John 5
Christian Standard Bible
The Third Sign: Healing the Sick
5 After this, a Jewish festival took place, and Jesus went up to Jerusalem.(A) 2 By the Sheep Gate(B) in Jerusalem there is a pool, called Bethesda[a] in Aramaic, which has five colonnades. 3 Within these lay a large number of the disabled—blind, lame, and paralyzed.[b]
5 One man was there who had been disabled for thirty-eight years. 6 When Jesus saw him lying there and realized he had already been there a long time,(C) he said to him, “Do you want to get well?”
7 “Sir,”(D) the disabled man answered, “I have no one to put me into the pool when the water is stirred up, but while I’m coming, someone goes down ahead of me.”
8 “Get up,” Jesus told him, “pick up your mat and walk.” 9 Instantly the man got well, picked up his mat, and started to walk.
Now that day was the Sabbath,(E) 10 and so the Jews(F) said to the man who had been healed, “This is the Sabbath.(G) The law prohibits you from picking up your mat.”
11 He replied, “The man who made me well(H) told me, ‘Pick up your mat and walk.’”
12 “Who is this man who told you, ‘Pick up your mat and walk’?” they asked. 13 But the man who was healed did not know who it was,(I) because Jesus had slipped away into the crowd that was there.[c]
14 After this, Jesus found him in the temple(J) and said to him, “See, you are well. Do not sin anymore, so that something worse doesn’t happen to you.” 15 The man went and reported to the Jews that it was Jesus who had made him well.(K) 16 Therefore, the Jews began persecuting(L) Jesus[d] because he was doing these things on the Sabbath.(M)
Honoring the Father and the Son
17 Jesus responded to them, “My Father(N) is still working, and I am working also.” 18 This is why the Jews began trying all the more to kill him:(O) Not only was he breaking the Sabbath, but he was even calling God his own Father, making himself equal to God.
19 Jesus replied, “Truly I tell you, the Son is not able to do anything on his own, but only what he sees the Father doing. For whatever the Father[e] does, the Son likewise does these things.(P) 20 For the Father loves the Son and shows him everything he is doing, and he will show him greater works(Q) than these so that you will be amazed. 21 And just as the Father raises(R) the dead and gives them life, so the Son also gives life to whom he wants.(S) 22 The Father,(T) in fact, judges no one but has given all judgment to the Son, 23 so that all people may honor the Son just as they honor the Father.(U) Anyone who does not honor the Son does not honor the Father who sent him.(V)
Life and Judgment
24 “Truly I tell you, anyone who hears my word and believes him who sent me has eternal life(W) and will not come under judgment but has passed from death to life.
25 “Truly I tell you, an hour is coming, and is now here,(X) when the dead will hear the voice of the Son of God, and those who hear will live.(Y) 26 For just as the Father has life in himself, so also he has granted to the Son(Z) to have life in himself. 27 And he has granted him the right to pass judgment,(AA) because he is the Son of Man.(AB) 28 Do not be amazed at this, because a time is coming when all who are in the graves will hear his voice 29 and come out—those who have done good things, to the resurrection of life, but those who have done wicked things, to the resurrection of condemnation.
30 “I can do nothing on my own. I judge only as I hear, and my judgment(AC) is just,(AD) because I do not seek my own will, but the will of him who sent me.(AE)
Witnesses to Jesus
31 “If I testify about myself, my testimony is not true. 32 There is another who testifies about me, and I know that the testimony he gives about me is true.(AF) 33 You sent messengers to John, and he testified to the truth.(AG) 34 I don’t receive human testimony, but I say these things so that you may be saved. 35 John[f](AH) was a burning and shining lamp,(AI) and you were willing to rejoice for a while in his light.(AJ)
36 “But I have a greater testimony than John’s because of the works that the Father has given me to accomplish.(AK) These very works I am doing testify about me that the Father has sent(AL) me. 37 The Father who sent me has himself testified(AM) about me. You have not heard his voice at any time, and you haven’t seen his form.(AN) 38 You don’t have his word residing in you, because you don’t believe the one he sent. 39 You pore over the Scriptures(AO) because you think you have eternal life in them, and yet they testify about me.(AP) 40 But you are not willing(AQ) to come to me(AR) so that you may have life.
41 “I do not accept glory(AS) from people, 42 but I know you—that you have no love for God(AT) within you. 43 I have come in my Father’s name,(AU) and yet you don’t accept me.(AV) If someone else comes in his own name, you will accept him. 44 How can you believe, since you accept glory from one another but don’t seek the glory that comes from the only(AW) God?(AX) 45 Do not think that I will accuse you to the Father. Your accuser is Moses,(AY) on whom you have set your hope. 46 For if you believed Moses, you would believe me, because he wrote about me. 47 But if you don’t believe what he wrote,(AZ) how will you believe my words?”(BA)
Footnotes
- 5:2 Some mss read Bethzatha; other mss read Bethsaida
- 5:3 Some mss include vv. 3b-4:—waiting for the moving of the water, 4 because an angel would go down into the pool from time to time and stir up the water. Then the first one who got in after the water was stirred up recovered from whatever ailment he had.
- 5:13 Lit slipped away, there being a crowd in that place
- 5:16 Other mss add and trying to kill him
- 5:19 Lit whatever that one
- 5:35 Lit That man
Johannes 5
BasisBijbel
De genezing van een man bij de vijver van Betesda
5 Daarna ging Jezus naar Jeruzalem voor één van de Joodse feesten. 2 In Jeruzalem is bij de Schaapspoort een vijver om te baden. Die plek wordt in het Hebreeuws 'Betesda' (= 'huis van medelijden') genoemd. Er zijn vijf zuilengangen omheen gebouwd. 3 In die gangen lagen allerlei zieke, blinde, kreupele en verlamde mensen. Ze lagen daar te wachten tot het water zou gaan bewegen. 4 Want af en toe daalde er een engel in de vijver neer. Dan bewoog het water. Wie daarna het eerst in het water kwam, werd genezen. Het maakte niet uit wat voor ziekte hij had.
5 Er was daar een man die al 38 jaar lang ziek was. 6 Jezus zag hem liggen. Hij wist dat hij daar al heel lang was. Hij vroeg hem: "Wil je gezond worden?" 7 De zieke man antwoordde Hem: "Heer, ik heb niemand om me in de vijver te gooien als het water beweegt. En als ik probeer om bij de vijver te komen, is iemand anders er altijd eerder dan ik." 8 Jezus zei tegen hem: "Sta op, pak je matras op en loop." 9 Onmiddellijk werd de man gezond. Hij pakte zijn matras op en liep.
Nu was het die dag de heilige rustdag. 10 Daarom zeiden de Joden tegen de man die net genezen was: "Het is vandaag de heilige rustdag. Dus je mag je matras niet dragen."[a] 11 Maar hij zei tegen hen: "Maar de Man die mij heeft genezen, zei tegen me: 'Pak je matras op en loop.' " 12 Toen vroegen ze: "Wie heeft dat dan tegen je gezegd?" 13 Maar de man wist niet wie Hij was. Want Jezus was weer weggegaan, omdat er daar heel veel mensen waren.
14 Maar later zocht Jezus hem op in de tempel. Hij zei tegen hem: "Kijk, je bent nu gezond geworden. Wees vanaf nu niet meer ongehoorzaam aan God, want anders kan je nog iets veel ergers overkomen." 15 De man ging weg en zei tegen de Joden dat het Jezus was geweest die hem genezen had. 16 Toen wilden de Joden Jezus gevangen nemen en doden. Dat wilden ze omdat Hij deze dingen op de heilige rustdag had gedaan. 17 Maar Hij antwoordde hun: "Mijn Vader werkt altijd, en Ik dus ook." 18 Toen hadden de Joden nog méér reden om Hem te willen doden. Want Hij hield Zich dus niet aan de heilige rustdag, en beweerde óók nog dat God zijn eigen Vader was. Daarmee zei Hij eigenlijk dat Hij gelijk was aan God.
Jezus legt uit dat Hij door God is gestuurd
19 Jezus antwoordde hun: "Luister goed! Ik zeg jullie dat de Zoon niets uit Zichzelf kan doen. Hij doet alleen wat Hij de Vader ziet doen. Alles wat de Vader doet, doet de Zoon ook. 20 Want de Vader houdt van de Zoon en Hij laat Hem alles zien wat Hij doet. En jullie zullen verbaasd staan, want Hij zal jullie nog geweldiger dingen laten zien dan dit. 21 Want net zoals de Vader de doden levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. 22 Want de Vader oordeelt niemand. Hij heeft tegen de Zoon gezegd dat Híj over de mensen mag rechtspreken. 23 Daarom moeten de mensen voor de Zoon net zoveel respect hebben als voor de Vader. Mensen die geen respect hebben voor de Zoon, hebben ook geen respect voor de Vader die Hem heeft gestuurd.
24 Luister goed! Ik zeg jullie: iedereen die naar Mij luistert en gelooft in de Vader die Mij heeft gestuurd, heeft het eeuwige leven. Hij zal niet veroordeeld worden. Want zo iemand is niet langer dood, maar is het leven binnen gegaan. 25 Luister goed! Ik zeg jullie dat nu de tijd begonnen is dat de doden naar de Zoon van God zullen luisteren. Daardoor zullen ze leven. 26 Want net zoals de Vader het leven zelf is, is ook de Zoon het leven zelf. 27 En de Vader heeft de Zoon het recht gegeven om te oordelen, omdat Hij de Mensenzoon is. 28 Wees hier maar niet verbaasd over. Want het zal niet lang meer duren voordat de doden in de graven naar zijn stem zullen luisteren. 29 Dan zullen ze uit de dood opstaan. De mensen die het goede gedaan hebben, zullen dan het eeuwige leven binnengaan. Maar de mensen die slechte dingen hebben gedaan, zullen worden gestraft.
30 Ik kan niets uit Mijzelf doen. Ik oordeel volgens wat Ik van mijn Vader hoor. En Ik oordeel rechtvaardig. Want Ik doe niet wat Ik Zélf graag wil, maar Ik doe wat mijn Vader wil. Want Hij heeft Mij gestuurd. 31 Als Ik Zelf zeg wie Ik ben, hoeft dat niet waar te zijn. 32 Maar er is nog iemand anders die zegt wie Ik ben: Johannes. En Ik weet dat het waar is wat hij over Mij zegt. 33 Jullie hebben mensen naar Johannes gestuurd, om te weten te komen wat hij te vertellen had. Hij heeft jullie de waarheid gezegd. 34 Eigenlijk maakt het Mij niet uit wat een mens over Mij zegt. Maar Ik zeg jullie dit, omdat Ik wil dat jullie worden gered. 35 Johannes gaf jullie licht, net zoals een brandende olielamp licht geeft. En jullie zijn een poosje blij geweest met het licht dat hij gaf.
36 Maar er is iets dat meer over Mij zegt dan Johannes. Namelijk: de dingen die Ik namens mijn Vader doe. Die laten zien dat de Vader Mij heeft gestuurd. 37 En de Vader die Mij heeft gestuurd, heeft Zelf ook over Mij gesproken. Jullie hebben nooit zijn stem gehoord en jullie hebben Hem nooit gezien. 38 En jullie luisteren niet echt naar Hem. Want jullie willen Mij niet geloven, terwijl Ik toch door Hem gestuurd ben. 39 Jullie bestuderen de Boeken, want jullie verwachten daardoor het eeuwige leven te krijgen. In de Boeken staat wie Ik ben. 40 Maar toch willen jullie niet naar Mij toe komen om eeuwig leven te krijgen.
41 Het maakt Mij niet uit wat de mensen van Mij vinden. 42 Maar Ik ken jullie: er is geen liefde voor God in jullie hart. 43 Ik ben gekomen namens mijn Vader, maar jullie willen Mij niet geloven. Maar als iemand anders komt namens zichzelf, geloven jullie hém wel. 44 Jullie kunnen Mij niet geloven. Dat komt doordat jullie het wél belangrijk vinden wat andere mensen van jullie denken, maar het níet belangrijk vinden wat God van jullie vindt. 45 Denk niet dat Ík jullie zal beschuldigen bij de Vader. Nee, Mozes[b] zal jullie beschuldigen, terwijl jullie juist van hém verwachten dat hij jullie eeuwig leven zal geven.[c] 46 Maar als jullie Mozes werkelijk geloofden, zouden jullie ook Mij geloven. Want hij heeft over Mij geschreven. 47 Maar als jullie zijn Boeken niet geloven, zullen jullie Mij ook niet geloven."
Footnotes
- Johannes 5:10 Ze vonden dat dat 'werken' was, en God had gezegd dat er op de heilige rustdag helemaal niet gewerkt mocht worden. Lees Exodus 20:8. De mensen hadden hele strenge regels gemaakt over wat er wel en niet mocht op die dag.
- Johannes 5:45 Volgens de Joden had Mozes de eerste vijf Boeken geschreven. Daarin wordt al (op een verborgen manier) gesproken over de Messias.
- Johannes 5:45 Lees Deuteronomium 30:15-20.
The Christian Standard Bible. Copyright © 2017 by Holman Bible Publishers. Used by permission. Christian Standard Bible®, and CSB® are federally registered trademarks of Holman Bible Publishers, all rights reserved.
© stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016