Add parallel Print Page Options

18 Jezus zag dat er steeds meer mensen om Hem heen kwamen staan. Hij zei tegen zijn leerlingen dat zij het meer moesten oversteken. 19 Op dat moment kwam er een bijbelgeleerde naar Hem toe en zei: ‘Meester, ik zal U volgen waar u maar heengaat.’ 20 Jezus antwoordde: ‘Vossen hebben holen en vogels nesten, maar Ik, de Mensenzoon, heb geen plaats om mijn hoofd neer te leggen.’

Read full chapter

18 Jezus zag dat er inmiddels wel heel veel mensen gekomen waren. Daarom zei Hij tegen zijn leerlingen dat ze met Hem naar de overkant van het meer moesten varen. 19 Toen kwam er een wetgeleerde naar Hem toe. Hij zei: "Meester, ik zal U volgen, waar U ook heen gaat." 20 Jezus zei tegen hem: "De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten. Maar de Mensenzoon heeft geen plek om te slapen."

Read full chapter

18 ¶ Jezi wè li te nan mitan yon gwo foul moun. Li bay lòd pou yo janbe lòt bò lanmè a.

19 Men, yon dirèktè lalwa pwoche bò kote l', li di l' konsa: Mèt, m'ap swiv ou tout kote ou prale.

20 Jezi reponn li: Chat mawon gen twou yo. Zwezo k'ap vole nan syèl la gen nich yo. Men, Moun Bondye voye nan lachè a pa gen kote pou l' poze tèt li.

Read full chapter