Add parallel Print Page Options

29 U zorgt ervoor
dat mijn lamp blijft branden.
U, Here, mijn God,
bent het Licht in de duisternis.
30 Samen met U
durf ik een leger tegemoet te treden.
Ja, met mijn God
kan ik over muren springen.
31 De weg van God
is een volmaakte weg,
het woord van de Here
is zuiver als goud.
God beschermt ieder
die zijn heil bij Hem zoekt.
32 Er is immers geen andere god dan de Here?
Wie is zo sterk en krachtig als Hij?
33 God geeft mij kracht
en baant de weg voor mij.
34 Hij maakt mij lichtvoetig als een hert,
zodat ik overal kan gaan
en geen weg onbegaanbaar voor mij is.
35 Hij oefent mijn handen,
zodat ik in oorlogstijd kundig de wapens kan hanteren.
36 Ook hebt U, Here, mij het schild van het heil gegeven,
ik voelde de steun van uw rechterhand.
U boog Zich naar mij over
en uw goedheid hielp mij te overwinnen.
37 U gaf mij de ruimte om te lopen
en ik stond stevig op mijn voeten.
38 Ik achtervolgde mijn vijanden
en rustte niet tot ik hen had vernietigd.
39 Ik liep de vijand onder de voet
en verpletterde hem.
Hij kon niet meer opstaan.
40 U hebt mij kracht en sterkte gegeven
om de strijd aan te binden,
U liet mij de een na de ander overwinnen.
41 U zorgde ervoor dat mijn vijanden
voor mij op de vlucht sloegen,
ik heb hen gedood.
42 Toen zij om hulp riepen,
kwam er niemand om hen te redden.
Zelfs de Here riepen zij aan,
maar Hij hielp hen niet.

Read full chapter