Add parallel Print Page Options

De Levieten apart gezet voor God

De Here zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron dat hij, als hij de zeven lampen van de kandelaar aansteekt, hij deze zó moet richten dat zij hun licht naar voren werpen.’ Aäron deed dit. De kandelaar en de bloemdecoraties op de schacht en de armen waren gemaakt van gedreven goud. Het geheel was gemaakt volgens het voorbeeld dat de Here aan Mozes had getoond.

5,6 Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Neem de Levieten apart van de rest van het volk Israël. Zij moeten zich reinigen: besprenkel hen met water dat hen ontzondigt. Laten zij vervolgens hun hele lichaam scheren, hun kleren wassen en zich baden. Laat hen daarna een jonge stier en een spijsoffer van fijn meel, vermengd met olie en een jonge stier als zondoffer brengen. Breng de Levieten dan bij de ingang van de tabernakel. Het hele volk moet daarbij aanwezig zijn. 10 Daar zullen de stamhoofden namens het hele volk hun de handen opleggen. 11 Aäron zal hen met een gebaar alsof hij offert, aan de Here aanbieden als een geschenk van het hele volk Israël. De Levieten zullen in hun dienst aan de Here het hele volk vertegenwoordigen. 12 Daarna zullen de Levieten hun handen leggen op de koppen van de jonge stieren en deze aan de Here offeren: de ene als zondoffer en de andere als brandoffer, om verzoening te doen over de Levieten. 13 Vervolgens moeten de Levieten bij Aäron en zijn zonen worden gebracht, net zoals elk ander geschenk aan de Here bij de priesters wordt gebracht! 14 Op die manier zult u de Levieten afzonderen van de rest van het volk en zij zullen mijn eigendom zijn. 15 Nadat u hen hebt geheiligd en aan de Here hebt aangeboden, zullen zij de tabernakel in en uit gaan om hun werk te doen. 16 Zij zijn mijn absolute eigendom. Ik heb hen aanvaard in plaats van de eerstgeborenen van de Israëlieten, 17 want alle eerstgeborenen van het volk Israël zijn van Mij, zowel van mens als van dier. Ik heb hen voor Mijzelf bestemd in de nacht dat Ik de eerstgeborenen van de Egyptenaren doodde. 18 Ja, Ik heb de Levieten aangenomen in plaats van alle oudste zonen van Israël. 19 En Ik zal de Levieten als een geschenk geven aan Aäron en zijn zonen. De Levieten zullen in de tabernakel de heilige taken uitvoeren die waren opgelegd aan de Israëlieten. Zij zullen de gaven van het volk offeren om verzoening over hen te doen. Er zal dan geen plaag onder de Israëlieten voorkomen, wat wel zou gebeuren als gewone mensen de tabernakel zouden binnengaan.’

20 Dus wijdden Mozes, Aäron en het hele volk Israël de Levieten en volgden zorgvuldig de opdrachten op die de Here Mozes had gegeven. 21 De Levieten reinigden zich en wasten hun kleren. Aäron bood hen als een bijzondere gave aan de Here aan en voerde de reinigingsceremonie voor hen uit om hen te heiligen en te reinigen.

22 Vervolgens betraden zij de tabernakel als helpers van Aäron en zijn zonen, alles gebeurde zoals de Here Mozes had opgedragen.

23,24 De Here instrueerde Mozes verder: ‘Als een Leviet vijfentwintig jaar is, mag hij dienst doen in de tabernakel. Hij wordt ontslagen van zijn taken als hij vijftig jaar is. 25,26 Als hij ouder is dan vijftig jaar kan hij nog wel helpen bij lichte werkzaamheden, maar hoeft geen vaste plichten meer te vervullen.’

Comment placer les lampes

L’Eternel parla à Moïse en ces termes : Dis à Aaron : Lorsque tu mettras les sept lampes en place, tu les disposeras de manière à ce qu’elles projettent leur lumière sur le devant du chandelier.

Aaron fit ainsi. Il plaça les lampes sur le devant du chandelier, comme l’Eternel l’avait ordonné à Moïse. Ce chandelier était fait d’or massif martelé, du pied jusqu’à ses fleurs. On l’avait façonné d’après le modèle que l’Eternel avait montré à Moïse[a].

L’entrée en fonction des lévites

Purification des lévites

L’Eternel parla à Moïse en ces termes : Sépare les lévites du reste des Israélites et purifie-les. Voici comment tu procéderas pour les purifier : tu les aspergeras d’eau purificatrice, puis ils se raseront tout le corps et laveront leurs vêtements. Alors ils seront rituellement purs. Ils prendront un jeune taureau, avec l’offrande correspondante, c’est-à-dire de la fleur de farine pétrie à l’huile. Tu prendras un second taureau comme sacrifice pour le péché. Tu feras avancer les lévites devant la tente de la Rencontre et tu convoqueras toute la communauté des Israélites. 10 Tu feras avancer les lévites devant l’Eternel, et les Israélites poseront les mains sur eux. 11 Alors Aaron fera devant l’Eternel le geste de présentation pour m’offrir les lévites de la part des Israélites et ils seront affectés à mon service. 12 Les lévites poseront leurs mains sur la tête des deux taureaux et tu m’offriras[b] l’un comme sacrifice pour le péché, et l’autre comme holocauste afin d’accomplir le rite d’expiation pour les lévites. 13 Tu placeras les lévites devant Aaron et ses fils et tu feras le geste de présentation pour les offrir à l’Eternel. 14 Ainsi tu mettras à part les lévites du reste des Israélites et ils m’appartiendront. 15 Après cela, ils entreront en fonction pour le service de la tente de la Rencontre.

Tu les purifieras donc et tu feras le geste de présentation pour eux, 16 car ils me sont entièrement donnés parmi les Israélites en échange de tous les premiers-nés des Israélites ; je les ai pris pour moi. 17 En effet tout premier-né chez les Israélites m’appartient, homme ou animal ; je les ai consacrés à moi-même, le jour où j’ai fait mourir tous les fils aînés des Egyptiens[c]. 18 J’ai pris les lévites en échange de tous les fils aînés israélites, 19 et je les ai donnés à Aaron et à ses fils d’entre les Israélites, pour qu’ils accomplissent le service des Israélites dans la tente de la Rencontre et qu’ils aient ainsi une fonction expiatoire pour eux afin que les Israélites ne soient frappés d’aucun fléau pour s’être approchés du sanctuaire[d].

20 Moïse, Aaron et toute la communauté des Israélites firent pour les lévites tout ce que l’Eternel avait ordonné à Moïse à leur sujet. 21 Les lévites se purifièrent et lavèrent leurs vêtements. Aaron fit le geste de présentation devant l’Eternel, puis il accomplit le rite d’expiation pour eux afin de les purifier. 22 Après cela, ils entrèrent en fonction dans la tente de la Rencontre sous la direction d’Aaron et de ses fils. On procéda donc à leur égard conformément à ce que l’Eternel avait ordonné à Moïse.

L’âge du service pour les lévites

23 L’Eternel parla encore à Moïse en ces termes : 24 Les lévites âgés de vingt-cinq ans et plus seront recrutés pour accomplir un service dans la tente de la Rencontre. 25 A cinquante ans, ils se retireront du service et n’exerceront plus leurs fonctions ; 26 ils aideront leurs collègues à accomplir le service dans la tente de la Rencontre, mais ils n’auront plus eux-mêmes de service actif. Telles sont les dispositions que tu prendras à l’égard du service des lévites.

Footnotes

  1. 8.4 Pour les v. 1-4, voir Ex 25.31-40 ; 37.17-24.
  2. 8.12 L’ancienne version grecque a : Aaron m’offrira.
  3. 8.17 Voir Ex 13.2.
  4. 8.19 Voir Nb 1.53.