Add parallel Print Page Options

Alles op zijn tijd

Voor alles bestaat een bepaalde tijd: een tijd om te worden geboren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te oogsten, een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om te verwoesten en een tijd om te herbouwen, een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te treuren en een tijd om te dansen, een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen bij elkaar te zoeken, een tijd om te omhelzen en een tijd om niet te omhelzen, een tijd om te vinden en een tijd om te verliezen, een tijd om iets te bewaren en een tijd om iets weg te gooien, een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om stil te zijn en een tijd om te spreken, een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd van oorlog en een tijd van vrede.

Wat bereikt iemand nu werkelijk door hard te werken? 10 Ik heb hierover nagedacht met betrekking tot alle soorten werk die God de mensheid heeft gegeven. 11 Voor alles wat Hij heeft gemaakt, bestaat een geschikt moment. Ook al heeft God het besef van de eeuwigheid in het hart van de mensen geplant, toch kan de mens al Gods werk, vanaf het eerste begin tot het absolute einde, niet overzien. 12 Daarom trek ik de conclusie dat er niets beters voor een mens is dan blij te zijn en plezier in het leven te scheppen, zolang hij kan. 13 En daarnaast dat hij zou moeten eten en drinken en zou moeten genieten van alle vruchten van zijn werk, omdat dat alles een geschenk van God is.

14 En ik weet dat alles wat God doet, onherroepelijk is, er kan niets aan worden toegevoegd of van worden afgedaan, God heeft daarbij voor ogen dat de mens ontzag moet hebben voor de Almachtige God. 15 Wat er nu is, was er lang geleden ook al, en wat nog gaat gebeuren, is al eerder gebeurd. Wat in het verre verleden gebeurde en toen verdween, brengt God weer terug.

16 Verder merkte ik dat overal op aarde de misdaad zich onder het oog van de justitie afspeelt en dat zelfs de rechtbanken corrupt zijn. 17 Ik zei bij mijzelf: ‘God zal op het juiste moment alles wat de mens doet, beoordelen, zowel het goede als het kwade.’ 18 En toen besefte ik dat God de wereld haar zondige gang laat gaan om de mensheid op de proef te stellen en de mensen te laten zien dat zij in feite niets beter zijn dan de dieren. 19 Want mensen en dieren ademen allebei dezelfde lucht in en sterven ook allebei. De mensheid heeft in feite dus niets vóór op de dierenwereld, wat zinloos eigenlijk! 20 Zij gaan allemaal naar dezelfde plaats, het stof waaruit zij kwamen en waarnaar zij ook weer moeten terugkeren. 21 Want wie kan bewijzen dat de geest van de mensen opstijgt en de geest van de dieren neerdaalt in het stof? 22 Op die manier kwam ik erachter dat er voor een mens niets beters bestaat dan vreugde te scheppen in zijn werk, want daarom is hij hier. Niemand kan hem van iets laten genieten na zijn dood, daarom moet hij er nú van genieten.

There’s a Right Time for Everything

There’s an opportune time to do things, a right time for everything on the earth:

2-8 A right time for birth and another for death,
A right time to plant and another to reap,
A right time to kill and another to heal,
A right time to destroy and another to construct,
A right time to cry and another to laugh,
A right time to lament and another to cheer,
A right time to make love and another to abstain,
A right time to embrace and another to part,
A right time to search and another to count your losses,
A right time to hold on and another to let go,
A right time to rip out and another to mend,
A right time to shut up and another to speak up,
A right time to love and another to hate,
A right time to wage war and another to make peace.

9-13 But in the end, does it really make a difference what anyone does? I’ve had a good look at what God has given us to do—busywork, mostly. True, God made everything beautiful in itself and in its time—but he’s left us in the dark, so we can never know what God is up to, whether he’s coming or going. I’ve decided that there’s nothing better to do than go ahead and have a good time and get the most we can out of life. That’s it—eat, drink, and make the most of your job. It’s God’s gift.

14 I’ve also concluded that whatever God does, that’s the way it’s going to be, always. No addition, no subtraction. God’s done it and that’s it. That’s so we’ll quit asking questions and simply worship in holy fear.

15 Whatever was, is.
Whatever will be, is.
That’s how it always is with God.

God’s Testing Us

16-18 I took another good look at what’s going on: The very place of judgment—corrupt! The place of righteousness—corrupt! I said to myself, “God will judge righteous and wicked.” There’s a right time for every thing, every deed—and there’s no getting around it. I said to myself regarding the human race, “God’s testing the lot of us, showing us up as nothing but animals.”

19-22 Humans and animals come to the same end—humans die, animals die. We all breathe the same air. So there’s really no advantage in being human. None. Everything’s smoke. We all end up in the same place—we all came from dust, we all end up as dust. Nobody knows for sure that the human spirit rises to heaven or that the animal spirit sinks into the earth. So I made up my mind that there’s nothing better for us men and women than to have a good time in whatever we do—that’s our lot. Who knows if there’s anything else to life?