Add parallel Print Page Options

19 Toen zag ik het beest en de koningen van de aarde. Zij en hun legers waren bij elkaar gekomen om te strijden tegen de Ruiter op het witte paard en zijn leger. 20 Het beest werd gevangen genomen, samen met de leugen-profeet die namens het beest allerlei wonderen had gedaan. Met die wonderen en leugens had het beest de mensen verleid die zijn merkteken op hun voorhoofd hadden. Dat waren de mensen die zijn beeld aanbaden. Het beest en de leugen-profeet werden levend in een zee van brandende zwavel gegooid. 21 De anderen werden gedood door het zwaard dat uit de mond van de Ruiter kwam. En de vogels aten zich vol met hun vlees.

Read full chapter