Add parallel Print Page Options

16 Want God heeft zoveel liefde voor de wereld dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.

Read full chapter

27 Werk niet voor gewoon voedsel, dat vergaat, maar werk voor het voedsel dat blijft en waardoor u eeuwig leven krijgt. Ik, de Mensenzoon, zal u dat geven. Dat heeft God Mij opgedragen.’

Read full chapter

Wie werkt voor een beloning, krijgt die niet omdat het een gunst is, maar omdat hij er recht op heeft.

Read full chapter

Wie werkt voor een beloning, krijgt die niet omdat het een gunst is, maar omdat hij er recht op heeft.

Read full chapter

13 God beloofde dat Hij de wereld aan Abraham en zijn nakomelingen zou geven, niet omdat Abraham zich zo goed aan Gods wet had gehouden, maar omdat hij God geloofde en daardoor met God in het reine was.

Read full chapter

13 God beloofde dat Hij de wereld aan Abraham en zijn nakomelingen zou geven, niet omdat Abraham zich zo goed aan Gods wet had gehouden, maar omdat hij God geloofde en daardoor met God in het reine was.

Read full chapter

10 Door met heel uw hart op Christus te vertrouwen, wordt u rechtvaardig verklaard. En door daarvoor uit te komen, wordt u gered.

Read full chapter

10 Door met heel uw hart op Christus te vertrouwen, wordt u rechtvaardig verklaard. En door daarvoor uit te komen, wordt u gered.

Read full chapter

23 Maar wie twijfelt of iets gegeten mag worden, moet het laten staan. Als u het dan toch eet, doet u verkeerd, omdat het tegen uw eigen overtuiging ingaat. Want alles wat niet uit overtuigd geloof gedaan wordt, is zonde!

Read full chapter

23 Maar wie twijfelt of iets gegeten mag worden, moet het laten staan. Als u het dan toch eet, doet u verkeerd, omdat het tegen uw eigen overtuiging ingaat. Want alles wat niet uit overtuigd geloof gedaan wordt, is zonde!

Read full chapter