Add parallel Print Page Options

Op weg met God

10 1,2 Nu zei de Here tegen Mozes: ‘Maak twee trompetten van gedreven zilver. Die moeten worden gebruikt om het sein “verzamelen” en “opbreken” te blazen. Als op twee trompetten wordt geblazen, is dat het teken dat het hele volk zich moet verzamelen bij de ingang van de tabernakel. Als één trompet wordt geblazen, moeten alleen de stamhoofden zich bij u verzamelen. 5-7 Er zullen verschillende trompetsignalen nodig zijn om onderscheid te maken tussen het sein “verzamelen” en “opbreken en verder trekken”. Als het vertreksignaal wordt geblazen, moeten de stammen die aan de oostkant van de tabernakel hun kamp hebben, het eerst vertrekken. Bij het volgende signaal vertrekken de stammen aan de zuidkant. Alleen de priesters mogen de trompet blazen. Dit is een vaste instelling die van generatie op generatie moet worden nageleefd. Wanneer u aankomt in het beloofde land en oorlog voert tegen uw vijanden, zal de Here u horen en u te hulp komen als u in nood alarm blaast op de trompetten. 10 Gebruik de trompetten ook in tijden van blijdschap: tijdens de jaarlijkse feesten en aan het begin van elke maand om uw vreugde over de brandoffers en vredeoffers te laten blijken. God zal dan steeds weer denken aan zijn verbond met u. Want Ik ben de Here, uw God.’

11 De wolk steeg op boven de tabernakel op de twintigste dag van de tweede maand van het tweede jaar na Israëls uittocht uit Egypte. 12 De Israëlieten verlieten de Sinaï-woestijn en volgden de wolk naar de woestijn Paran. 13 Dit was hun eerste reis sinds de Here aan Mozes de reisopdrachten had gegeven.

14 Aan het hoofd van de stoet liep de stam Juda, gegroepeerd achter de stambanier, onder leiding van Nachson, de zoon van Amminadab. 15 Daarachter kwamen de stam van Issachar, onder leiding van Netanel, de zoon van Suar, 16 en de stam van Zebulon, geleid door Eliab, de zoon van Chelon. 17 De tabernakel was afgebroken en de Gersonieten en Merarieten waren de volgende groep in de stoet. Zij droegen de tabernakel op hun schouders. 18 Daarachter kwam de banier van Ruben, waar Elisur, de zoon van Sedeür zijn mensen leidde. 19 De volgende stammen waren die van Simeon, onder leiding van Selumiël, de zoon van Surisaddai, 20 en die van Gad, onder leiding van Eljasaf, de zoon van Deüel. 21 Achter deze twee stammen liepen de Kehatieten, die de voorwerpen uit het Heilige droegen. Wanneer zij op de nieuwe kampplaats aankwamen, hadden de anderen de tabernakel al opgezet. 22 Achter deze Levieten kwamen de stam van Efraïm, onder leiding van Elisama, de zoon van Ammihud, 23 de stam van Manasse, onder leiding van Gamliël, de zoon van Pedasur, 24 en die van Benjamin, onder leiding van Abidan, de zoon van Gidoni. 25 De achterhoede van de stoet bestond uit de stam van Dan, onder leiding van Achiëzer, de zoon van Ammisaddai, 26 de stam van Aser, onder leiding van Pagiël, de zoon van Ochran, 27 en ten slotte de stam van Naftali, onder leiding van Achira, de zoon van Enan. 28 Dat was de volgorde waarin de stammen reisden.

29 Op een dag zei Mozes tegen zijn zwager Chobab, de zoon van zijn schoonvader Jetro: ‘Wij zijn nu eindelijk echt op weg naar het beloofde land. Ga toch met ons mee, er zal goed voor je gezorgd worden. Want de Here heeft Israël veel goeds beloofd.’ 30 Maar zijn zwager antwoordde: ‘Nee, ik wil terug naar mijn eigen land en mijn familie.’ 31 ‘Blijf toch bij ons,’ drong Mozes aan, ‘want jij kent de weg in de woestijn en je zou ons goed kunnen helpen. 32 Als je meegaat, kun je ook genieten van al het goede dat de Here ons gaat geven.’

33 Nadat de Israëlieten bij de berg Sinaï waren opgebroken, trokken zij drie dagreizen verder. De ark ging voorop om de volgende stopplaats aan te wijzen. 34 Het was dag toen zij vertrokken en de wolk ging voor hen uit toen zij zich in beweging zetten. 35 Wanneer de ark werd opgenomen en verder gedragen, riep Mozes luid: ‘Sta op, Here, en sla uw vijanden uiteen, laten zij voor U op de vlucht slaan!’ 36 En wanneer de ark werd neergezet, zei hij: ‘Keer terug, Here, en zegen de stammen van Israël.’

The Silver Trumpets

10 The Lord said to Moses, “Make two trumpets of hammered silver to use for calling the people together and for breaking camp. When long blasts are sounded on both trumpets, the whole community is to gather around you at the entrance to the Tent of my presence. But when only one trumpet is sounded, then only the leaders of the clans are to gather around you. When short blasts are sounded, the tribes camped on the east will move out. When short blasts are sounded a second time, the tribes on the south will move out. So short blasts are to be sounded to break camp, but in order to call the community together, long blasts are to be sounded. The trumpets are to be blown by Aaron's sons, the priests.

“The following rule is to be observed for all time to come. When you are at war in your land, defending yourselves against an enemy who has attacked you, sound the signal for battle on these trumpets. I, the Lord your God, will help you and save you from your enemies. 10 Also on joyful occasions—at your New Moon Festivals and your other religious festivals—you are to blow the trumpets when you present your burnt offerings and your fellowship offerings. Then I will help you. I am the Lord your God.”

The Israelites Break Camp

11 On the twentieth day of the second month in the second year after the people left Egypt, the cloud over the Tent of the Lord's presence lifted, 12 and the Israelites started on their journey out of the Sinai Desert. The cloud came to rest in the wilderness of Paran.

13 They began to march at the command of the Lord through Moses, 14 and each time they moved, they were in the same order. Those under the banner of the division led by the tribe of Judah started out first, company by company, with Nahshon son of Amminadab in command. 15 Nethanel son of Zuar was in command of the tribe of Issachar, 16 and Eliab son of Helon was in command of the tribe of Zebulun.

17 Then the Tent would be taken down, and the clans of Gershon and Merari, who carried it, would start out.

18 Next, those under the banner of the division led by the tribe of Reuben would start out, company by company, with Elizur son of Shedeur in command. 19 Shelumiel son of Zurishaddai was in command of the tribe of Simeon, 20 and Eliasaph son of Deuel was in command of the tribe of Gad.

21 Then the Levite clan of Kohath would start out, carrying the sacred objects. By the time they arrived at the next camp, the Tent had been set up again.

22 Next, those under the banner of the division led by the tribe of Ephraim would start out, company by company, with Elishama son of Ammihud in command. 23 Gamaliel son of Pedahzur was in command of the tribe of Manasseh, 24 and Abidan son of Gideoni was in command of the tribe of Benjamin.

25 Finally, those under the banner of the division led by the tribe of Dan, serving as the rear guard of all the divisions, would start out, company by company, with Ahiezer son of Ammishaddai in command. 26 Pagiel son of Ochran was in command of the tribe of Asher, 27 and Ahira son of Enan was in command of the tribe of Naphtali. 28 This, then, was the order of march, company by company, whenever the Israelites broke camp and set out.

29 Moses said to his brother-in-law Hobab son of Jethro the Midianite, “We are about to start out for the place which the Lord said he would give us. He has promised to make Israel prosperous, so come with us, and we will share our prosperity with you.”

30 Hobab answered, “No, I am going back to my native land.”

31 “Please don't leave us,” Moses said. “You know where we can camp in the wilderness, and you can be our guide. 32 If you come with us, we will share with you all the blessings that the Lord gives us.”

The People Set Out

33 When the people left Sinai, the holy mountain, they traveled three days. The Lord's Covenant Box always went ahead of them to find a place for them to camp. 34 As they moved on from each camp, the cloud of the Lord was over them by day.

35 (A)Whenever the Covenant Box started out, Moses would say, “Arise, Lord; scatter your enemies and put to flight those who hate you!” 36 And whenever it stopped, he would say, “Return, Lord, to the thousands of families of Israel.”[a]

Footnotes

  1. Numbers 10:36 Return … Israel; or Return, Lord, you who are like an army of millions for Israel.

The Silver Trumpets

10 The Lord said to Moses: “Make two trumpets(A) of hammered silver, and use them for calling the community(B) together and for having the camps set out.(C) When both are sounded, the whole community is to assemble before you at the entrance to the tent of meeting. If only one is sounded, the leaders(D)—the heads of the clans of Israel—are to assemble before you. When a trumpet blast is sounded, the tribes camping on the east are to set out.(E) At the sounding of a second blast, the camps on the south are to set out.(F) The blast will be the signal for setting out. To gather the assembly, blow the trumpets,(G) but not with the signal for setting out.(H)

“The sons of Aaron, the priests, are to blow the trumpets. This is to be a lasting ordinance for you and the generations to come.(I) When you go into battle in your own land against an enemy who is oppressing you,(J) sound a blast on the trumpets.(K) Then you will be remembered(L) by the Lord your God and rescued from your enemies.(M) 10 Also at your times of rejoicing—your appointed festivals and New Moon feasts(N)—you are to sound the trumpets(O) over your burnt offerings(P) and fellowship offerings,(Q) and they will be a memorial for you before your God. I am the Lord your God.(R)

The Israelites Leave Sinai

11 On the twentieth day of the second month of the second year,(S) the cloud lifted(T) from above the tabernacle of the covenant law.(U) 12 Then the Israelites set out from the Desert of Sinai and traveled from place to place until the cloud came to rest in the Desert of Paran.(V) 13 They set out, this first time, at the Lord’s command through Moses.(W)

14 The divisions of the camp of Judah went first, under their standard.(X) Nahshon son of Amminadab(Y) was in command. 15 Nethanel son of Zuar was over the division of the tribe(Z) of Issachar,(AA) 16 and Eliab son of Helon(AB) was over the division of the tribe of Zebulun.(AC) 17 Then the tabernacle was taken down, and the Gershonites and Merarites, who carried it, set out.(AD)

18 The divisions of the camp of Reuben(AE) went next, under their standard.(AF) Elizur son of Shedeur(AG) was in command. 19 Shelumiel son of Zurishaddai was over the division of the tribe of Simeon,(AH) 20 and Eliasaph son of Deuel was over the division of the tribe of Gad.(AI) 21 Then the Kohathites(AJ) set out, carrying the holy things.(AK) The tabernacle was to be set up before they arrived.(AL)

22 The divisions of the camp of Ephraim(AM) went next, under their standard. Elishama son of Ammihud(AN) was in command. 23 Gamaliel son of Pedahzur was over the division of the tribe of Manasseh,(AO) 24 and Abidan son of Gideoni was over the division of the tribe of Benjamin.(AP)

25 Finally, as the rear guard(AQ) for all the units, the divisions of the camp of Dan set out under their standard. Ahiezer son of Ammishaddai(AR) was in command. 26 Pagiel son of Okran was over the division of the tribe of Asher,(AS) 27 and Ahira son of Enan was over the division of the tribe of Naphtali.(AT) 28 This was the order of march for the Israelite divisions as they set out.

29 Now Moses said to Hobab(AU) son of Reuel(AV) the Midianite, Moses’ father-in-law,(AW) “We are setting out for the place about which the Lord said, ‘I will give it to you.’(AX) Come with us and we will treat you well, for the Lord has promised good things to Israel.”

30 He answered, “No, I will not go;(AY) I am going back to my own land and my own people.(AZ)

31 But Moses said, “Please do not leave us. You know where we should camp in the wilderness, and you can be our eyes.(BA) 32 If you come with us, we will share with you(BB) whatever good things the Lord gives us.(BC)

33 So they set out(BD) from the mountain of the Lord and traveled for three days. The ark of the covenant of the Lord(BE) went before them during those three days to find them a place to rest.(BF) 34 The cloud of the Lord was over them by day when they set out from the camp.(BG)

35 Whenever the ark set out, Moses said,

“Rise up,(BH) Lord!
    May your enemies be scattered;(BI)
    may your foes flee before you.(BJ)(BK)

36 Whenever it came to rest, he said,

“Return,(BL) Lord,
    to the countless thousands of Israel.(BM)

The Silver Trumpets

10 Yahweh spoke to Moses, saying, “Make yourself two silver trumpets; make them of hammered-work. You will use them[a] for calling the community and for breaking the camp. You will blow them, and all the community will assemble to the doorway of the tent of assembly. But if they blow only one, the leaders, the heads of the thousands of Israel, will assemble to you. When you will blow a blast, the camps that are camping on the east will set out; when you blow a second blast, the camps that are camping on the south will set out; they will blow a blast for their journeys. But when summoning the assembly, you will blow, but you will not signal with a loud noise. The sons of Aaron, the priests, will blow on the trumpets; this will be an eternal decree for your generations. If you go to war in your land against the enemy who attacks you, you will signal with a loud noise on the trumpets. You will be remembered before[b] Yahweh your God, and you will be rescued from your enemies.

10 “And on the day of your joy and in your appointed times, at the beginning of your months, you will blow on the trumpets in addition to your burnt offerings and in addition to the sacrifices of your fellowship offerings. And they will be as a memorial for you before[c] your God; I am Yahweh your God.”

The Israelites Depart from Sinai

11 And it happened, in the second year, in the second month, on the twentieth of the month the cloud was lifted from upon the tabernacle of the testimony.[d] 12 And the Israelites[e] set out for their journey[f] from the desert of Sinai, and the cloud dwelled in the desert of Paran. 13 They set out for the first time[g] on the command of Yahweh in the hand of Moses.[h] 14 The standard of the camp of the descendants[i] of Judah set out for the first time according to their divisions, with Nahshon son of Amminadab over its division. 15 And Nathanel son of Zuar was over the division of the descendants[j] of Issachar; 16 Eliab son of Helon was over the division of the tribe of the descendants[k] of Zebulun.

17 The tabernacle was taken down, and the sons of Gershon and the sons of Merari, the bearers of the tabernacle, set out. 18 And the standard of the camp of Reuben according to their divisions; Elizur son of Shedeur was over their division. 19 Shelumiel son of Zurishaddai was over the division of the sons of the tribe of Simeon. 20 Eliasaph son of Deuel was over the division of the tribe of the descendants[l] of Gad.

21 The Kohathites, the bearers of the sanctuary, set out, and they set up the tabernacle before they arrived. 22 And the stand of the camp of the descendants[m] of Ephraim set out according to their divisions; Elishama son of Ammihud was over its division. 23 Gamaliel son of Pedahzur was over the division of the tribe of the descendants[n] of Manasseh. 24 Abidan son of Gideoni was over the division of the tribe of the descendants[o] of Benjamin.

25 Then the standard of the camp of the descendants[p] of Dan, who formed a rear guard for all the camps, set out according to their divisions; Ahiezer son of Ammishaddai was over its division. 26 Pagiel son of Ocran was over the division of the tribe of the descendants[q] of Asher. 27 Ahira son of Enan was over the division of the tribe of the descendants[r] of Naphtali. 28 These were the departures of the Israelites[s] according to their divisions; and so they set out.

29 Moses said to Hobab son of Reuel the Midianite, the father-in-law of Moses, “We are setting out to the place that Yahweh said, ‘I will give it to you’; go with us, and we will treat you well[t] because Yahweh promised[u] good concerning Israel.” 30 But he said to him, “I will not go. I will only go to my land and to my family.” 31 He[v] said, “Please, do not abandon us because you know our encampment in the desert, and you should be our guide.[w] 32 Moreover, if you go with us, the good that Yahweh will do to us we will do to you.”

33 And so they set out from the mountain of Yahweh a journey of three days, with the ark of the covenant of Yahweh setting out ahead of them[x] three days’ journey to search out a resting place for them; 34 and the cloud of Yahweh was over them by day when they set out from the camp.

35 And whenever the ark was setting out Moses would say,

“Rise up, Yahweh!
May your enemies be scattered;
may the ones that hate you flee from your presence.”
36 And when it rested he would say,
“Return, Yahweh,
to the countless thousands of Israel.”

Footnotes

  1. Numbers 10:2 Literally “They will be for you”
  2. Numbers 10:9 Literally “in the presence of”
  3. Numbers 10:10 Literally “in the presence of”
  4. Numbers 10:11 Some modern translations (e.g., the NRSV) have “tabernacle of the covenant”
  5. Numbers 10:12 Literally “sons/children of Israel”
  6. Numbers 10:12 Hebrew “journeys”
  7. Numbers 10:13 Literally “in the beginning”
  8. Numbers 10:13 Or “through Moses”
  9. Numbers 10:14 Or “sons”
  10. Numbers 10:15 Or “sons”
  11. Numbers 10:16 Or “sons”
  12. Numbers 10:20 Or “sons”
  13. Numbers 10:22 Or “sons”
  14. Numbers 10:23 Or “sons”
  15. Numbers 10:24 Or “sons”
  16. Numbers 10:25 Or “sons”
  17. Numbers 10:26 Or “sons”
  18. Numbers 10:27 Or “sons”
  19. Numbers 10:28 Literally “sons/children of Israel”
  20. Numbers 10:29 Literally “do good to you”
  21. Numbers 10:29 Literally “Yahweh spoke”
  22. Numbers 10:31 That is, Moses
  23. Numbers 10:31 Literally “you should be our eyes”
  24. Numbers 10:33 Or “before them”