Add parallel Print Page Options

33 Daarna kwam er een man uit Samaria langs.[a] Toen hij dichtbij was gekomen en hem zag, kreeg hij medelijden met hem. 34 Hij ging naar hem toe en verzorgde de wonden met olijf-olie en wijn. Daarna verbond hij hem, zette hem op zijn ezel en bracht hem naar een herberg. Daar verzorgde hij hem verder.

Read full chapter

Footnotes

  1. Lukas 10:33 In de tijd dat de bevolking van het koninkrijk Israël door de koning van Assur gevangen was meegenomen, waren er mensen van een ander volk in de streek Samaria komen wonen. Voor een deel hadden ze het Joodse geloof overgenomen en dat vermengd met hun eigen godsdiensten. Lees 2 Koningen 17:24-34. Maar de Joden wilden niet met hen omgaan, omdat ze geen echte Joden waren.