Add parallel Print Page Options

De vrede van God die wij niet kunnen begrijpen

Zorg er daarom voor, lieve broeders en zusters, dat jullie één blijven met de Heer. Ik houd van jullie. Ik verlang ernaar jullie weer te zien. Ik ben blij over jullie en trots op jullie.

Tegen Euodia en Syntyche zeg ik dat ze moeten stoppen met ruzie maken en dat ze één moeten zijn in de Heer. En aan jou, mijn trouwe medewerker, vraag ik om deze twee vrouwen te helpen. Want zij hebben samen met mij hard gewerkt om het goede nieuws te brengen, samen met Klemens en mijn andere medewerkers. Hun namen staan allemaal in het Boek van het Leven.

Wees altijd blij in de Heer! Ik zeg het nóg een keer: wees blij! Laat alle mensen zien dat jullie vriendelijk zijn. De Heer is dicht bij jullie. Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles. Dan zal de vrede van God, die wij met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, jullie hart en jullie gedachten beschermen in Jezus Christus.

En, broeders en zusters, richt je gedachten op alles wat waar, eerlijk, heilig, vriendelijk, mooi en goed is. Doe alles wat jullie van mij geleerd, gezien en gehoord hebben. Dan zal de God van de vrede bij jullie zijn.

Slot

10 Ik ben er in de Heer heel erg blij over dat jullie mij nu hebben kunnen helpen. Jullie wilden dat al eerder, maar toen hadden jullie niet de mogelijkheid. 11 Dat zeg ik niet omdat ik ergens tekort aan zou hebben. Want ik heb geleerd om altijd genoeg te hebben, wát er ook gebeurde. 12 Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is. Ik heb echt alles meegemaakt. Ik heb geleerd wat het is om genoeg te eten te hebben en ik heb geleerd wat het is om honger te hebben. Ik heb geleerd wat overvloed is en ik heb geleerd wat gebrek is. 13 Ik kan alle dingen aan, dankzij Christus die mij kracht geeft.

14 Toch was het goed dat jullie mij hebben geholpen toen ik het moeilijk had. 15 Toen ik nog maar pas begonnen was met het brengen van het goede nieuws, heeft na mijn vertrek uit Macedonië geen één gemeente mij geld gegeven. Alleen jullie. Dat weten jullie wel. 16 Want ook toen ik in Tessalonika was, hebben jullie mij twee keer geld gestuurd. 17 Toch gaat het mij niet om het geschenk. Het gaat mij er om dat jullie er een grote hemelse beloning voor zullen krijgen.[a] 18 Ik heb alles ontvangen. Ik heb meer dan genoeg nu ik van Epafroditus het geld heb gekregen dat jullie hebben gestuurd. God is erg blij met dat geschenk. Het is als een offer aan Hem. 19 Mijn God zal jullie in alles overvloedig geven wat jullie nodig hebben. Want Hij geeft overvloedig omdat Hij Zelf overvloedig bezit. Hij geeft ons in Jezus Christus van zijn rijkdom. 20 Alle eer is voor onze God en Vader, voor eeuwig! Amen! Zo is het!

21 Doe de groeten aan alle mensen die in Jezus Christus geloven. Jullie krijgen de groeten van de broeders die bij mij zijn. 22 Jullie krijgen ook de groeten van alle gelovigen hier. Vooral van de gelovigen die bij het hof van de keizer horen. 23 Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn.

Footnotes

  1. Filippenzen 4:17 Lees hierover Lukas 12:33.

Therefore, my brothers,[a] whom I love and (A)long for, (B)my joy and (C)crown, (D)stand firm thus in the Lord, my beloved.

Exhortation, Encouragement, and Prayer

I entreat Euodia and I entreat Syntyche to (E)agree in the Lord. Yes, I ask you also, true companion,[b] help these women, who have labored[c] side by side with me in the gospel together with Clement and the rest of my fellow workers, (F)whose names are in the book of life.

(G)Rejoice in the Lord always; again I will say, rejoice. Let your reasonableness[d] be known to everyone. (H)The Lord is at hand; (I)do not be anxious about anything, (J)but in everything by prayer and supplication (K)with thanksgiving let your requests be made known to God. And (L)the peace of God, (M)which surpasses all understanding, will guard your hearts and your minds in Christ Jesus.

Finally, brothers, whatever is true, whatever is honorable, whatever is just, whatever is pure, whatever is lovely, whatever is commendable, if there is any excellence, if there is anything worthy of praise, think about these things. What you have learned[e] and (N)received and heard and seen (O)in me—practice these things, and (P)the God of peace will be with you.

God's Provision

10 I rejoiced in the Lord greatly that now at length (Q)you have revived your concern for me. You were indeed concerned for me, but you had no opportunity. 11 Not that I am speaking of being in need, for I have learned, in whatever situation I am, to be (R)content. 12 I know how to be brought low, and I know how to abound. In any and every circumstance, I have learned the secret of facing plenty and (S)hunger, abundance and (T)need. 13 I can do all things (U)through him who strengthens me.

14 Yet it was kind of you (V)to share[f] my trouble. 15 And you Philippians yourselves know that (W)in the beginning of the gospel, when I left Macedonia, (X)no church entered into partnership with me in giving and receiving, except you only. 16 Even in Thessalonica you sent me help for my needs once and again. 17 (Y)Not that I seek the gift, but I seek (Z)the fruit that increases to your credit.[g] 18 I have received full payment, and more. I am well supplied, (AA)having received from Epaphroditus the gifts you sent, (AB)a fragrant offering, (AC)a sacrifice acceptable and pleasing to God. 19 And my God (AD)will supply every need of yours (AE)according to his riches in glory in Christ Jesus. 20 To (AF)our God and Father be (AG)glory forever and ever. Amen.

Final Greetings

21 Greet every saint in Christ Jesus. (AH)The brothers who are with me greet you. 22 (AI)All the saints greet you, especially those of Caesar's household.

23 (AJ)The grace of the Lord Jesus Christ be with your spirit.

Footnotes

  1. Philippians 4:1 Or brothers and sisters; also verses 8, 21
  2. Philippians 4:3 Or loyal Syzygus; Greek true yokefellow
  3. Philippians 4:3 Or strived (see 1:27)
  4. Philippians 4:5 Or gentleness
  5. Philippians 4:9 Or these things—which things you have also learned
  6. Philippians 4:14 Or have fellowship in
  7. Philippians 4:17 Or I seek the profit that accrues to your account