Add parallel Print Page Options

Regels over de heilige broden

De Heer zei tegen Mozes: "Bak van fijn meel twaalf koeken. Elke koek moet van 2/10 efa (4,4 liter) meel gemaakt worden. Leg ze in twee rijen, zes per rij, op de tafel van zuiver goud die vóór Mij staat. Op elke rij broden moet je zuivere wierook leggen. Die broden zijn een vuur-offer voor Mij, ook al zijn ze niet verbrand. Elke heilige rustdag moet de priester verse broden bij Mij neerleggen. Zo zullen de Israëlieten onthouden dat mijn verbond met hen een eeuwig verbond is. Deze heilige broden zijn voor Aäron en zijn zonen. Ze moeten ze op de heilige plaats opeten, want ze zijn heel erg heilig. Want deze broden zijn één van de vuur-offers van de Heer. Dit is een eeuwige wet."

Read full chapter

5-8 Elke sabbat zal de hogepriester twaalf toonbroden in twee rijen op de gouden tafel leggen die daar voor de Here staat. Die broden zullen worden gebakken van fijn meel, vier viertiende liter per brood. Op elke rij broden zal pure wierook worden gestrooid. Dit zal een gedenkoffer zijn, gebracht met vuur, als herdenking van het eeuwige verbond met het volk Israël. Het brood zal door Aäron en zijn zonen worden gegeten op een heilige plaats. Want dit zijn brandoffers voor de Here volgens een eeuwige wet van God, zij zijn allerheiligst.’

Read full chapter