18 And Jesus, walking by the sea of Galilee, saw two brethren, Simon called Peter, and Andrew his brother, casting a net into the sea: for they were fishers.

19 And he saith unto them, Follow me, and I will make you fishers of men.

20 And they straightway left their nets, and followed him.

Read full chapter

Jesus Calls His First Disciples(A)

18 As Jesus was walking beside the Sea of Galilee,(B) he saw two brothers, Simon called Peter(C) and his brother Andrew. They were casting a net into the lake, for they were fishermen. 19 “Come, follow me,”(D) Jesus said, “and I will send you out to fish for people.” 20 At once they left their nets and followed him.(E)

Read full chapter

Jezus kiest zijn leerlingen uit

18 Op een keer liep Jezus langs het meer van Galilea. Daar zag Hij twee broers: Simon, die ook Petrus wordt genoemd, en Andreas. Ze gooiden een visnet uit in zee, want ze waren vissers. 19 Hij zei tegen hen: "Volg Mij. Dan maak Ik van jullie vissers van mensen." 20 Ze lieten onmiddellijk hun visnetten liggen en gingen met Hem mee.

Read full chapter

18 Op een dag liep Hij langs het meer van Galilea en zag twee vissers hun net in het water gooien. Het waren twee broers: Simon, die ook wel Petrus wordt genoemd, en zijn broer Andreas. 19 Jezus zei tegen hen: ‘Ga met mij mee. Dan zal ik een ander soort vissers van jullie maken. Vissers die mensen voor Mij vangen.’ 20 Zij lieten meteen hun netten liggen en gingen met Hem mee.

Read full chapter

14 Now after that John was put in prison, Jesus came into Galilee, preaching the gospel of the kingdom of God,

Read full chapter

Jesus Announces the Good News(A)

14 After John(B) was put in prison, Jesus went into Galilee,(C) proclaiming the good news of God.(D)

Read full chapter

Jezus' eerste leerlingen

14 Jezus ging naar Galilea om de mensen het goede nieuws van God te vertellen. Johannes was intussen gevangen genomen door koning Herodes.[a]

Read full chapter

Footnotes

  1. Markus 1:14 Dit is te lezen in Markus 6:17 en 18.

14 Later, toen Johannes de Doper door koning Herodes gevangen was genomen, ging Jezus terug naar Galilea om de mensen het goede nieuws van God te vertellen.

Read full chapter

16 Now as he walked by the sea of Galilee, he saw Simon and Andrew his brother casting a net into the sea: for they were fishers.

17 And Jesus said unto them, Come ye after me, and I will make you to become fishers of men.

18 And straightway they forsook their nets, and followed him.

19 And when he had gone a little farther thence, he saw James the son of Zebedee, and John his brother, who also were in the ship mending their nets.

20 And straightway he called them: and they left their father Zebedee in the ship with the hired servants, and went after him.

Read full chapter

Jesus Calls His First Disciples

16 As Jesus walked beside the Sea of Galilee, he saw Simon and his brother Andrew casting a net into the lake, for they were fishermen. 17 “Come, follow me,” Jesus said, “and I will send you out to fish for people.” 18 At once they left their nets and followed him.(A)

19 When he had gone a little farther, he saw James son of Zebedee and his brother John in a boat, preparing their nets. 20 Without delay he called them, and they left their father Zebedee in the boat with the hired men and followed him.

Read full chapter

16 Op een keer liep Jezus langs het meer van Galilea. Daar zag Hij de broers Simon en Andreas. Ze gooiden een visnet uit in het water, want ze waren vissers. 17 Jezus zei tegen hen: "Volg Mij. Dan maak Ik van jullie vissers van mensen." 18 Ze lieten onmiddellijk hun netten liggen en gingen met Hem mee. 19 Verderop zag Hij de broers Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs. Ze waren in hun boot de visnetten aan het herstellen. 20 Jezus riep hen. Ze gingen meteen met Jezus mee en lieten hun vader en de knechten in de boot achter.

Read full chapter

16 Toen Jezus op een dag langs het meer van Galilea liep, zag Hij twee vissers, Simon en zijn broer Andreas. Zij waren bezig hun netten uit te werpen in het meer. 17 Hij zei tegen hen: ‘Ga met Mij mee! Dan zal Ik van jullie vissers maken die mensen bij Mij brengen.’ 18 Zij lieten hun netten liggen en gingen onmiddellijk met Hem mee. 19 Iets verderop zag Hij nog twee vissers, Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs. Zij zaten in hun boot de netten te repareren. 20 Hij riep hen ook en zij lieten hun vader met de knechten in de boot achter en gingen met Jezus mee.

Read full chapter