Add parallel Print Page Options

Beloof niet te snel iets aan God (vervolg)

Let op je woorden. Beloof niet te snel iets aan de Heer. Want God is in de hemel en jij bent maar op de aarde. Gebruik daarom maar weinig woorden. Want net zoals je er 's nachts van gaat dromen als je druk met iets bezig bent geweest, ga je domme dingen zeggen als je te veel praat. Als je God iets beloofd hebt, doe dan ook zo snel mogelijk wat je hebt beloofd. Want Hij houdt er niet van als mensen niet doen wat ze hebben gezegd. Want dan ben je een dwaas. Wat je beloofd hebt, moet je ook doen. Het is beter om niets te beloven, dan om iets te beloven en het niet te doen. Zorg ervoor dat je niets verkeerds zegt. En zeg niet tegen de priester van God dat je belofte maar een vergissing was. Want je zou God boos maken met je woorden, zodat Hij je werk niet langer zegent. Want net zoals de meeste dromen geen betekenis hebben, worden er ook heel veel dingen gezegd die de mensen niet menen. Praat dus niet te veel, maar heb liever diep ontzag voor God.

Gedachten over rijkdom

Wees er niet verbaasd over dat arme mensen in het land onderdrukt worden, en dat de rechtspraak oneerlijk is. Want de ene ambtenaar loert op de baan van de ambtenaar die boven hem staat. En de hogere ambtenaren loeren weer op de ambtenaren die boven hén staan. Dan is het maar goed dat iedereen moet leven van de oogst van het land. Zelfs de koning heeft alleen te eten als het goed gaat met de landbouw.

Wie van geld houdt, heeft nooit genoeg geld. En wie van rijkdom houdt, verdient nooit genoeg. Ook dat is maar lucht. 10 Als iemand rijker wordt, heeft hij ook meer mensen die ervan moeten eten. En wat heeft de eigenaar er dan aan? Hij kan niet anders dan toekijken.

11 Iemand die hard werkt, slaapt heerlijk. Het maakt niet uit of hij veel of weinig heeft gegeten. Maar een rijk mens heeft zóveel gegeten, dat hij er niet van kan slapen.

12 Ik heb iets heel vreselijks gezien onder de zon: iemand die zijn rijkdom voor zichzelf houdt. Maar het loopt slecht met hem af. 13 Want door tegenslag raakt hij alles kwijt. Er blijft niets over wat zijn zoon nog kan erven. 14 En als hij rijk sterft, kan hij toch niets meenemen van wat hij bezit. Toen hij geboren werd, bezat hij niets. En als hij sterft, neemt hij niets mee. 15 Dit is heel vreselijk. Zoals hij in de wereld gekomen is, zo is hij ook weer gegaan. Waar heeft hij dan zijn leven lang zo hard voor gewerkt? 16 Zijn hele leven heeft hij zonder blijdschap zijn eten gegeten. Zijn leven bestond uit pijn, verdriet en narigheid.

17 Maar ik heb ook iets goeds ontdekt. In de korte tijd die God je heeft gegeven om te leven, is het fijn om te eten en te drinken en te genieten van de goede dingen waarvoor je zo hard hebt gewerkt en gezwoegd onder de zon. Daar heb je recht op. 18 Als God je rijk maakt, geeft Hij je de mogelijkheid om te eten en alles te hebben wat je nodig hebt. En om te genieten van alles waarvoor je zo hard hebt gewerkt. Dat is dan een geschenk van God. 19 Dan denk je er niet aan hoe kort het leven maar is, omdat God je zo laat genieten en je blij maakt.

敬畏上帝

你進入上帝的殿時要小心謹慎,近前傾聽勝過愚人獻祭,因為他們不知道自己是在作惡。 在上帝面前不要冒失開口,不可急於發言,因為祂在天上,你在地上。所以,你要少言寡語。 事務繁雜,夜裡多夢;多言多語,顯出愚昧。 你向上帝許願,不可遲遲不還,因為祂不喜歡這樣的愚人。要還所許的願。 與其許了願不還,倒不如不許。 不要在言語上犯罪,也不要在祭司[a]面前說許錯了願。為什麼用言語惹上帝發怒,以致祂摧毀你手中的工作呢? 多夢多言都是虛空。你只要敬畏上帝!

財富虛空

若你在某地看見窮人受欺壓,公平正義被扭曲,不要震驚,因為官上有官,在眾官之上還有更高的官。 況且,地的出產滋養萬物,就是君王也需要從田地得到供應。 10 貪愛錢財的,金銀不能使他滿足;貪圖富裕的,再多的利益也不能叫他稱心。這也是虛空! 11 財富增加,消費的人也增加,這對財富的主人有什麼益處呢?只是過眼雲煙罷了! 12 勞力的人不管吃多吃少,總是睡得香甜;富人的萬貫家財卻害得他不能成眠。 13 我看到日光之下有一件可悲的事:有人積攢財寶,反而害了自己。 14 經營不善,便財富盡失,什麼也不能留給兒子。 15 人怎樣從母腹空空而來,也必照樣空空而去;勞碌一生,什麼也不能帶走。 16 這是多麼可悲啊!人怎樣來,也要怎樣去,為風勞碌有什麼益處呢? 17 他一生活在黑暗中,飽受煩惱、病痛和憤怒的困擾。 18 我認為人生最美最善的是,在上帝所賜的短暫歲月中盡情吃喝,享受自己在日光之下勞苦得來的成果。因為這是人當得的。 19 上帝不單給人財富,也叫他能吃能喝,享用自己所當得的,並在勞碌中得到快樂,這都是上帝的恩賜。 20 他不用擔憂自己壽命的長短,因為上帝使他心裡充滿喜樂。

Footnotes

  1. 5·6 祭司」希伯來文是「使者」。

Respect voor God

Denk eerst na voor u iets zegt en doe God geen overhaaste beloften. Want Hij is in de hemel en wij slechts hier op aarde. Zeg daarom alleen het hoognodige. Net zoals te veel drukte u nachtmerries bezorgt, zo gaat u door te veel gepraat verkeerde dingen zeggen. Als u met God spreekt en Hem zweert dat u iets voor Hem zult doen, stel dat dan niet uit, want God heeft een hekel aan ondoordachte beloften. Kom uw belofte aan Hem na. Het is veel beter niet te zeggen dat u iets zult doen, dan het wel te zeggen en het daarna toch niet te doen. In dat geval zondigt u met uw mond. Probeer u niet te verdedigen door de priester van God te vertellen dat het allemaal een misverstand was. Dat zou God boos maken, Hij zou dan wel eens een eind kunnen maken aan uw voorspoed in het leven. Dromen en veel gepraat zijn er al genoeg, heb liever ontzag voor God.

Als u ziet dat een arme door rijken wordt onderdrukt en dat overal in het land het recht geweld wordt aangedaan, wees dan niet verbaasd. Want iedere beambte houdt rekening met zijn chef en de hogere beambten luisteren ook weer naar hun superieuren. En boven al die mensen staat de koning. En als die koning nu maar toegewijd is aan zijn land!

Iemand die van geld houdt, heeft nooit genoeg. Wat een dwaasheid om te denken dat geld gelukkig maakt. 10 Hoe meer u hebt, des te meer mensen ervan willen profiteren. Dus wat is het voordeel van rijkdom, behalve dan toekijken hoe het geld u door de vingers glipt? 11 Een man die hard werkt, slaapt goed, of hij nu veel of weinig eet, maar de rijken maken zich zorgen en lijden aan slapeloosheid. 12 Er is nog een groot kwaad dat ik gezien heb en dat veel leed met zich meebrengt, als een rijke verandert in een vrek. 13 Als die rijkdom door een ongeluk verloren gaat, is er niets om aan de zoon na te laten. 14 Zo iemand sterft net zo arm als hij op de wereld gekomen is. Hij heeft alles voor niets gedaan en laat niets na. 15 Dit alles is triest en ellendig, want zoals hij in de wereld is gekomen, zo moet hij ook heengaan. Wat heeft al die moeite opgeleverd? 16 Het was een triest bestaan, vol verdriet, ziekte en ergernis.

17 Maar er is tenminste nog één goed ding voor een mens, hij mag genieten van lekker eten en drinken en andere prettige dingen bij al het harde werken dat hij doet in de korte tijd die God hem laat leven. 18 En natuurlijk is het ook goed als een mens rijkdom heeft gekregen van God en bovendien de gezondheid bezit om ervan te kunnen genieten. Houden van je werk en je plaats in het leven te aanvaarden, dat is werkelijk een geschenk van God. 19 Iemand die dat doet, denkt er niet vaak aan dat hij maar kort leeft, want God geeft hem vreugde.

God’s in Charge, Not You

Watch your step when you enter God’s house.
    Enter to learn. That’s far better than mindlessly offering
        a sacrifice,
    Doing more harm than good.

Don’t shoot off your mouth, or speak before you think.
Don’t be too quick to tell God what you think he wants to hear.
God’s in charge, not you—the less you speak, the better.

Overwork makes for restless sleep.
Overtalk shows you up as a fool.

4-5 When you tell God you’ll do something, do it—now.
God takes no pleasure in foolish drivel. Vow it, then do it.
Far better not to vow in the first place than to vow and not pay up.

Don’t let your mouth make a total sinner of you.
When called to account, you won’t get by with
    “Sorry, I didn’t mean it.”
Why risk provoking God to angry retaliation?

But against all illusion and fantasy and empty talk
There’s always this rock foundation: Fear God!

A Salary of Smoke

8-9 Don’t be too upset when you see the poor kicked around, and justice and right violated all over the place. Exploitation filters down from one petty official to another. There’s no end to it, and nothing can be done about it. But the good earth doesn’t cheat anyone—even a bad king is honestly served by a field.

10 The one who loves money is never satisfied with money,
Nor the one who loves wealth with big profits. More smoke.

11 The more loot you get, the more looters show up.
And what fun is that—to be robbed in broad daylight?

12 Hard and honest work earns a good night’s sleep,
Whether supper is beans or steak.
But a rich man’s belly gives him insomnia.

13-17 Here’s a piece of bad luck I’ve seen happen:
A man hoards far more wealth than is good for him
And then loses it all in a bad business deal.
He fathered a child but hasn’t a cent left to give him.
He arrived naked from the womb of his mother;
He’ll leave in the same condition—with nothing.
This is bad luck, for sure—naked he came, naked he went.
So what was the point of working for a salary of smoke?
All for a miserable life spent in the dark?

Make the Most of What God Gives

18-20 After looking at the way things are on this earth, here’s what I’ve decided is the best way to live: Take care of yourself, have a good time, and make the most of whatever job you have for as long as God gives you life. And that’s about it. That’s the human lot. Yes, we should make the most of what God gives, both the bounty and the capacity to enjoy it, accepting what’s given and delighting in the work. It’s God’s gift! God deals out joy in the present, the now. It’s useless to brood over how long we might live.