Numbers 5
The Message
Some Camp Rules
5 1-3 God spoke to Moses: “Command the People of Israel to ban from the camp anyone who has an infectious skin disease, anyone who has a discharge, and anyone who is ritually unclean from contact with a dead body. Ban male and female alike; send them outside the camp so that they won’t defile their camp, the place I live among them.”
4 The People of Israel did this, banning them from the camp. They did exactly what God had commanded through Moses.
* * *
5-10 God spoke to Moses: “Tell the People of Israel, When a man or woman commits any sin, the person has broken trust with God, is guilty, and must confess the sin. Full compensation plus twenty percent must be made to whoever was wronged. If the wronged person has no close relative who can receive the compensation, the compensation belongs to God and must be given to the priest, along with the ram by which atonement is made. All the sacred offerings that the People of Israel bring to a priest belong to the priest. Each person’s sacred offerings are his own, but what one gives to the priest stays with the priest.”
* * *
11-15 God spoke to Moses: “Tell the People of Israel, Say a man’s wife goes off and has an affair, is unfaithful to him by sleeping with another man, but her husband knows nothing about it even though she has defiled herself. And then, even though there was no witness and she wasn’t caught in the act, feelings of jealousy come over the husband and he suspects that his wife is impure. Even if she is innocent and his jealousy and suspicions are groundless, he is to take his wife to the priest. He must also take an offering of two quarts of barley flour for her. He is to pour no oil on it or mix incense with it because it is a Grain-Offering for jealousy, a Grain-Offering for bringing the guilt out into the open.
16-22 “The priest then is to take her and have her stand in the presence of God. He is to take some holy water in a pottery jar and put some dust from the floor of The Dwelling in the water. After the priest has her stand in the presence of God he is to uncover her hair and place the exposure-offering in her hands, the Grain-Offering for jealousy, while he holds the bitter water that delivers a curse. Then the priest will put the woman under oath and say, ‘If no man has slept with you and you have not had an adulterous affair and become impure while married to your husband, may this bitter water that delivers a curse not harm you. But if you have had an affair while married to your husband and have defiled yourself by sleeping with a man other than your husband’—here the priest puts the woman under this curse—‘may God cause your people to curse and revile you when he makes your womb shrivel and your belly swell. Let this water that delivers a curse enter your body so that your belly swells and your womb shrivels.’
“Then the woman shall say, ‘Amen. Amen.’
23-28 “The priest is to write these curses on a scroll and then wash the words off into the bitter water. He then is to give the woman the bitter water that delivers a curse. This water will enter her body and cause acute pain. The priest then is to take from her hands a handful of the Grain-Offering for jealousy, wave it before God, and bring it to the Altar. The priest then is to take a handful of the Grain-Offering, using it as an exposure-offering, and burn it on the Altar; after this he is to make her drink the water. If she has defiled herself in being unfaithful to her husband, when she drinks the water that delivers a curse, it will enter her body and cause acute pain; her belly will swell and her womb shrivel. She will be cursed among her people. But if she has not defiled herself and is innocent of impurity, her name will be cleared and she will be able to have children.
29-31 “This is the law of jealousy in a case where a woman goes off and has an affair and defiles herself while married to her husband, or a husband is tormented with feelings of jealousy because he suspects his wife. The priest is to have her stand in the presence of God and go through this entire procedure with her. The husband will be cleared of wrong, but the woman will pay for her wrong.”
Numeri 5
Het Boek
De wet voor ontrouwe vrouwen
5 1,2 Dit zijn de verdere opdrachten die de Here Mozes gaf: ‘Geef de Israëlieten opdracht dat zij alle melaatsen, allen die een open wond hebben en allen die onrein zijn doordat zij een dode hebben aangeraakt, uit het kamp moeten wegsturen. 3 Dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Verwijder hen, zodat zij het kamp waarin Ik tussen u woon, niet verontreinigen.’ 4 Ook deze opdracht werd door het volk Israël uitgevoerd.
5,6 Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Zeg tegen het volk Israël dat als iemand, man of vrouw, een van de zonden doet die mensen tegen de Here kunnen bedrijven en daarmee zijn naaste schaadt, 7 hij zijn zonde moet belijden en wat hij schuldig is, volledig moet vergoeden met een vijfde deel extra, aan degene die hij heeft benadeeld. 8 Maar als de persoon die hij onrecht heeft aangedaan, is gestorven en er geen naaste bloedverwant is aan wie hij kan aflossen, moet die vergoeding aan de priester worden gegeven, samen met een ram als verzoening. 9,10 Als het volk Israël een geschenk aan de Here brengt, zal dat geschenk naar de priester gaan.’
11,12 De Here zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen het volk Israël dat als een getrouwde vrouw overspel pleegt, 13 maar er geen bewijs van dat overspel is, omdat er geen getuige van bestaat 14 en haar man jaloers en achterdochtig is, 15 hij haar bij de priester brengt met een offer voor haar van 2,2 liter gerstemeel, zonder olie of wierook erdoor, want het is een spijsoffer van jaloersheid. Dit offer dient om de waarheid aan het licht te brengen of zij wel of niet schuldig is. 16 De priester zal haar voor de Here brengen, 17 heilig water in een stenen vat doen en dat vermengen met stof van de vloer van de tabernakel. 18 Hij zal haar haren losmaken en haar het spijsoffer van de jaloersheid in de handen geven om te bepalen of de vermoedens van haar man juist zijn. De priester zal voor haar gaan staan met het vat met bitter water dat een vloek brengt. 19 Hij zal van haar eisen dat zij verklaart onschuldig te zijn en dan zal hij tegen haar zeggen: “Als geen andere man met u heeft geslapen dan uw eigen man, blijf dan vrij van de gevolgen van dit bittere water dat de vloek brengt. 20 Maar als u overspel hebt gepleegd, 21,22 zal de Here u tot een vloek onder uw volksgenoten maken, want Hij zal uw heup laten wegrotten en uw buik laten opzwellen.” En de vrouw zal daarop antwoorden: “Ja, laat het zo zijn.” 23 Dan zal de priester deze vervloekingen in een boek schrijven en ze afwassen in het bittere water. 24 Als hij de vrouw het water laat drinken, wordt het bitter in haar lichaam (als zij schuldig is). 25 Dan zal de priester haar het spijsoffer van de jaloersheid uit handen nemen, het voor de Here op en neer bewegen en het naar het altaar dragen. 26 Hij zal er een handvol van nemen—een deel voor het geheel—dat op het altaar verbranden en daarna de vrouw van het water laten drinken. 27 Als zij is verontreinigd, doordat zij overspel heeft gepleegd, zal het water in haar lichaam bitter worden, haar buik zal opzwellen en haar heup zal wegrotten. Zij zal een vloek onder haar volk zijn. 28 Maar als zij rein is en geen overspel heeft gepleegd, zal zij ongedeerd blijven en zwanger kunnen worden.
29 Dit is de wet voor ontrouwe vrouwen—of de verdenkingen van een man tegenover zijn vrouw— 30 om te bepalen of zij inderdaad ontrouw is geweest. Hij zal haar voor de Here brengen en de priester zal volgens deze wet handelen. 31 Haar man zal niet verantwoordelijk worden gesteld voor haar zonde, want zij alleen is schuldig.’
Copyright © 1993, 2002, 2018 by Eugene H. Peterson
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.