Add parallel Print Page Options

De vergevings-offers

24 De Heer zei tegen Mozes: 25 "Zeg tegen Aäron en zijn zonen: Dit zijn de wetten voor de vergevings-offers. Het vergevings-offer moet bij Mij worden geslacht, op de plaats waar ook altijd het brand-offer geslacht wordt. Het is heel erg heilig. 26 De priester die het vergevings-offer offert, mag het offer ook opeten. Hij moet het op een heilige plaats opeten: binnen de omheining van de tent van ontmoeting. 27 Alle dingen en alle mensen die het vlees aanraken, zijn voor Mij en moeten Mij dienen. En alles wat het vlees aanraakt, is voor Mij. Als bloed van dit offerdier op iemands kleren spat, moeten die kleren op een heilige plaats gewassen worden. 28 Als het offer in een pot van gebakken klei is gekookt, moet de pot daarna stukgeslagen worden. Als het in een koperen pot is gekookt, moet die pot daarna geschuurd worden en met water omgespoeld. 29 Alle mannen uit de priesterfamilies mogen van het vlees eten. Het is heel erg heilig. 30 Maar van vergevings-offers waarvan het bloed in de tent van ontmoeting gebracht werd om daar om vergeving te vragen, mag niets gegeten worden. Het hele dier moet verbrand worden."

Read full chapter