八福

耶稣看见这些人群,就上了山,刚坐下,门徒便走到祂跟前, 祂就开口教导他们,说:

“心灵贫穷的人有福了,
因为天国是他们的。
哀痛的人有福了,
因为他们必得安慰。
谦和的人有福了,
因为他们必承受土地。
爱慕公义如饥似渴的人有福了,
因为他们必得饱足。
心存怜悯的人有福了,
因为他们必蒙上帝的怜悯。
心灵纯洁的人有福了,
因为他们必看见上帝。
使人和睦的人有福了,
因为他们必被称为上帝的儿女。
10 为义受迫害的人有福了,
因为天国是他们的。

11 “人们因为我的缘故侮辱、迫害、肆意毁谤你们,你们就有福了。 12 要欢喜快乐,因为你们在天上有很大的奖赏。他们也曾这样迫害以前的先知。

盐和光

13 “你们是世上的盐。如果盐失去咸味,怎能使它再变咸呢?它将毫无用处,只有被丢在外面任人践踏。 14 你们是世上的光,如同建在山上的城一样无法隐藏。 15 人点亮了灯,不会把它放在斗底下,而是放在灯台上,好照亮全家。 16 同样,你们的光也应当照在人面前,好让他们看见你们的好行为,便赞美你们天上的父。

成全律法

17 “不要以为我是来废除律法和先知书,我不是来废除,乃是来成全。 18 我实在告诉你们,就是到天地都消失了,律法的一点一划都不会废除,全都要成就。 19 所以,谁违背这些诫命中最小的一条,并教导别人违背,谁在天国将被称为最小的。但谁遵守这些诫命,并教导别人遵守,谁在天国将被称为大的。 20 我告诉你们,除非你们的义胜过律法教师和法利赛人的义,否则断不能进天国。

论仇恨

21 “你们听过吩咐古人的话,‘不可杀人,杀人的要受审判。’ 22 但我告诉你们,凡无缘无故[a]向弟兄发怒的,要受审判;凡骂弟兄是白痴的,要受公会[b]的审判;凡骂弟兄是笨蛋的,难逃地狱的火。

23 “所以,你在祭坛前献祭的时候,要是想起有弟兄和你有过节, 24 就该把祭物留在祭坛前,先去跟他和好,然后再来献祭。

25 “趁着你和告你的人还在去法庭的路上,你要赶紧与对方和解。不然,他会把你交给审判官,审判官会把你交给差役关进监牢。 26 我实在告诉你,要是有一分钱没有还清,你绝不能从那里出来。

论通奸

27 “你们听过这样的话,‘不可通奸。’ 28 但我告诉你们,凡看见妇女就动淫念的,他在心里已经犯了通奸罪。 29 如果你的右眼使你犯罪,就把它剜掉!宁可失去身体的一部分,也比整个人下地狱好。 30 如果你的右手使你犯罪,就把它砍掉!宁可失去身体的一部分,也比整个人下地狱好。

论休妻

31 “还有话说,‘人若休妻,必须给她休书’。 32 但我告诉你们,除非是妻子不贞,否则,休妻就是使妻子犯通奸罪,娶被休女子的人也犯了通奸罪。

论起誓

33 “你们也听过吩咐古人的话,‘不可违背誓言,总要向主遵守所起的誓。’ 34 但我告诉你们,不可起誓。不可指着天起誓,因为天是上帝的宝座。 35 不可指着地起誓,因为地是上帝的脚凳。不可指着圣城耶路撒冷起誓,因为那是大君王的城。 36 也不可指着自己的头起誓,因为你不能使一根头发变黑或变白。 37 你们说话,是就说是,不是就说不是,多说的便是来自那恶者[c]

论爱仇敌

38 “你们听过这样的话,‘以眼还眼,以牙还牙。’ 39 但我告诉你们,不要跟恶人作对。有人打你的右脸,连左脸也转过来让他打。 40 有人想控告你,要夺取你的内衣,连外衣也给他。 41 有人强迫你走一里路,你就跟他走二里路。 42 有求你的,就给他;有向你借的,不可拒绝他。

43 “你们听过这样的话,‘要爱邻居,恨仇敌。’ 44 但我告诉你们,要爱仇敌,为迫害你们的人祷告。 45 这样,你们才是天父的孩子。因为祂让阳光照好人也照坏人,降雨给义人也给恶人。 46 如果你们只爱那些爱你们的人,有什么值得嘉奖的呢?就是税吏也会这样做。 47 如果你们只问候自己的弟兄,有什么特别呢?就是外族人也会这样做。 48 所以,你们要纯全,正如你们的天父是纯全的。

Footnotes

  1. 5:22 有古卷无“无缘无故”。
  2. 5:22 公会”是当时犹太人的最高司法机构,处理宗教、道德和伦理等事务。
  3. 5:37 那恶者即魔鬼,又名撒旦。

Jezus onderwijst zijn leerlingen

Op een dag, toen Jezus zag dat er weer veel mensen gekomen waren, liep Hij de berg op en ging zitten. Zijn leerlingen kwamen bij Hem.

Hij onderwees hun:

‘Gelukkig zijn zij die nederig zijn, want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen bestemd.

Gelukkig zijn zij die verdriet hebben, want zij zullen getroost worden.

Gelukkig zijn de zachtmoedigen, want de aarde is voor hen.

Gelukkig zijn de mensen die ernaar hunkeren dat Gods wil wordt uitgevoerd, want zij zullen volkomen tevreden worden gesteld.

Gelukkig zijn de mensen met een liefdevol en helpend hart, want zij zullen zelf liefde ontmoeten en hulp ontvangen.

Gelukkig zijn de mensen met een zuiver hart, want zij zullen God zien.

Gelukkig zijn de mensen die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God worden genoemd.

10 Gelukkig zijn de mensen die vervolgd worden omdat zij Gods wil doen, want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen.

11 Gelukkig bent u als u beledigingen, vervolgingen, leugens en laster te verdragen krijgt omdat u bij Mij hoort.

12 Juich van blijdschap, want in de hemel ligt een geweldige beloning voor u klaar. Vroeger zijn de profeten immers ook zo vervolgd.

13 U bent als zout voor de wereld. Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe moet je het dan smaak geven? Waar is het dan nog goed voor, behalve om weggegooid en door de mensen vertrapt te worden.

14 U bent het licht van de wereld, een stad op een berg kan iedereen zien. 15 Men steekt immers geen lamp aan om er vervolgens een emmer overheen te zetten? Die lamp moet toch op een standaard staan en licht geven voor iedereen in huis? 16 Laat daarom ook uw licht voor alle mensen schijnen. Als zij dan de goede dingen zien die u doet, zullen zij uw hemelse Vader eren.

17 Denk niet dat Ik ben gekomen om de wetten van Mozes en de woorden van de profeten af te schaffen. Ik ben juist gekomen om er de volle betekenis aan te geven. 18 Ik zeg u met nadruk: tot het moment waarop hemel en aarde vergaan, blijft iedere letter, ieder leesteken van de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 19 Wie zelfs maar het kleinste gebod afschaft en anderen leert dat ook te doen, zal de kleinste zijn in het Koninkrijk van de hemelen. Maar wie zich aan Gods wetten houdt en anderen leert dat ook te doen, zal in dat Koninkrijk in hoog aanzien staan. 20 Want Ik waarschuw u. Als u zich niet méér houdt aan Gods wetten dan de bijbelgeleerden en de Farizeeën, komt u het Koninkrijk van de hemelen zeker niet binnen.

21 U hebt gehoord dat tegen onze voorouders gezegd is: “U mag niemand doodslaan” en “wie iemand doodslaat, zal veroordeeld worden.” 22 Maar Ik zeg zelfs: iedereen die kwaad is op een ander, zal veroordeeld worden. En wie een ander uitscheldt, moet zich voor de rechtbank verantwoorden, ja, die zal voor het hellevuur komen te staan. 23 Stel dat u in de tempel voor het altaar staat om God een offer te brengen. Als u zich daar dan herinnert dat iemand iets tegen u heeft, 24 moet u het offer naast het altaar laten liggen. Ga eerst naar die ander toe, maak het met hem in orde en breng daarna pas uw offer aan God. 25 Zorg ervoor dat u het op tijd eens wordt met uw tegenpartij. Want als hij u voor de rechter sleept, wordt u misschien wel in de gevangenis gegooid. 26 En daar komt u pas weer uit als u de laatste cent betaald hebt.

27 De wet van Mozes zegt: “U mag geen overspel plegen.” 28 Maar Ik zeg: wie met begerige ogen naar een vrouw kijkt, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. 29 Als uw oog u tot verkeerde dingen brengt, ruk het dan uit en gooi het weg. Want het is beter één lichaamsdeel kwijt te raken dan dat uw hele lichaam in de hel wordt gegooid. 30 En als uw hand u tot verkeerde dingen brengt, hak hem dan af en gooi hem weg. Want het is beter één lichaamsdeel kwijt te raken dan dat uw hele lichaam in de hel wordt gegooid.

31 De wet van Mozes zegt: “Als iemand van zijn vrouw wil scheiden, moet hij haar wel een brief meegeven waarin staat dat zij niet langer zijn vrouw is.” 32 Maar Ik zeg: als u zich van uw vrouw laat scheiden zonder dat zij met een andere man gemeenschap heeft gehad, drijft u haar tot overspel. En wie met een weggezonden vrouw trouwt, pleegt ook overspel.

33 In de wet van Mozes staat ook: “U moet zich aan uw eed houden. Wat u voor God hebt gezworen, moet u nakomen.” 34 Maar Ik zeg: zweer nooit! Zeg niet: “Ik zweer bij de hemel,” want de hemel is de troon van God. 35 Of: “Ik zweer bij de aarde,” want de aarde is Gods voetenbank. Of: “Ik zweer bij Jeruzalem,” want dat is de stad van de grote Koning. 36 Zeg ook niet: “Ik zweer bij mijn hoofd,” want u kunt niet één haar wit of zwart maken. 37 Houdt u aan uw woord. Ja is ja en nee is nee. Wat u meer zegt, komt van de duivel.

38 De wet van Mozes zegt: “Oog om oog en tand om tand.” 39 Maar Ik zeg u: verzet u niet tegen wie u kwaad doet. Als iemand u een klap op de ene wang geeft, keer hem dan ook uw andere wang toe. 40 Als iemand in een proces uw hemd opeist, geef hem dan ook uw jas. 41 Als iemand u dwingt om één kilometer met hem mee te lopen, ga dan twee kilometer met hem mee. 42 Als iemand u iets vraagt, geef het hem. En als iemand geld van u wil lenen, weiger het dan niet.

43 U hebt gehoord dat er gezegd is: “Heb uw naaste lief en haat uw vijanden.” 44 Maar Ik zeg: houd ook van uw vijanden! En bid voor wie u vervolgen! 45 Als u dat doet, bent u echt kinderen van uw hemelse Vader. Want Hij laat zijn zon opgaan voor goede en slechte mensen. Hij laat het regenen voor rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46 Als u alleen maar houdt van mensen die ook van u houden, krijgt u geen beloning. Dat doen zelfs bedriegers. 47 Als u alleen maar vriendelijk bent voor uw vrienden, doet u niets bijzonders. Dat doet immers iedereen. 48 Wees volmaakt, zoals ook uw hemelse Vader volmaakt is.’

八福

耶稣看见这些人群,就上了山,刚坐下,门徒便走到祂跟前, 祂就开口教导他们,说:

“心灵贫穷的人有福了,
因为天国是他们的。
哀痛的人有福了,
因为他们必得安慰。
谦和的人有福了,
因为他们必承受土地。
爱慕公义如饥似渴的人有福了,
因为他们必得饱足。
心存怜悯的人有福了,
因为他们必蒙上帝的怜悯。
心灵纯洁的人有福了,
因为他们必看见上帝。
使人和睦的人有福了,
因为他们必被称为上帝的儿女。
10 为义受迫害的人有福了,
因为天国是他们的。

11 “人们因为我的缘故侮辱、迫害、肆意毁谤你们,你们就有福了。 12 要欢喜快乐,因为你们在天上有很大的奖赏。他们也曾这样迫害以前的先知。

盐和光

13 “你们是世上的盐。如果盐失去咸味,怎能使它再变咸呢?它将毫无用处,只有被丢在外面任人践踏。 14 你们是世上的光,如同建在山上的城一样无法隐藏。 15 人点亮了灯,不会把它放在斗底下,而是放在灯台上,好照亮全家。 16 同样,你们的光也应当照在人面前,好让他们看见你们的好行为,便赞美你们天上的父。

成全律法

17 “不要以为我是来废除律法和先知书,我不是来废除,乃是来成全。 18 我实在告诉你们,就是到天地都消失了,律法的一点一划都不会废除,全都要成就。 19 所以,谁违背这些诫命中最小的一条,并教导别人违背,谁在天国将被称为最小的。但谁遵守这些诫命,并教导别人遵守,谁在天国将被称为大的。 20 我告诉你们,除非你们的义胜过律法教师和法利赛人的义,否则断不能进天国。

论仇恨

21 “你们听过吩咐古人的话,‘不可杀人,杀人的要受审判。’ 22 但我告诉你们,凡无缘无故[a]向弟兄发怒的,要受审判;凡骂弟兄是白痴的,要受公会[b]的审判;凡骂弟兄是笨蛋的,难逃地狱的火。

23 “所以,你在祭坛前献祭的时候,要是想起有弟兄和你有过节, 24 就该把祭物留在祭坛前,先去跟他和好,然后再来献祭。

25 “趁着你和告你的人还在去法庭的路上,你要赶紧与对方和解。不然,他会把你交给审判官,审判官会把你交给差役关进监牢。 26 我实在告诉你,要是有一分钱没有还清,你绝不能从那里出来。

论通奸

27 “你们听过这样的话,‘不可通奸。’ 28 但我告诉你们,凡看见妇女就动淫念的,他在心里已经犯了通奸罪。 29 如果你的右眼使你犯罪,就把它剜掉!宁可失去身体的一部分,也比整个人下地狱好。 30 如果你的右手使你犯罪,就把它砍掉!宁可失去身体的一部分,也比整个人下地狱好。

论休妻

31 “还有话说,‘人若休妻,必须给她休书’。 32 但我告诉你们,除非是妻子不贞,否则,休妻就是使妻子犯通奸罪,娶被休女子的人也犯了通奸罪。

论起誓

33 “你们也听过吩咐古人的话,‘不可违背誓言,总要向主遵守所起的誓。’ 34 但我告诉你们,不可起誓。不可指着天起誓,因为天是上帝的宝座。 35 不可指着地起誓,因为地是上帝的脚凳。不可指着圣城耶路撒冷起誓,因为那是大君王的城。 36 也不可指着自己的头起誓,因为你不能使一根头发变黑或变白。 37 你们说话,是就说是,不是就说不是,多说的便是来自那恶者[c]

论爱仇敌

38 “你们听过这样的话,‘以眼还眼,以牙还牙。’ 39 但我告诉你们,不要跟恶人作对。有人打你的右脸,连左脸也转过来让他打。 40 有人想控告你,要夺取你的内衣,连外衣也给他。 41 有人强迫你走一里路,你就跟他走二里路。 42 有求你的,就给他;有向你借的,不可拒绝他。

43 “你们听过这样的话,‘要爱邻居,恨仇敌。’ 44 但我告诉你们,要爱仇敌,为迫害你们的人祷告。 45 这样,你们才是天父的孩子。因为祂让阳光照好人也照坏人,降雨给义人也给恶人。 46 如果你们只爱那些爱你们的人,有什么值得嘉奖的呢?就是税吏也会这样做。 47 如果你们只问候自己的弟兄,有什么特别呢?就是外族人也会这样做。 48 所以,你们要纯全,正如你们的天父是纯全的。

Footnotes

  1. 5:22 有古卷无“无缘无故”。
  2. 5:22 公会”是当时犹太人的最高司法机构,处理宗教、道德和伦理等事务。
  3. 5:37 那恶者即魔鬼,又名撒旦。

Jezus onderwijst zijn leerlingen

Op een dag, toen Jezus zag dat er weer veel mensen gekomen waren, liep Hij de berg op en ging zitten. Zijn leerlingen kwamen bij Hem.

Hij onderwees hun:

‘Gelukkig zijn zij die nederig zijn, want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen bestemd.

Gelukkig zijn zij die verdriet hebben, want zij zullen getroost worden.

Gelukkig zijn de zachtmoedigen, want de aarde is voor hen.

Gelukkig zijn de mensen die ernaar hunkeren dat Gods wil wordt uitgevoerd, want zij zullen volkomen tevreden worden gesteld.

Gelukkig zijn de mensen met een liefdevol en helpend hart, want zij zullen zelf liefde ontmoeten en hulp ontvangen.

Gelukkig zijn de mensen met een zuiver hart, want zij zullen God zien.

Gelukkig zijn de mensen die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God worden genoemd.

10 Gelukkig zijn de mensen die vervolgd worden omdat zij Gods wil doen, want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen.

11 Gelukkig bent u als u beledigingen, vervolgingen, leugens en laster te verdragen krijgt omdat u bij Mij hoort.

12 Juich van blijdschap, want in de hemel ligt een geweldige beloning voor u klaar. Vroeger zijn de profeten immers ook zo vervolgd.

13 U bent als zout voor de wereld. Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe moet je het dan smaak geven? Waar is het dan nog goed voor, behalve om weggegooid en door de mensen vertrapt te worden.

14 U bent het licht van de wereld, een stad op een berg kan iedereen zien. 15 Men steekt immers geen lamp aan om er vervolgens een emmer overheen te zetten? Die lamp moet toch op een standaard staan en licht geven voor iedereen in huis? 16 Laat daarom ook uw licht voor alle mensen schijnen. Als zij dan de goede dingen zien die u doet, zullen zij uw hemelse Vader eren.

17 Denk niet dat Ik ben gekomen om de wetten van Mozes en de woorden van de profeten af te schaffen. Ik ben juist gekomen om er de volle betekenis aan te geven. 18 Ik zeg u met nadruk: tot het moment waarop hemel en aarde vergaan, blijft iedere letter, ieder leesteken van de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 19 Wie zelfs maar het kleinste gebod afschaft en anderen leert dat ook te doen, zal de kleinste zijn in het Koninkrijk van de hemelen. Maar wie zich aan Gods wetten houdt en anderen leert dat ook te doen, zal in dat Koninkrijk in hoog aanzien staan. 20 Want Ik waarschuw u. Als u zich niet méér houdt aan Gods wetten dan de bijbelgeleerden en de Farizeeën, komt u het Koninkrijk van de hemelen zeker niet binnen.

21 U hebt gehoord dat tegen onze voorouders gezegd is: “U mag niemand doodslaan” en “wie iemand doodslaat, zal veroordeeld worden.” 22 Maar Ik zeg zelfs: iedereen die kwaad is op een ander, zal veroordeeld worden. En wie een ander uitscheldt, moet zich voor de rechtbank verantwoorden, ja, die zal voor het hellevuur komen te staan. 23 Stel dat u in de tempel voor het altaar staat om God een offer te brengen. Als u zich daar dan herinnert dat iemand iets tegen u heeft, 24 moet u het offer naast het altaar laten liggen. Ga eerst naar die ander toe, maak het met hem in orde en breng daarna pas uw offer aan God. 25 Zorg ervoor dat u het op tijd eens wordt met uw tegenpartij. Want als hij u voor de rechter sleept, wordt u misschien wel in de gevangenis gegooid. 26 En daar komt u pas weer uit als u de laatste cent betaald hebt.

27 De wet van Mozes zegt: “U mag geen overspel plegen.” 28 Maar Ik zeg: wie met begerige ogen naar een vrouw kijkt, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. 29 Als uw oog u tot verkeerde dingen brengt, ruk het dan uit en gooi het weg. Want het is beter één lichaamsdeel kwijt te raken dan dat uw hele lichaam in de hel wordt gegooid. 30 En als uw hand u tot verkeerde dingen brengt, hak hem dan af en gooi hem weg. Want het is beter één lichaamsdeel kwijt te raken dan dat uw hele lichaam in de hel wordt gegooid.

31 De wet van Mozes zegt: “Als iemand van zijn vrouw wil scheiden, moet hij haar wel een brief meegeven waarin staat dat zij niet langer zijn vrouw is.” 32 Maar Ik zeg: als u zich van uw vrouw laat scheiden zonder dat zij met een andere man gemeenschap heeft gehad, drijft u haar tot overspel. En wie met een weggezonden vrouw trouwt, pleegt ook overspel.

33 In de wet van Mozes staat ook: “U moet zich aan uw eed houden. Wat u voor God hebt gezworen, moet u nakomen.” 34 Maar Ik zeg: zweer nooit! Zeg niet: “Ik zweer bij de hemel,” want de hemel is de troon van God. 35 Of: “Ik zweer bij de aarde,” want de aarde is Gods voetenbank. Of: “Ik zweer bij Jeruzalem,” want dat is de stad van de grote Koning. 36 Zeg ook niet: “Ik zweer bij mijn hoofd,” want u kunt niet één haar wit of zwart maken. 37 Houdt u aan uw woord. Ja is ja en nee is nee. Wat u meer zegt, komt van de duivel.

38 De wet van Mozes zegt: “Oog om oog en tand om tand.” 39 Maar Ik zeg u: verzet u niet tegen wie u kwaad doet. Als iemand u een klap op de ene wang geeft, keer hem dan ook uw andere wang toe. 40 Als iemand in een proces uw hemd opeist, geef hem dan ook uw jas. 41 Als iemand u dwingt om één kilometer met hem mee te lopen, ga dan twee kilometer met hem mee. 42 Als iemand u iets vraagt, geef het hem. En als iemand geld van u wil lenen, weiger het dan niet.

43 U hebt gehoord dat er gezegd is: “Heb uw naaste lief en haat uw vijanden.” 44 Maar Ik zeg: houd ook van uw vijanden! En bid voor wie u vervolgen! 45 Als u dat doet, bent u echt kinderen van uw hemelse Vader. Want Hij laat zijn zon opgaan voor goede en slechte mensen. Hij laat het regenen voor rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 46 Als u alleen maar houdt van mensen die ook van u houden, krijgt u geen beloning. Dat doen zelfs bedriegers. 47 Als u alleen maar vriendelijk bent voor uw vrienden, doet u niets bijzonders. Dat doet immers iedereen. 48 Wees volmaakt, zoals ook uw hemelse Vader volmaakt is.’