Font Size
Numeri 4
BasisBijbel
Numeri 4
BasisBijbel
De taak van de families van Kehat
4 De Heer zei tegen Mozes en Aäron: 2 "Tel hoeveel mannen er in de families van Kehat zijn. 3 Tel alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, per familie.[a] Dus alle mannen die dienst moeten doen bij de tent van ontmoeting. 4 Dit is hun taak: ze moeten voor de allerheiligste dingen zorgen. 5 Als het tentenkamp wordt afgebroken, moeten Aäron en zijn zonen de tent binnengaan en het gordijn voor de allerheiligste kamer weghalen. Dat moeten ze over de kist van het verbond leggen. 6 Daar overheen moeten ze een kleed van dun leer leggen. En daar weer overheen een blauw kleed. Dan moeten ze de draagstokken aan de kist vastmaken. 7 Ook over de tafel met de heilige broden moeten ze een blauw kleed leggen. Daarop moeten ze de schotels, schalen, kommen en kannen zetten. Het brood moeten ze op de tafel laten liggen. 8 Daarna moeten ze er een rood kleed overheen leggen. En daarover weer een kleed van dun leer. Daarna moeten ze de draagstokken aan de tafel vastmaken. 9 Dan moeten ze een blauw kleed leggen over de kandelaar met de olielampen, de scharen om de lonten mee te knippen, de lampendovers en alle kruiken en vaten die worden gebruikt voor de olijf-olie. 10 Daarna moeten ze er een kleed van dun leer overheen leggen en alles op een draagbaar zetten. 11 Over het gouden wierookaltaar moeten ze een blauw kleed leggen met daar overheen een kleed van dun leer. Daarna moeten ze de draagstokken aan het altaar vastmaken. 12 Dan moeten ze alle andere dingen die in het heiligdom gebruikt worden, op een blauw kleed leggen. Daar overheen moeten ze een kleed van dun leer leggen en het op een draagbaar leggen. 13 Ze moeten de as van het altaar voor de brand-offers afvegen en een paars kleed over het altaar leggen. 14 Daarop moeten ze alle dingen leggen die bij het altaar gebruikt worden: de vuurpannen, vorken, scheppen en offerschalen. Daar overheen moeten ze een kleed van dun leer leggen. Daarna moeten ze de draagstokken aan het altaar vastmaken.
15 Als Aäron en zijn zonen klaar zijn met het inpakken van alle heilige voorwerpen, moeten de Kehatieten naar binnen gaan om ze te dragen. Maar ze mogen de heilige voorwerpen niet aanraken. Anders zullen ze sterven. Dit is de taak van de Kehatieten bij het dragen van het heiligdom. 16 Eleazar, de zoon van de priester Aäron, moet zorgen voor de olie voor de kandelaar, de wierook, het meel van de dagelijkse meel-offers en de heilige zalf-olie. Hij heeft het toezicht op de hele tent van ontmoeting met alles wat daarin is."
17 En de Heer zei tegen Mozes en Aäron: 18 "De Kehatieten mogen de heilige voorwerpen niet zien en niet aanraken, want dan zullen ze sterven. 19 Zorg ervoor dat dat niet gebeurt. Wijs hen daarom precies wat ze moeten doen met deze allerheiligste dingen. Aäron en zijn zonen moeten naar binnen gaan. Zij moeten de Kehatieten aanwijzen wat ze moeten dragen. 20 Maar eerder mogen de Kehatieten niet naar binnen gaan. Ze mogen de heilige voorwerpen niet zien wanneer die ingepakt worden, want dan zullen ze sterven."
De taak van de families van Gerson
21 En de Heer zei tegen Mozes: 22 "Tel ook hoeveel mannen er in de families van Gerson zijn. 23 Tel alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, per familie. Dus alle mannen die dienst moeten doen bij de tent van ontmoeting. 24 Dit is hun taak: 25 Ze moeten alle tentkleden van de tent van ontmoeting dragen. De kleden die het dak vormen en de kleden van dun leer die daar overheen liggen, het gordijn voor de ingang van de tent van ontmoeting, 26 de doeken van de omheining en het gordijn voor de ingang van de omheining bij het altaar. Ook alle touwen die daarbij horen en alle andere dingen die daarbij horen. Ook moeten ze daaraan alles doen wat er zoal aan moet gebeuren. 27 Ze moeten precies doen wat Aäron en zijn zonen zeggen. Jullie moeten hun precies aanwijzen wat ze moeten dragen. 28 Dit is de taak van de Gersonieten bij het dragen van het heiligdom. Ze zullen werken onder de leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron.
De taak van de families van Merari
29 Tel ook hoeveel mannen er in de families van Merari zijn. 30 Tel alle mannen tussen de 30 en de 50 jaar, per familie. Dus alle mannen die dienst moeten doen bij de tent van ontmoeting. 31 Dit is hun taak: ze dragen de planken van de tent, de dwarsbalken, de palen met de voetstukken, 32 de palen van de omheining met de voetstukken, de pinnen en de touwen, en alle dingen die daarbij horen. Ook moeten ze daaraan alles doen wat er zoal aan moet gebeuren. Jullie moeten hun precies aanwijzen wat ze moeten dragen. 33 Dit is de taak van de Merarieten bij het dragen van het heiligdom. Ze zullen werken onder de leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron."
De Levieten worden geteld
34 Toen telden Mozes en Aäron de Kehatieten, per familie. 35 Er waren 2750 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. 36+37 Dat is het aantal Kehatieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
38 Ze telden ook de Gersonieten, per familie. 39 Er waren 2630 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. 40+41 Dat is het aantal Gersonieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
42 Ze telden ook de Merarieten, per familie. 43 Er waren 3200 mannen tussen de 30 en de 50 jaar. 44+45 Dat is het aantal Merarieten dat door Mozes en Aäron werd geteld. Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
46 In totaal hadden Mozes en Aäron met de leiders van Israël 8580 mannen geteld tussen de 30 en de 50 jaar. 47+48 Zij moesten dienst doen bij de tent van ontmoeting en helpen met het dragen, zoals de Heer het Mozes had bevolen.
49 Aan alle mannen die geteld waren, werd precies verteld wat hun taak was, zoals de Heer aan Mozes bevolen had.
Footnotes
- Numeri 4:3 Pas als een Leviet 30 jaar was, mocht hij dienst gaan doen in de tempel. Hij deed dienst tot zijn 50ste.
Números 4
Biblia del Jubileo
Números 4
Biblia del Jubileo
4 ¶ Y habló el SEÑOR a Moisés y a Aarón, diciendo:
2 Toma la cuenta de los hijos de Coat de entre los hijos de Leví, por sus familias, por las casas de sus padres,
3 de edad de treinta años arriba hasta cincuenta años, todos los que entran en el ejército, para hacer obra en el tabernáculo del testimonio.
4 Este será el oficio de los hijos de Coat en el tabernáculo del testimonio, en el lugar santísimo:
5 Cuando se hubiere de mudar el campamento, vendrán Aarón y sus hijos, y desarmarán el velo de la tienda, y cubrirán con él el arca del testimonio;
6 y pondrán sobre ella la cubierta de pieles de tejones, y extenderán encima el paño todo de cárdeno, y le pondrán sus varas.
7 Y sobre la mesa de la proposición extenderán el paño cárdeno, y pondrán sobre ella las escudillas, y los cucharros, y los tazones y las cubiertas; y el pan continuo estará sobre ella.
8 Y extenderán sobre ella el paño de carmesí colorado, y lo cubrirán con la cubierta de pieles de tejones; y le pondrán sus varas.
9 Y tomarán el paño cárdeno, y cubrirán el candelero de la luminaria; y sus lámparas, y sus despabiladeras, y sus platillos, y todos sus vasos del aceite con que se sirve;
10 y lo pondrán con todos sus vasos en la cubierta de pieles de tejones, y lo pondrán sobre una vara.
11 Y sobre el altar de oro extenderán el paño cárdeno, y le cubrirán con la cubierta de pieles de tejones, y le pondrán sus varas.
12 Y tomarán todos los vasos del ministerio, con los cuales ministren en el santuario, y los pondrán en el paño cárdeno, y los cubrirán con la cubierta de pieles de tejones, y los pondrán sobre una vara.
13 Y quitarán la ceniza con la grosura quemada del altar, y extenderán sobre él el paño de púrpura;
14 y pondrán sobre él todos los vasos con los cuales se ministren: las paletas, los garfios, los braseros, y los tazones, todos los vasos del altar; y extenderán sobre él la cubierta de pieles de tejones, y le pondrán sobre las varas.
15 Y tan pronto acaben Aarón y sus hijos de cubrir el santuario y todos los vasos del santuario, cuando el campamento se hubiere de mudar, vendrán después de ello los hijos de Coat para llevarlos; mas no tocarán cosa santa, porque morirán. Estas serán las cargas de los hijos de Coat en el tabernáculo del testimonio.
16 Pero al cargo de Eleazar, hijo de Aarón el sacerdote, estará el aceite de la luminaria, y el perfume aromático, y el presente continuo, y el aceite de la unción; el cargo de todo el tabernáculo, y de todo lo que está en él, en el santuario, y en sus vasos.
17 Y habló el SEÑOR a Moisés y a Aarón, diciendo:
18 No cortaréis la tribu de las familias de Coat de entre los levitas;
19 mas esto haréis con ellos, para que vivan, y no mueran cuando llegaren al lugar santísimo: Aarón y sus hijos vendrán y los pondrán a cada uno en su ministerio, y en su cargo.
20 No entrarán para ver, cuando cubrieren las cosas santas; porque morirán.
21 ¶ Y habló el SEÑOR a Moisés diciendo:
22 Toma también la cuenta de los hijos de Gersón por las casas de sus padres, por sus familias.
23 De edad de treinta años arriba hasta cincuenta años los contarás; todos los que entran en compañía para hacer obra en el tabernáculo del testimonio.
24 Este será el oficio de las familias de Gersón, para ministrar y para llevar cargas:
25 Llevarán las cortinas del tabernáculo, y el tabernáculo del testimonio, su cubierta, y la cubierta de pieles de tejones que está sobre él encima, y el pabellón de la puerta del tabernáculo del testimonio,
26 y las cortinas del atrio, y el pabellón de la puerta del atrio, que está sobre el tabernáculo y sobre el altar alrededor, y sus cuerdas, y todos los instrumentos de su servicio, y todo lo que está hecho para ellos; así servirán.
27 Conforme al dicho de Aarón y de sus hijos será todo el ministerio de los hijos de Gersón en todas sus cargas, y en todo su servicio; y les encomendaréis en guarda todas sus cargas.
28 Este es el servicio de las familias de los hijos de Gersón en el tabernáculo del testimonio; y la guarda de ellos será por mano de Itamar, hijo de Aarón sacerdote.
29 Contarás los hijos de Merari por sus familias, por las casas de sus padres.
30 Desde el de edad de treinta años arriba hasta el de cincuenta años, los contarás; todos los que entran en compañía, para hacer obra en el tabernáculo del testimonio.
31 Y ésta será la guarda de su cargo para todo su servicio en el tabernáculo del testimonio: las tablas del tabernáculo, y sus barras, y sus columnas, y sus basas,
32 y las columnas del atrio alrededor, y sus basas, y sus estacas, y sus cuerdas con todos sus instrumentos, y todo su servicio; y contaréis por sus nombres todos los vasos de la guarda de su cargo.
33 Este será el servicio de las familias de los hijos de Merari para todo su ministerio en el tabernáculo del testimonio, por mano de Itamar, hijo de Aarón el sacerdote.
34 ¶ Moisés, pues, y Aarón, y los príncipes de la congregación, contaron los hijos de Coat por sus familias, y por las casas de sus padres,
35 desde el de edad de treinta años arriba hasta el de edad de cincuenta años; todos los que entran en compañía, para ministrar en el tabernáculo del testimonio.
36 Y fueron los contados de ellos por sus familias, dos mil setecientos cincuenta.
37 Estos fueron los contados de las familias de Coat, todos los que ministran en el tabernáculo del testimonio, los cuales contaron Moisés y Aarón, como lo mandó el SEÑOR por mano de Moisés.
38 Y los contados de los hijos de Gersón, por sus familias, y por las casas de sus padres,
39 desde el de edad de treinta años arriba hasta el de edad de cincuenta años, todos los que entran en compañía, para ministrar en el tabernáculo del testimonio;
40 los contados de ellos por sus familias, por las casas de sus padres, fueron dos mil seiscientos treinta.
41 Estos son los contados de las familias de los hijos de Gersón, todos los que ministran en el tabernáculo del testimonio, los cuales contaron Moisés y Aarón por mandato del SEÑOR.
42 Y los contados de las familias de los hijos de Merari, por sus familias, por las casas de sus padres,
43 desde el de edad de treinta años arriba hasta el de edad de cincuenta años, todos los que entran en compañía, para ministrar en el tabernáculo del testimonio;
44 los contados de ellos, por sus familias, fueron tres mil doscientos.
45 Estos fueron los contados de las familias de los hijos de Merari, los cuales contaron Moisés y Aarón, según lo mandó el SEÑOR por mano de Moisés.
46 Todos los contados de los levitas, que Moisés y Aarón y los príncipes de Israel contaron por sus familias, y por las casas de sus padres,
47 desde el de edad de treinta años arriba hasta el de edad de cincuenta años, todos los que entraban para servir en el ministerio, y llevar una carga en el tabernáculo del testimonio;
48 los contados de ellos fueron ocho mil quinientos ochenta.
49 Como lo mandó el SEÑOR por mano de Moisés fueron contados, cada uno según su ministerio, y según su cargo; los cuales contó Moisés, como le fue mandado.
Numbers 4
New International Version
Numbers 4
New International Version
The Kohathites
4 The Lord said to Moses and Aaron: 2 “Take a census(A) of the Kohathite branch of the Levites by their clans and families. 3 Count(B) all the men from thirty to fifty years of age(C) who come to serve in the work at the tent of meeting.
4 “This is the work(D) of the Kohathites(E) at the tent of meeting: the care of the most holy things.(F) 5 When the camp is to move,(G) Aaron and his sons are to go in and take down the shielding curtain(H) and put it over the ark of the covenant law.(I) 6 Then they are to cover the curtain with a durable leather,[a](J) spread a cloth of solid blue over that and put the poles(K) in place.
7 “Over the table of the Presence(L) they are to spread a blue cloth and put on it the plates, dishes and bowls, and the jars for drink offerings;(M) the bread that is continually there(N) is to remain on it. 8 They are to spread a scarlet cloth over them, cover that with the durable leather and put the poles(O) in place.
9 “They are to take a blue cloth and cover the lampstand that is for light, together with its lamps, its wick trimmers and trays,(P) and all its jars for the olive oil used to supply it. 10 Then they are to wrap it and all its accessories in a covering of the durable leather and put it on a carrying frame.(Q)
11 “Over the gold altar(R) they are to spread a blue cloth and cover that with the durable leather and put the poles(S) in place.
12 “They are to take all the articles(T) used for ministering in the sanctuary, wrap them in a blue cloth, cover that with the durable leather and put them on a carrying frame.(U)
13 “They are to remove the ashes(V) from the bronze altar(W) and spread a purple cloth over it. 14 Then they are to place on it all the utensils(X) used for ministering at the altar, including the firepans,(Y) meat forks,(Z) shovels(AA) and sprinkling bowls.(AB) Over it they are to spread a covering of the durable leather and put the poles(AC) in place.
15 “After Aaron and his sons have finished covering the holy furnishings and all the holy articles, and when the camp is ready to move,(AD) only then are the Kohathites(AE) to come and do the carrying.(AF) But they must not touch the holy things(AG) or they will die.(AH) The Kohathites are to carry those things that are in the tent of meeting.
16 “Eleazar(AI) son of Aaron, the priest, is to have charge of the oil for the light,(AJ) the fragrant incense,(AK) the regular grain offering(AL) and the anointing oil. He is to be in charge of the entire tabernacle and everything in it, including its holy furnishings and articles.”
17 The Lord said to Moses and Aaron, 18 “See that the Kohathite tribal clans are not destroyed from among the Levites. 19 So that they may live and not die when they come near the most holy things,(AM) do this for them: Aaron and his sons(AN) are to go into the sanctuary and assign to each man his work and what he is to carry.(AO) 20 But the Kohathites must not go in to look(AP) at the holy things, even for a moment, or they will die.”
The Gershonites
21 The Lord said to Moses, 22 “Take a census also of the Gershonites by their families and clans. 23 Count all the men from thirty to fifty years of age(AQ) who come to serve in the work at the tent of meeting.
24 “This is the service of the Gershonite clans in their carrying and their other work: 25 They are to carry the curtains of the tabernacle,(AR) that is, the tent of meeting,(AS) its covering(AT) and its outer covering of durable leather, the curtains for the entrance to the tent of meeting, 26 the curtains of the courtyard surrounding the tabernacle and altar,(AU) the curtain for the entrance to the courtyard,(AV) the ropes and all the equipment(AW) used in the service of the tent. The Gershonites are to do all that needs to be done with these things. 27 All their service, whether carrying or doing other work, is to be done under the direction of Aaron and his sons.(AX) You shall assign to them as their responsibility(AY) all they are to carry. 28 This is the service of the Gershonite clans(AZ) at the tent of meeting. Their duties are to be under the direction of Ithamar(BA) son of Aaron, the priest.
The Merarites
29 “Count(BB) the Merarites by their clans and families.(BC) 30 Count all the men from thirty to fifty years of age who come to serve in the work at the tent of meeting. 31 As part of all their service at the tent, they are to carry the frames of the tabernacle, its crossbars, posts and bases,(BD) 32 as well as the posts of the surrounding courtyard with their bases, tent pegs, ropes,(BE) all their equipment and everything related to their use. Assign to each man the specific things he is to carry. 33 This is the service of the Merarite clans as they work at the tent of meeting under the direction of Ithamar(BF) son of Aaron, the priest.”
The Numbering of the Levite Clans
34 Moses, Aaron and the leaders of the community counted the Kohathites(BG) by their clans and families. 35 All the men from thirty to fifty years of age(BH) who came to serve in the work at the tent of meeting, 36 counted by clans, were 2,750. 37 This was the total of all those in the Kohathite clans(BI) who served at the tent of meeting. Moses and Aaron counted them according to the Lord’s command through Moses.
38 The Gershonites(BJ) were counted by their clans and families. 39 All the men from thirty to fifty years of age who came to serve in the work at the tent of meeting, 40 counted by their clans and families, were 2,630. 41 This was the total of those in the Gershonite clans who served at the tent of meeting. Moses and Aaron counted them according to the Lord’s command.
42 The Merarites were counted by their clans and families. 43 All the men from thirty to fifty years of age(BK) who came to serve in the work at the tent of meeting, 44 counted by their clans, were 3,200. 45 This was the total of those in the Merarite clans.(BL) Moses and Aaron counted them according to the Lord’s command through Moses.
46 So Moses, Aaron and the leaders of Israel counted(BM) all the Levites by their clans and families. 47 All the men from thirty to fifty years of age(BN) who came to do the work of serving and carrying the tent of meeting 48 numbered 8,580.(BO) 49 At the Lord’s command through Moses, each was assigned his work and told what to carry.
Thus they were counted,(BP) as the Lord commanded Moses.
Footnotes
- Numbers 4:6 Possibly the hides of large aquatic mammals; also in verses 8, 10, 11, 12, 14 and 25
Numbers 4
Modern English Version
Numbers 4
Modern English Version
Duties of the Kohathites
4 And the Lord spoke to Moses and to Aaron, saying: 2 Take the sum of the sons of Kohath from among the sons of Levi, after their families, by the house of their fathers, 3 from thirty years old and older, even to fifty years old, all that enter into the host, to do the work in the tent of meeting.
4 This will be the service of the sons of Kohath in the tent of meeting, concerning the holiest things. 5 And when the camp sets out, Aaron will come, and his sons, and they will take down the covering curtain, and cover the ark of the testimony with it, 6 and will put on it the covering of porpoise skins, and will spread over it a cloth completely of blue, and will put in its poles.
7 Upon the table of showbread they will spread a cloth of blue, and put the dishes on it, and the spoons, and the bowls, and covers to cover it, and the showbread will be on it. 8 And they will spread on them a cloth of scarlet, and cover the same with a covering of porpoise skins, and will put in its poles.
9 They will take a cloth of blue, and cover the lampstand of the light, and its lamps, and its tongs, and its snuff dishes, and all its oil vessels, with which they minister to it. 10 And they will put it and all its vessels within a covering of porpoise skins and will put it on a carrying pole.
11 Upon the golden altar they will spread a cloth of blue, and cover it with a covering of porpoise skins, and will put in its poles.
12 And they will take all the instruments of ministry, with which they minister in the sanctuary, and put them in a cloth of blue, and cover them with a covering of porpoise skins, and will put them on a carrying pole.
13 And they will take away the ashes from the altar and spread a purple cloth on it. 14 They shall put on it all the instruments with which they minister there, the censers, the flesh hooks, the shovels, the basins, all the utensils of the altar. And they will spread on it a covering of porpoise skins and insert its poles.
15 When Aaron and his sons have finished covering the sanctuary, and all the instruments of the sanctuary, as the camp is to set out, after that, the sons of Kohath will come to carry it. But they will not touch any holy thing, lest they die. These things are the burden of the sons of Kohath in the tent of meeting.
16 To the office of Eleazar, Aaron the priest’s son, pertains the oil for the light, and the sweet incense, and the daily grain offering, and the anointing oil, and the oversight of all the tabernacle, and of all that is in it, in the sanctuary, and in the instruments thereof.
17 The Lord spoke to Moses and to Aaron, saying: 18 Do not cut the tribe of the families of the Kohathites from among the Levites. 19 But do this to them, that they may live and not die, when they approach the most holy things. Aaron and his sons will go in, and appoint each one to his service and to his burden. 20 But they will not go in to see when the holy things are covered, lest they die.
Duties of the Gershonites
21 The Lord spoke to Moses, saying: 22 Take also the sum of the sons of Gershon, throughout the houses of their fathers, by their families. 23 From thirty years old and older to fifty years old you will number them, all that enter in to perform the service, to do the work in the tent of meeting.
24 This is the service of the families of the Gershonites, to serve, and to work. 25 And they will carry the curtains of the tabernacle, and the tent of meeting, its covering, and the covering of the porpoise skins that is on it, and the hanging for the door of the tent of meeting, 26 and the hangings of the courtyard, and the hanging for the opening of the gate of the courtyard, which is by the tabernacle and by the altar all around, and their cords, and all the instruments of their service, and all that is made for them. So they will serve. 27 At the appointment of Aaron and his sons will be all the service of the sons of the Gershonites, in all their burdens, and in all their service. And you shall assign to them all their tasks as their duty. 28 This is the service of the families of the sons of Gershon in the tent of meeting. And their charge will be under the hand of Ithamar the son of Aaron the priest.
Duties of the Merarites
29 As for the sons of Merari, you will number them by their families, by the house of their fathers. 30 From thirty years old and older, even to fifty years old, you will number them, everyone who enters into the service, to do the work of the tent of meeting. 31 This is the charge of their burden, according to all their service in the tent of meeting. The boards of the tabernacle, and its bars thereof, and its pillars, and its sockets, 32 and the pillars of the court round about, and their sockets, and their pins, and their cords, with all their instruments, and with all their service, and by name you will list the instruments of the charge of their burden. 33 This is the service of the families of the sons of Merari, according to all their service, in the tent of meeting, under the hand of Ithamar the son of Aaron the priest.
Census of the Levites
34 Moses, Aaron, and the leaders of the congregation numbered the sons of the Kohathites by their families, and by the house of their fathers, 35 from thirty years old and older to fifty years old, everyone who entered into the service, for the work in the tent of meeting. 36 And those who were numbered by their families were two thousand seven hundred and fifty. 37 These were the ones listed of the families of the Kohathites, all who might do service in the tent of meeting, which Moses and Aaron numbered according to the commandment of the Lord by the hand of Moses.
38 Those who were numbered of the sons of Gershon, throughout their families, and by the house of their fathers, 39 from thirty years old and older to fifty years old, everyone who entered into the service, for the work in the tent of meeting, 40 even those who were numbered of them, throughout their families, by the house of their fathers, were two thousand six hundred and thirty. 41 These were the ones listed by the families of the sons of Gershon, of all who might do service in the tent of meeting, whom Moses and Aaron numbered according to the commandment of the Lord.
42 Those who were numbered of the families of the sons of Merari, throughout their families, by the house of their fathers, 43 from thirty years old and older to fifty years old, everyone who entered into the service, for the work in the tent of meeting, 44 even those who were numbered by their families, were three thousand two hundred. 45 These were the ones listed of the families of the sons of Merari, whom Moses and Aaron numbered according to the word of the Lord by the hand of Moses.
46 All those who were numbered of the Levites, whom Moses, Aaron, and the leaders of Israel numbered, by their families, and by the house of their fathers, 47 from thirty years old and older to fifty years old, everyone who came to do the service of the ministry, and the service of the work in the tent of meeting, 48 even those who were numbered were eight thousand five hundred and eighty. 49 According to the commandment of the Lord they were numbered by the hand of Moses, each according to his service, and according to his burden.
Thus they were numbered by him, as the Lord commanded Moses.
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Biblia del Jubileo (JBS)
Biblia del Jubileo 2000 (JUS) © 2000, 2001, 2010, 2014, 2017, 2020 by Ransom Press International
New International Version (NIV) 
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.
Modern English Version (MEV)
The Holy Bible, Modern English Version. Copyright © 2014 by Military Bible Association. Published and distributed by Charisma House.