Font Size
Numeri 7
BasisBijbel
Numeri 7
BasisBijbel
De geschenken van de leiders van het volk voor de tent van ontmoeting
7 Toen Mozes klaar was met het opbouwen van de tent van ontmoeting, zalfde hij de tent voor de Heer, samen met alle dingen die erbij hoorden. Ook zalfde hij het altaar met alles wat erbij hoorde. Zo werd alles van de Heer. 2 Daarna brachten de leiders van het volk Israël hun geschenken bij de Heer. (Zij waren de familiehoofden, de aanvoerders over de getelde mannen.) 3 Ze brachten hun geschenk bij de Heer: zes overdekte wagens met twaalf ossen. Twee leiders gaven dus samen één wagen en elke leider gaf één os. Ze brachten die bij de tent van ontmoeting. 4 De Heer zei tegen Mozes: 5 "Neem ze van hen aan en gebruik ze voor de dienst van de tent van ontmoeting. Geef ze aan de Levieten, net zoveel als iedereen voor zijn werk nodig heeft." 6 Toen nam Mozes de wagens en de ossen aan en gaf ze aan de Levieten. 7 Hij gaf twee wagens en vier ossen aan de Gersonieten, omdat ze die nodig hadden voor hun werk. 8 En vier wagens en acht ossen aan de Merarieten, omdat ze die nodig hadden voor hun werk onder leiding van Itamar, de zoon van Aäron. 9 Maar aan de Kehatieten gaf hij niets, omdat zij de heilige voorwerpen op hun schouders moesten dragen.
10 Toen het altaar was gezalfd, brachten alle leiders ook een geschenk voor het altaar. Ze brachten het naar het altaar. 11 De Heer zei tegen Mozes: "Laat elke dag één leider zijn geschenk brengen wanneer het altaar plechtig in gebruik genomen gaat worden."
12 Op de eerste dag bracht de leider van de stam van Juda zijn geschenk. Dat was Nahesson, de zoon van Amminadab. 13 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met fijn meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 14 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 15 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 16 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 17 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dit was het geschenk van Nahesson, de zoon van Amminadab.
18 Op de tweede dag bracht de leider van de stam van Issaschar zijn geschenk. Dat was Netaneël, de zoon van Zuar. 19 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 20 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 21 Verder één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 22 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 23 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Netaneël, de zoon van Zuar.
24 Op de derde dag bracht de leider van de stam van Zebulon zijn geschenk. Dat was Eliab, de zoon van Helon. 25 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 26 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 27 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 28 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 29 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Eliab, de zoon van Helon.
30 Op de vierde dag bracht de leider van de stam van Ruben zijn geschenk. Dat was Elizur, de zoon van Sedeür. 31 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog en één zilveren schaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 32 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 33 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 34 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 35 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Elizur, de zoon van Sedeür.
36 Op de vijfde dag bracht de leider van de stam van Simeon zijn geschenk. Dat was Selumiël, de zoon van Zurisaddai. 37 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 38 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 39 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 40 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 41 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Selumiël, de zoon van Zurisaddai.
42 Op de zesde dag bracht de leider van de stam van Gad zijn geschenk. Dat was Eljasaf, de zoon van Rehuël. 43 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 44 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 45 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 46 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 47 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Eljasaf, de zoon van Rehuël.
48 Op de zevende dag bracht de leider van de stam van Efraïm zijn geschenk. Dat was Elisama, de zoon van Ammihud. 49 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 50 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 51 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 52 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 53 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Elisama, de zoon van Ammihud.
54 Op de achtste dag bracht de leider van de stam van Manasse zijn geschenk. Dat was Gamaliël, de zoon van Pedazur. 55 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 56 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 57 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 58 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 59 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Gamaliël, de zoon van Pedazur.
60 Op de negende dag bracht de leider van de stam van Benjamin zijn geschenk. Dat was Abidan, de zoon van Gideoni. 61 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 62 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 63 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 64 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 65 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Abidan, de zoon van Gideoni.
66 Op de tiende dag bracht de leider van de stam van Dan zijn geschenk. Dat was Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai. 67 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 68 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 69 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 70 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 71 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai.
72 Op de elfde dag bracht de leider van de stam van Aser zijn geschenk. Dat was Pagiël, de zoon van Ochran. 73 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 74 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 75 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 76 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 77 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Pagiël, de zoon van Ochran.
78 Op de twaalfde dag bracht de leider van de stam van Naftali zijn geschenk. Dat was Ahira, de zoon van Enan. 79 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 80 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 81 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 82 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 83 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Ahira, de zoon van Enan.
84 Dit was het geschenk van de leiders van Israël, toen het altaar plechtig in gebruik zou worden genomen en het gezalfd werd: twaalf zilveren schalen, twaalf zilveren offerschalen, 85 twaalf gouden schalen, waarbij elke zilveren schaal 130 sikkels (1½ kilo) woog en elke zilveren offerschaal 70 sikkels (770 gram) woog. Al het zilver van de schalen woog bij elkaar 2400 sikkels (26 kilo), gemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. 86 De twaalf gouden schalen waren gevuld met wierook. Elke schaal woog 10 sikkels (110 gram), gemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. Al het goud van de schalen woog bij elkaar 120 sikkels (bijna 1½ kilo). 87 Voor het brand-offer waren er twaalf jonge stieren, twaalf mannetjes-schapen, twaalf vrouwtjes-schapen van één jaar, met de meel-offers die daarbij horen. Verder twaalf mannetjes-geiten als vergevings-offer. 88 Voor het dank-offer waren er 24 jonge stieren, 60 mannetjes-schapen, 60 mannetjes-geiten en 60 vrouwtjes-schapen van één jaar. Dit was hun geschenk toen het altaar plechtig in gebruik genomen werd, nadat het gezalfd was.
89 Als Mozes de tent van ontmoeting binnenging om met de Heer te spreken, hoorde hij Gods stem. De stem sprak met hem van boven het vergevings-deksel dat op de kist van het verbond lag, tussen de twee engelen. Daar sprak Hij met hem.
Numbers 7
New International Version
Numbers 7
New International Version
Offerings at the Dedication of the Tabernacle
7 When Moses finished setting up the tabernacle,(A) he anointed(B) and consecrated it and all its furnishings.(C) He also anointed and consecrated the altar and all its utensils.(D) 2 Then the leaders of Israel,(E) the heads of families who were the tribal leaders in charge of those who were counted,(F) made offerings. 3 They brought as their gifts before the Lord six covered carts(G) and twelve oxen—an ox from each leader and a cart from every two. These they presented before the tabernacle.
4 The Lord said to Moses, 5 “Accept these from them, that they may be used in the work at the tent of meeting. Give them to the Levites as each man’s work requires.”
6 So Moses took the carts and oxen and gave them to the Levites. 7 He gave two carts and four oxen to the Gershonites,(H) as their work required, 8 and he gave four carts and eight oxen to the Merarites,(I) as their work required. They were all under the direction of Ithamar son of Aaron, the priest. 9 But Moses did not give any to the Kohathites,(J) because they were to carry on their shoulders(K) the holy things, for which they were responsible.
10 When the altar was anointed,(L) the leaders brought their offerings for its dedication(M) and presented them before the altar. 11 For the Lord had said to Moses, “Each day one leader is to bring his offering for the dedication of the altar.”
12 The one who brought his offering on the first day was Nahshon(N) son of Amminadab of the tribe of Judah.
13 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels[a] and one silver sprinkling bowl(O) weighing seventy shekels,[b](P) both according to the sanctuary shekel,(Q) each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering;(R) 14 one gold dish(S) weighing ten shekels,[c](T) filled with incense;(U) 15 one young bull,(V) one ram and one male lamb a year old for a burnt offering;(W) 16 one male goat for a sin offering[d];(X) 17 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering.(Y) This was the offering of Nahshon son of Amminadab.(Z)
18 On the second day Nethanel son of Zuar,(AA) the leader of Issachar, brought his offering.
19 The offering he brought was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 20 one gold dish(AB) weighing ten shekels, filled with incense; 21 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 22 one male goat for a sin offering; 23 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Nethanel son of Zuar.
24 On the third day, Eliab son of Helon,(AC) the leader of the people of Zebulun, brought his offering.
25 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 26 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 27 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 28 one male goat for a sin offering; 29 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Eliab son of Helon.
30 On the fourth day Elizur son of Shedeur,(AD) the leader of the people of Reuben, brought his offering.
31 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 32 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 33 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 34 one male goat for a sin offering; 35 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Elizur son of Shedeur.
36 On the fifth day Shelumiel son of Zurishaddai,(AE) the leader of the people of Simeon, brought his offering.
37 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 38 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 39 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 40 one male goat for a sin offering; 41 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Shelumiel son of Zurishaddai.
42 On the sixth day Eliasaph son of Deuel,(AF) the leader of the people of Gad, brought his offering.
43 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 44 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 45 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 46 one male goat for a sin offering; 47 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Eliasaph son of Deuel.
48 On the seventh day Elishama son of Ammihud,(AG) the leader of the people of Ephraim, brought his offering.
49 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 50 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 51 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 52 one male goat for a sin offering; 53 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Elishama son of Ammihud.(AH)
54 On the eighth day Gamaliel son of Pedahzur,(AI) the leader of the people of Manasseh, brought his offering.
55 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 56 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 57 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 58 one male goat for a sin offering; 59 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Gamaliel son of Pedahzur.
60 On the ninth day Abidan son of Gideoni,(AJ) the leader of the people of Benjamin, brought his offering.
61 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 62 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 63 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 64 one male goat for a sin offering; 65 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Abidan son of Gideoni.
66 On the tenth day Ahiezer son of Ammishaddai,(AK) the leader of the people of Dan, brought his offering.
67 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 68 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 69 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 70 one male goat for a sin offering; 71 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Ahiezer son of Ammishaddai.
72 On the eleventh day Pagiel son of Okran,(AL) the leader of the people of Asher, brought his offering.
73 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 74 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 75 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 76 one male goat for a sin offering; 77 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Pagiel son of Okran.
78 On the twelfth day Ahira son of Enan,(AM) the leader of the people of Naphtali, brought his offering.
79 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 80 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 81 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 82 one male goat for a sin offering; 83 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Ahira son of Enan.
84 These were the offerings of the Israelite leaders for the dedication of the altar when it was anointed:(AN) twelve silver plates, twelve silver sprinkling bowls(AO) and twelve gold dishes.(AP) 85 Each silver plate weighed a hundred and thirty shekels, and each sprinkling bowl seventy shekels. Altogether, the silver dishes weighed two thousand four hundred shekels,[e] according to the sanctuary shekel.(AQ) 86 The twelve gold dishes filled with incense weighed ten shekels each, according to the sanctuary shekel.(AR) Altogether, the gold dishes weighed a hundred and twenty shekels.[f] 87 The total number of animals for the burnt offering(AS) came to twelve young bulls, twelve rams and twelve male lambs a year old, together with their grain offering.(AT) Twelve male goats were used for the sin offering.(AU) 88 The total number of animals for the sacrifice of the fellowship offering(AV) came to twenty-four oxen, sixty rams, sixty male goats and sixty male lambs(AW) a year old. These were the offerings for the dedication of the altar after it was anointed.(AX)
89 When Moses entered the tent of meeting(AY) to speak with the Lord,(AZ) he heard the voice speaking to him from between the two cherubim above the atonement cover(BA) on the ark of the covenant law.(BB) In this way the Lord spoke to him.
Footnotes
- Numbers 7:13 That is, about 3 1/4 pounds or about 1.5 kilograms; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:13 That is, about 1 3/4 pounds or about 800 grams; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:14 That is, about 4 ounces or about 115 grams; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:16 Or purification offering; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:85 That is, about 60 pounds or about 28 kilograms
- Numbers 7:86 That is, about 3 pounds or about 1.4 kilograms
Numeri 7
BasisBijbel
Numeri 7
BasisBijbel
De geschenken van de leiders van het volk voor de tent van ontmoeting
7 Toen Mozes klaar was met het opbouwen van de tent van ontmoeting, zalfde hij de tent voor de Heer, samen met alle dingen die erbij hoorden. Ook zalfde hij het altaar met alles wat erbij hoorde. Zo werd alles van de Heer. 2 Daarna brachten de leiders van het volk Israël hun geschenken bij de Heer. (Zij waren de familiehoofden, de aanvoerders over de getelde mannen.) 3 Ze brachten hun geschenk bij de Heer: zes overdekte wagens met twaalf ossen. Twee leiders gaven dus samen één wagen en elke leider gaf één os. Ze brachten die bij de tent van ontmoeting. 4 De Heer zei tegen Mozes: 5 "Neem ze van hen aan en gebruik ze voor de dienst van de tent van ontmoeting. Geef ze aan de Levieten, net zoveel als iedereen voor zijn werk nodig heeft." 6 Toen nam Mozes de wagens en de ossen aan en gaf ze aan de Levieten. 7 Hij gaf twee wagens en vier ossen aan de Gersonieten, omdat ze die nodig hadden voor hun werk. 8 En vier wagens en acht ossen aan de Merarieten, omdat ze die nodig hadden voor hun werk onder leiding van Itamar, de zoon van Aäron. 9 Maar aan de Kehatieten gaf hij niets, omdat zij de heilige voorwerpen op hun schouders moesten dragen.
10 Toen het altaar was gezalfd, brachten alle leiders ook een geschenk voor het altaar. Ze brachten het naar het altaar. 11 De Heer zei tegen Mozes: "Laat elke dag één leider zijn geschenk brengen wanneer het altaar plechtig in gebruik genomen gaat worden."
12 Op de eerste dag bracht de leider van de stam van Juda zijn geschenk. Dat was Nahesson, de zoon van Amminadab. 13 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met fijn meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 14 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 15 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 16 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 17 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dit was het geschenk van Nahesson, de zoon van Amminadab.
18 Op de tweede dag bracht de leider van de stam van Issaschar zijn geschenk. Dat was Netaneël, de zoon van Zuar. 19 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 20 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 21 Verder één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 22 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 23 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Netaneël, de zoon van Zuar.
24 Op de derde dag bracht de leider van de stam van Zebulon zijn geschenk. Dat was Eliab, de zoon van Helon. 25 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 26 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 27 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 28 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 29 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Eliab, de zoon van Helon.
30 Op de vierde dag bracht de leider van de stam van Ruben zijn geschenk. Dat was Elizur, de zoon van Sedeür. 31 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog en één zilveren schaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 32 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 33 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 34 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 35 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Elizur, de zoon van Sedeür.
36 Op de vijfde dag bracht de leider van de stam van Simeon zijn geschenk. Dat was Selumiël, de zoon van Zurisaddai. 37 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 38 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 39 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 40 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 41 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Selumiël, de zoon van Zurisaddai.
42 Op de zesde dag bracht de leider van de stam van Gad zijn geschenk. Dat was Eljasaf, de zoon van Rehuël. 43 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 44 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 45 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 46 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 47 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Eljasaf, de zoon van Rehuël.
48 Op de zevende dag bracht de leider van de stam van Efraïm zijn geschenk. Dat was Elisama, de zoon van Ammihud. 49 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 50 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 51 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 52 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 53 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Elisama, de zoon van Ammihud.
54 Op de achtste dag bracht de leider van de stam van Manasse zijn geschenk. Dat was Gamaliël, de zoon van Pedazur. 55 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 56 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 57 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 58 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 59 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Gamaliël, de zoon van Pedazur.
60 Op de negende dag bracht de leider van de stam van Benjamin zijn geschenk. Dat was Abidan, de zoon van Gideoni. 61 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 62 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 63 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 64 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 65 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Abidan, de zoon van Gideoni.
66 Op de tiende dag bracht de leider van de stam van Dan zijn geschenk. Dat was Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai. 67 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 68 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 69 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 70 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 71 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Ahiëzer, de zoon van Ammisaddai.
72 Op de elfde dag bracht de leider van de stam van Aser zijn geschenk. Dat was Pagiël, de zoon van Ochran. 73 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 74 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 75 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 76 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 77 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Pagiël, de zoon van Ochran.
78 Op de twaalfde dag bracht de leider van de stam van Naftali zijn geschenk. Dat was Ahira, de zoon van Enan. 79 Hij bracht één zilveren schaal die 130 sikkels (1½ kilo) woog, en één zilveren offerschaal die 70 sikkels (770 gram) woog. Ze waren gewogen met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. De schalen waren gevuld met meel, gemengd met olijf-olie, als meel-offer. 80 Verder bracht hij één gouden schaal die 10 sikkels (110 gram) woog, gevuld met wierook. 81 Ook één jonge stier, één mannetjes-schaap en één vrouwtjes-schaap van één jaar als brand-offer. 82 Verder één mannetjes-geit als vergevings-offer. 83 Ook nog twee jonge stieren, vijf mannetjes-schapen, vijf mannetjes-geiten, en vijf vrouwtjes-schapen van één jaar als dank-offer. Dat was het geschenk van Ahira, de zoon van Enan.
84 Dit was het geschenk van de leiders van Israël, toen het altaar plechtig in gebruik zou worden genomen en het gezalfd werd: twaalf zilveren schalen, twaalf zilveren offerschalen, 85 twaalf gouden schalen, waarbij elke zilveren schaal 130 sikkels (1½ kilo) woog en elke zilveren offerschaal 70 sikkels (770 gram) woog. Al het zilver van de schalen woog bij elkaar 2400 sikkels (26 kilo), gemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. 86 De twaalf gouden schalen waren gevuld met wierook. Elke schaal woog 10 sikkels (110 gram), gemeten met de sikkel die in het heiligdom gebruikt wordt. Al het goud van de schalen woog bij elkaar 120 sikkels (bijna 1½ kilo). 87 Voor het brand-offer waren er twaalf jonge stieren, twaalf mannetjes-schapen, twaalf vrouwtjes-schapen van één jaar, met de meel-offers die daarbij horen. Verder twaalf mannetjes-geiten als vergevings-offer. 88 Voor het dank-offer waren er 24 jonge stieren, 60 mannetjes-schapen, 60 mannetjes-geiten en 60 vrouwtjes-schapen van één jaar. Dit was hun geschenk toen het altaar plechtig in gebruik genomen werd, nadat het gezalfd was.
89 Als Mozes de tent van ontmoeting binnenging om met de Heer te spreken, hoorde hij Gods stem. De stem sprak met hem van boven het vergevings-deksel dat op de kist van het verbond lag, tussen de twee engelen. Daar sprak Hij met hem.
Numbers 7
New International Version
Numbers 7
New International Version
Offerings at the Dedication of the Tabernacle
7 When Moses finished setting up the tabernacle,(A) he anointed(B) and consecrated it and all its furnishings.(C) He also anointed and consecrated the altar and all its utensils.(D) 2 Then the leaders of Israel,(E) the heads of families who were the tribal leaders in charge of those who were counted,(F) made offerings. 3 They brought as their gifts before the Lord six covered carts(G) and twelve oxen—an ox from each leader and a cart from every two. These they presented before the tabernacle.
4 The Lord said to Moses, 5 “Accept these from them, that they may be used in the work at the tent of meeting. Give them to the Levites as each man’s work requires.”
6 So Moses took the carts and oxen and gave them to the Levites. 7 He gave two carts and four oxen to the Gershonites,(H) as their work required, 8 and he gave four carts and eight oxen to the Merarites,(I) as their work required. They were all under the direction of Ithamar son of Aaron, the priest. 9 But Moses did not give any to the Kohathites,(J) because they were to carry on their shoulders(K) the holy things, for which they were responsible.
10 When the altar was anointed,(L) the leaders brought their offerings for its dedication(M) and presented them before the altar. 11 For the Lord had said to Moses, “Each day one leader is to bring his offering for the dedication of the altar.”
12 The one who brought his offering on the first day was Nahshon(N) son of Amminadab of the tribe of Judah.
13 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels[a] and one silver sprinkling bowl(O) weighing seventy shekels,[b](P) both according to the sanctuary shekel,(Q) each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering;(R) 14 one gold dish(S) weighing ten shekels,[c](T) filled with incense;(U) 15 one young bull,(V) one ram and one male lamb a year old for a burnt offering;(W) 16 one male goat for a sin offering[d];(X) 17 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering.(Y) This was the offering of Nahshon son of Amminadab.(Z)
18 On the second day Nethanel son of Zuar,(AA) the leader of Issachar, brought his offering.
19 The offering he brought was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 20 one gold dish(AB) weighing ten shekels, filled with incense; 21 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 22 one male goat for a sin offering; 23 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Nethanel son of Zuar.
24 On the third day, Eliab son of Helon,(AC) the leader of the people of Zebulun, brought his offering.
25 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 26 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 27 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 28 one male goat for a sin offering; 29 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Eliab son of Helon.
30 On the fourth day Elizur son of Shedeur,(AD) the leader of the people of Reuben, brought his offering.
31 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 32 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 33 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 34 one male goat for a sin offering; 35 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Elizur son of Shedeur.
36 On the fifth day Shelumiel son of Zurishaddai,(AE) the leader of the people of Simeon, brought his offering.
37 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 38 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 39 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 40 one male goat for a sin offering; 41 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Shelumiel son of Zurishaddai.
42 On the sixth day Eliasaph son of Deuel,(AF) the leader of the people of Gad, brought his offering.
43 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 44 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 45 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 46 one male goat for a sin offering; 47 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Eliasaph son of Deuel.
48 On the seventh day Elishama son of Ammihud,(AG) the leader of the people of Ephraim, brought his offering.
49 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 50 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 51 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 52 one male goat for a sin offering; 53 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Elishama son of Ammihud.(AH)
54 On the eighth day Gamaliel son of Pedahzur,(AI) the leader of the people of Manasseh, brought his offering.
55 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 56 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 57 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 58 one male goat for a sin offering; 59 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Gamaliel son of Pedahzur.
60 On the ninth day Abidan son of Gideoni,(AJ) the leader of the people of Benjamin, brought his offering.
61 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 62 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 63 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 64 one male goat for a sin offering; 65 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Abidan son of Gideoni.
66 On the tenth day Ahiezer son of Ammishaddai,(AK) the leader of the people of Dan, brought his offering.
67 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 68 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 69 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 70 one male goat for a sin offering; 71 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Ahiezer son of Ammishaddai.
72 On the eleventh day Pagiel son of Okran,(AL) the leader of the people of Asher, brought his offering.
73 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 74 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 75 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 76 one male goat for a sin offering; 77 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Pagiel son of Okran.
78 On the twelfth day Ahira son of Enan,(AM) the leader of the people of Naphtali, brought his offering.
79 His offering was one silver plate weighing a hundred and thirty shekels and one silver sprinkling bowl weighing seventy shekels, both according to the sanctuary shekel, each filled with the finest flour mixed with olive oil as a grain offering; 80 one gold dish weighing ten shekels, filled with incense; 81 one young bull, one ram and one male lamb a year old for a burnt offering; 82 one male goat for a sin offering; 83 and two oxen, five rams, five male goats and five male lambs a year old to be sacrificed as a fellowship offering. This was the offering of Ahira son of Enan.
84 These were the offerings of the Israelite leaders for the dedication of the altar when it was anointed:(AN) twelve silver plates, twelve silver sprinkling bowls(AO) and twelve gold dishes.(AP) 85 Each silver plate weighed a hundred and thirty shekels, and each sprinkling bowl seventy shekels. Altogether, the silver dishes weighed two thousand four hundred shekels,[e] according to the sanctuary shekel.(AQ) 86 The twelve gold dishes filled with incense weighed ten shekels each, according to the sanctuary shekel.(AR) Altogether, the gold dishes weighed a hundred and twenty shekels.[f] 87 The total number of animals for the burnt offering(AS) came to twelve young bulls, twelve rams and twelve male lambs a year old, together with their grain offering.(AT) Twelve male goats were used for the sin offering.(AU) 88 The total number of animals for the sacrifice of the fellowship offering(AV) came to twenty-four oxen, sixty rams, sixty male goats and sixty male lambs(AW) a year old. These were the offerings for the dedication of the altar after it was anointed.(AX)
89 When Moses entered the tent of meeting(AY) to speak with the Lord,(AZ) he heard the voice speaking to him from between the two cherubim above the atonement cover(BA) on the ark of the covenant law.(BB) In this way the Lord spoke to him.
Footnotes
- Numbers 7:13 That is, about 3 1/4 pounds or about 1.5 kilograms; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:13 That is, about 1 3/4 pounds or about 800 grams; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:14 That is, about 4 ounces or about 115 grams; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:16 Or purification offering; also elsewhere in this chapter
- Numbers 7:85 That is, about 60 pounds or about 28 kilograms
- Numbers 7:86 That is, about 3 pounds or about 1.4 kilograms
BasisBijbel (BB)
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
New International Version (NIV) 
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.