schrompelde in elkaar als bij grote hitte.
Toen heb ik U al mijn zonden beleden
en niets voor U verborgen gehouden.
Ik zei: ‘Ik zal de Here alles opbiechten’
en toen hebt U mijn schuld vergeven.
Laat iedere gelovige veel tot U bidden,
nu U Zich nog laat vinden.
Zelfs al komt grote ellende op hem af,
dan nog zult U hem beschermen.
U verbergt mij.
U spaart mij voor moeilijke omstandigheden.
U vult mijn hart met lofliederen over mijn bevrijding.
‘Ik, de Here, laat u zien
welke weg u moet gaan.
Ik geef u raad
en houd mijn oog op u gericht.
Gedraag u dus niet als een paard of een muildier,
dat met bit en teugels in bedwang moet worden gehouden.
Dat wil Ik niet.’
10 Iemand die zonder God leeft,
krijgt veel zorgen en moeite te verduren.
Maar wie op de Here vertrouwt,
wordt door zijn liefde en goedheid omringd.
11 Wees blij in de Here en zing een loflied, alle gelovigen!
Laten allen die oprecht tegenover God staan het uitjubelen.

62 Een psalm van David voor de koordirigent.

Voor Jeduthun.
Ja, mijn hart keert zich naar God,
mijn redding komt uit zijn hand.
Hij is werkelijk mijn rots en mijn bevrijder,
Hij is als een burcht voor mij,
niets krijgt mij uit mijn evenwicht.
Hoe lang blijft de vijand nog aanvallen?
Zij zullen allemaal omvergelopen worden,
als een muur die omvalt en neerstort.
Ja, zij overleggen met elkaar
hoe zij hem kunnen neervellen.
Zij houden van de leugen,
met hun mond spreken zij vriendelijke taal,
maar in hun binnenste vervloeken zij mij.
O, mijn ziel, zoek uw rust alleen bij God.
Van Hem verwacht ik alles.
Hij is werkelijk mijn rots en bevrijder,
Hij is als een burcht voor mij,
niets krijgt mij uit mijn evenwicht.
God zorgt voor mijn redding
en redt ook mijn eer.
Hij is mijn sterke rots.
Alleen bij God kan ik altijd schuilen.
Hij beschermt mij.
Volk, stel altijd uw vertrouwen alleen op Hem.
Vertel Hem alles
en houd niets voor Hem verborgen.
Bij God kunnen wij altijd schuilen.
Hij beschermt ons.
10 Mensen stellen in Gods ogen zo weinig voor:
armen zijn als een ademtocht
en rijken vaak onwaarachtig.
Als Hij hen weegt,
gaat de weegschaal omhoog,
zo gering is de mens vergeleken bij Hem.
11 Hecht geen waarde aan verdrukking,
verwacht niets van onrechtmatige opbrengsten,
en als u rijk wordt,
laat het uw leven met God dan niet beïnvloeden.
12 God heeft het Zelf gezegd,
meermalen heb ik het gehoord:
alle kracht komt van God.
13 Here, ook de goedheid en trouw
komen alleen van U.
Iedereen ontvangt van U loon naar werken.

92 Een psalm voor de sabbat.

Het is goed de Here te prijzen.
God, Allerhoogste,
het is goed lofliederen te zingen
tot eer van uw naam.
Het is goed ʼs morgens vroeg al te spreken
over uw goedheid en liefde
en ʼs nachts over uw trouw.
Het is goed om U te loven
met de snaarinstrumenten:
de harp en de citer
of het tiensnarige instrument.
Er is grote blijdschap in mijn hart, Here,
als ik denk aan alles wat U doet.
Ik juich over alles wat U hebt gemaakt.
Here, alles wat U doet is ontzagwekkend,
uw gedachten zijn heel diep en wijs.
Een mens zonder verstand begrijpt het niet
en ook dwazen kunnen er niet bij.
Het lijkt wel
of bij de ongelovigen alles voor de wind gaat,
of zondaars alleen maar gezondheid en voorspoed kennen.
Maar toch zult U ze vernietigen.
Alleen U, Here, neemt de hoogste positie in.
Voor eeuwig.
10 Kijk, Here, uw vijanden
zullen vernietigd worden.
Alle zondaars
zullen worden verspreid over de aarde.
11 U hebt mij sterk gemaakt
en mij U toegeëigend.
12 Als mensen het op mij voorzien hebben,
ken ik geen angst.
Inderdaad hoor ik verhalen over zondaars
die uit zijn op mijn ondergang.
13 Gods volgelingen
zullen groeien en bloeien als palmbomen,
hoog opgroeien als de cipressen
in de bossen van de Libanon.
14 Als zij eenmaal zijn geplant in het huis van de Here,
groeien zij dichtbij Hem op.
15 Ook als zij al heel oud zijn,
zal hun leven nog vruchtbaar zijn,
zij lijken op gezonde, jonge mensen.
16 Zij vertellen over de Here,
hoe rechtvaardig en oprecht Hij is.
Hij is de rots waarop ik leun.
Hij kent geen onrecht.

122 Een bedevaartslied van David.

Wat was ik blij toen men mij voorstelde
samen naar het huis van de Here te gaan.
Jeruzalem, wij staan in uw poorten.
Jeruzalem is een goed gebouwde stad,
waar de stammen van het volk naar toe gaan.
Alle stammen die bij de Here horen.
Het is een voorschrift voor het volk de Here te prijzen.
Want in Jeruzalem wordt rechtgesproken
en het huis van David is er gevestigd.
Bid voor de vrede van Jeruzalem,
dat ieder die van de stad houdt,
rust mag ervaren.
Laat er vrede heersen binnen de muren
en rust in elke stadswijk.
Ter wille van mijn broers
en vrienden zeg ik tot de stad:
‘laat er vrede in u zijn.’
En ter wille van het huis van onze Here God
zal ik het goede zoeken
voor de stad Jeruzalem.

Mijn zoon, luister naar wat ik zeg en schat mijn aanwijzingen op hun waarde.
Dan krijg je een oor voor de echte wijsheid en zal je verstand worden gescherpt.
Als je inzicht probeert te krijgen en er wijsheid in je woorden doorklinkt,
als je dat beschouwt als een zeer groot goed en moeite doet om het te verkrijgen,
zul je merken wat eerbiedig ontzag voor de Here betekent. Dan zul je God werkelijk leren kennen.
Want de Here is de bron van alle wijsheid. Uit alles wat Hij zegt, spreekt wijsheid en verstand.
Hij geeft oprechte mensen houvast en is een beschermer van hen die zuiver leven.
Die mensen blijven op de goede weg, de weg die Hij voor hen effent.
Zo leer je begrijpen wat rechtvaardigheid is, wat eerlijkheid is en welke levensweg de juiste is.
10 Wanneer je je die wijsheid eigen hebt gemaakt en geniet van je kennis,
11 dan denk je na voordat je iets zegt en die bedachtzaamheid zal je beschermen.
12 Beschermen tegen de man die slechte dingen zegt.
13 Beschermen tegen hen die niet in oprechtheid geloven.
14 Beschermen ook tegen de boosdoeners die lachen om allerlei wandaden,
15 die de goede weg verlieten en kozen voor hun eigen kronkelpad.
16 Beschermen ook tegen de vrouw die niet de jouwe is, maar met gevlei probeert jou in te palmen.
17 Die vrouw die haar eigen man verlaat en daardoor zowel haar man als God ontrouw is.
18 Want wat zij doet, leidt naar de dood.
19 Wie met haar naar bed gaat, komt niet meer terug en zal de weg naar het leven niet vinden.
20 Blijf dus de goede weg bewandelen en volg het voorbeeld dat oprechte mensen je geven.
21 Want de aarde is voor hen die zuiver leven en God zal de oprechten nooit verlaten.
22 Maar hun die zonder God door het leven gaan en zich niet aan Hem of aan hun naaste storen, staat uitroeiing te wachten. Zij worden vernietigd.