Add parallel Print Page Options

Alle kracht van Israël verdwijnt als sneeuw voor de zon onder zijn toorn. Toen de vijand aanviel, trok Hij zijn beschermende hand terug. Als een storm van vuur raasde God door het land Israël.
Hij spande zijn boog tegen zijn volk alsof het zijn vijand was. Allen die er jong en aantrekkelijk uitzagen, doodde Hij. Zijn vreselijke toorn is als vuur over hen uitgegoten.
Ja, de Here heeft Israël verslagen als een vijand. Haar forten en paleizen heeft Hij verwoest. Hij bezorgt Jeruzalem kwellende zorgen en tranen.

Read full chapter