Añadir traducción en paralelo Imprimir Opciones de la página

19 Then the Kohen Gadol interrogated Rebbe, Melech HaMoshiach about his talmidim and his torah (teaching).

20 In reply, he said, In public I have spoken to the Olam Hazeh; I always taught in the Beit Haknesset and in the Beis Hamikdash, where all the Yehudim come together. Besod (in secret) I spoke nothing. [YESHAYAH 45:19]

21 Why do you put a she’elah (question) to me? Put a she’elah to the ones having heard what I spoke to them. Hinei, these ones have da’as of what things I said.

22 But these things having said, one of the mesharetim, one standing nearby, struck Rebbe, Melech HaMoshiach, saying, Is this the way to answer the Kohen Gadol? [SHEMOT 22:27]

23 In reply, he spoke, If I spoke wrongly, give edut (testimony) about the wrong; but if tov, why do you strike me?

24 Then Anan sent him, still in the akedah, to Caiapha the Kohen Gadol.

Read full chapter

19 The cohen hagadol questioned Yeshua about his talmidim and about what he taught. 20 Yeshua answered, “I have spoken quite openly to everyone; I have always taught in a synagogue or in the Temple where all Jews meet together, and I have said nothing in secret; 21 so why are you questioning me? Question the ones who heard what I said to them; look, they know what I said.” 22 At these words, one of the guards standing by slapped Yeshua in the face and said, “This is how you talk to the cohen hagadol?” 23 Yeshua answered him, “If I said something wrong, state publicly what was wrong; but if I was right, why are you hitting me?” 24 So ‘Anan sent him, still tied up, to Kayafa the cohen hagadol.

Read full chapter

19 De hogepriester stelde Jezus vragen over zijn leerlingen en over wat Hij aan de mensen leerde. 20 Jezus antwoordde hem: "Ik heb openlijk tegen de mensen gesproken. Ik gaf aldoor les in de synagoge en in de tempel, waar de Joden uit alle plaatsen bij elkaar komen. Ik heb niets in het geheim gedaan. 21 Waarom stelt u Mij dan nu vragen? Vraag aan de mensen die hebben geluisterd wat Ik heb verteld. Zij weten wat Ik heb gezegd." 22 Toen sloeg één van de knechten Jezus in zijn gezicht en zei: "Hoe durf Je zó tegen de hogepriester te spreken?" 23 Jezus antwoordde: "Als Ik iets verkeerds heb gezegd, zeg Mij dan wát er verkeerd was. Maar als het goed was, waarom sla je Me dan?" 24 (Annas had Hem geboeid naar de hogepriester Kajafas gestuurd.)

Read full chapter

19 De hogepriester ondervroeg Jezus over zijn leerlingen en ideeën. 20 ‘Het is algemeen bekend wat Ik heb gezegd,’ antwoordde Jezus. ‘Ik heb vrijuit gesproken. Ik sprak openlijk in de synagoge en in de tempel, overal waar de Joden bij elkaar komen. 21 Waarom ondervraagt u Mij eigenlijk? Er zijn genoeg mensen die Mij hebben gehoord. Vraag het aan hen. Zij kunnen u precies vertellen wat Ik gezegd heb.’ 22 Een van de bewakers gaf Jezus een klap in het gezicht. ‘Zo wordt niet tegen de hogepriester gesproken!’ zei hij. 23 ‘Als Ik iets fout heb gezegd, vertel het Mij dan,’ zei Jezus. ‘Maar als ik gelijk heb, waarom slaat u Mij dan?’

24 Ondertussen stond Petrus zich bij het vuur te warmen

Read full chapter