Add parallel Print Page Options

God beloont de mensen die leven zoals Hij het wil (vervolg)

Let op, die dag komt eraan! Die dag zal zijn als een gloeiendhete oven! Alle trotse en slechte mensen zullen op die dag als droog gras verbranden. Er zal niets van hen overblijven, zegt de Heer van de hemelse legers. Maar júllie hadden ontzag voor Mij. Jullie zullen worden beloond. Voor jullie zal er genezing zijn bij de Heer. Jullie zullen naar buiten gaan en dansen en springen als jonge kalfjes die de stal uit mogen. Op die dag zullen jullie de slechte mensen vertrappen tot stof onder jullie voeten, zegt de Heer van de hemelse legers.

Houd je aan de wet van mijn dienaar Mozes. Op de berg Horeb gaf Ik hem mijn wetten en leefregels voor het hele volk Israël. Let op, vóórdat deze grote en verschrikkelijke dag van mijn straf komt, stuur Ik de profeet Elia naar jullie toe. Door hem zullen de vaders hun hart weer openen voor hun kinderen. Door hem zullen de kinderen weer willen luisteren naar hun vaders. Dan zal Ik de aarde niet hoeven te vernietigen."

Judgment and Covenant Renewal

[a]“Surely the day is coming;(A) it will burn like a furnace.(B) All the arrogant(C) and every evildoer will be stubble,(D) and the day that is coming will set them on fire,(E)” says the Lord Almighty. “Not a root or a branch(F) will be left to them. But for you who revere my name,(G) the sun of righteousness(H) will rise with healing(I) in its rays. And you will go out and frolic(J) like well-fed calves. Then you will trample(K) on the wicked; they will be ashes(L) under the soles of your feet on the day when I act,” says the Lord Almighty.

“Remember the law(M) of my servant Moses, the decrees and laws I gave him at Horeb(N) for all Israel.(O)

“See, I will send the prophet Elijah(P) to you before that great and dreadful day of the Lord comes.(Q) He will turn the hearts of the parents to their children,(R) and the hearts of the children to their parents; or else I will come and strike(S) the land with total destruction.”(T)

Footnotes

  1. Malachi 4:1 In Hebrew texts 4:1-6 is numbered 3:19-24.