Add parallel Print Page Options

De troon in de hemel

Toen Jezus dit had gezegd, zag ik een deur openstaan naar de hemel. En de stem die ik hiervoor had gehoord en die klonk als een ramshoorn, zei tegen mij: "Kom naar boven. Dan zal Ik je laten zien wat er in de toekomst moet gaan gebeuren." Op hetzelfde moment werd mijn geest meegenomen.

Ik zag een troon in de hemel. Op die troon zat Iemand die leek op een jaspis of een sardius.[a] Over de troon heen stond een regenboog, groen als een smaragd.[b] Rondom de troon stonden nog 24 andere tronen. Op elke troon zat een gemeenteleider. Deze gemeenteleiders hadden witte kleren aan en een gouden kroon op hun hoofd. Uit de troon kwamen bliksemstralen en gerommel en donderslagen. Vóór de troon van God brandden zeven fakkels. Dat zijn de zeven Geesten van God. En vóór de troon lag iets dat leek op een zee van glas, zo helder als kristal. Midden op de troon en rondom de troon waren vier wezens.[c] De wezens waren van voren en van achteren vol ogen.

Het eerste wezen leek op een leeuw. Het tweede wezen leek op een jonge stier. Het derde wezen had het gezicht van een mens. Het vierde wezen leek op een vliegende arend. Elk wezen had zes vleugels. En elk wezen was van binnen en van buiten vol ogen. Dag en nacht riepen ze zonder ophouden: "Heilig! Heilig! Heilig is de Heer God, de Almachtige God, die was en die is en die komt!" De wezens eerden, prezen en dankten Hem die op de troon zat en die eeuwig leeft. 10 En elke keer dat ze dat deden, lieten de 24 gemeenteleiders zich in aanbidding op de grond vallen voor Hem die op de troon zat. Dan wierpen ze hun kroon voor de troon op de grond. Ze aanbaden Hem die eeuwig leeft en zeiden: 11 "Heer, alle macht en eer en kracht is voor U.[d] Dat bent U waard. Want U heeft alles gemaakt. Alle dingen zijn er omdat U wilde dat ze er waren en omdat U ze heeft gemaakt."

Footnotes

  1. Openbaring 4:3 Jaspis en sardius zijn allebei rode edelstenen. Rood is de kleur van bloed.
  2. Openbaring 4:3 Groen is de kleur van leven.
  3. Openbaring 4:6 Deze hemelse wezens worden ook genoemd in het bijbelboek EZECHIËL. Lees Ezechiël 1 en 2. Daar waren de wezens nog onder de troon, maar nu zijn ze op de troon. Ook worden ze door Ezechiël iets anders beschreven.
  4. Openbaring 4:11 Dit betekent dat ze Hem erkennen als de hoogste Koning.

After these things I saw, and behold, a door opened in heaven, and the first voice that I heard, a voice as of a trumpet speaking with me, one saying, Come up hither, and I will show thee the things which must [a]come to pass hereafter. Straightway I was in the Spirit: and behold, there was a throne set in heaven, and one sitting upon the throne; and he that sat was to look upon like a jasper stone and a sardius: and there was a rainbow round about the throne, like an emerald to look upon. And round about the throne were four and twenty thrones: and upon the thrones I saw four and twenty elders sitting, arrayed in white garments; and on their heads crowns of gold. And out of the throne proceed lightnings and voices and thunders. And there were seven lamps of fire burning before the throne, which are the seven Spirits of God; and before the throne, as it were a [b]sea of glass like unto crystal; and in the midst [c]of the throne, and round about the throne, four living creatures full of eyes before and behind. And the first creature was like a lion, and the second creature like a calf, and the third creature had a face as of a man, and the fourth creature was like a flying eagle. And the four living creatures, having each one of them six wings, are full of eyes round about and within: and they have no rest day and night, saying,

Holy, holy, holy, is the Lord God, the Almighty, who was and who is and [d]who is to come.

And when the living creatures shall give glory and honor and thanks to him that sitteth on the throne, to him that liveth [e]for ever and ever, 10 the four and twenty elders shall fall down before him that sitteth on the throne, and shall worship him that liveth [f]for ever and ever, and shall cast their crowns before the throne, saying,

11 Worthy art thou, our Lord and our God, to receive the glory and the honor and the power: for thou didst create all things, and because of thy will they were, and were created.

Footnotes

  1. Revelation 4:1 Or, come to pass. After these things straightway etc.
  2. Revelation 4:6 Or, glassy sea
  3. Revelation 4:6 Or, before. See 7:17; compare 5:6.
  4. Revelation 4:8 Or, who cometh
  5. Revelation 4:9 Greek unto the ages of the ages.
  6. Revelation 4:10 Greek unto the ages of the ages.