Add parallel Print Page Options

En ik (Johannes) zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze zag er uit als een bruid die zich voor haar bruidegom heeft mooi gemaakt. Vanuit de hemel hoorde ik een stem luid zeggen: "Dit is de plaats waar God voortaan bij de mensen zal wonen. Zij zullen zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen zijn. Hij zal hun God zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afvegen. En de dood zal er niet meer zijn. Niemand zal nog verdrietig zijn, treuren of pijn hebben. Want de eerste dingen zijn voorbij." En Hij die op de troon zit, zei: "Ik maak alles nieuw!" Tegen mij zei Hij: "Schrijf dit op. Want mijn woorden zijn waar. Ik zal doen wat Ik heb gezegd."

Verder zei Hij: "Het is voorbij! IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. De mensen die dorst hebben, zal Ik te drinken geven uit de bron van het water dat leven geeft. Ze hoeven er niets voor te betalen. Iedereen die volhoudt tot het einde zal zijn hele erfenis krijgen. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn zoon zijn.

Read full chapter