Add parallel Print Page Options

Het werk van de Heilige Geest (vervolg)

16 Ik vertel jullie dit, zodat jullie je geloof niet zullen verliezen door wat de mensen jullie aandoen. Ze zullen jullie verbieden om nog in de synagogen te komen. Ze zullen jullie doden. Ze zullen zelfs denken dat ze God daarmee een groot plezier doen. En ze zullen dat doen omdat ze de Vader en Mij niet kennen. Ik zeg het jullie nu alvast. Wanneer het dan gebeurt, zullen jullie je herinneren dat Ik jullie daar al voor gewaarschuwd had. Ik heb jullie deze dingen nog niet eerder verteld, omdat Ik nog bij jullie was. Maar nu ga Ik naar Hem die Mij heeft gestuurd. Niemand van jullie vraagt waar Ik heen ga. Want jullie zijn verdrietig geworden door wat Ik heb verteld. Maar geloof Mij: het is beter voor jullie dat Ik wegga. Want als Ik niet wegga, kan de Helper niet naar jullie toe komen. Maar als Ik wel wegga, kan Ik Hem naar jullie toe sturen. En als Hij gekomen is, zal Hij de mensen overtuigen. Hij zal hen ervan overtuigen dat ze ongehoorzaam zijn aan God, dat God rechtvaardig is en dat Hij zal rechtspreken. Hij zal hun laten zien dat ze ongehoorzaam zijn aan Hem, omdat ze niet in Mij geloven. 10 Hij zal hun laten zien dat God rechtvaardig is, omdat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet langer zien. 11 Hij zal hun laten zien dat God rechtspreekt, omdat God de heerser van de wereld heeft verslagen en veroordeeld.

12 Ik heb jullie nog veel te vertellen, maar jullie kunnen dat nu nog niet aan. 13 Maar als de Geest van de waarheid gekomen is, zal Hij jullie de hele waarheid laten zien. Want Hij zal niet Zelf bedenken wat Hij zal zeggen. Hij zal zeggen wat Hij van God moet zeggen. En Hij zal jullie vertellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. 14 Hij zal Mij eren, want Hij zal jullie vertellen over alles wat van Mij is. 15 Alles wat van de Vader is, is van Mij. Daarom zei Ik dat Hij jullie zal vertellen over alles wat van Mij is."

Jezus legt uit waarom zijn leerlingen niet verdrietig hoeven te zijn

16 Jezus zei: "Nog maar even en dan zullen jullie Mij niet meer zien. En wéér even en jullie zullen Mij weer zien. Want Ik ga naar de Vader." 17 Een paar van zijn leerlingen zeiden tegen elkaar: "Wat bedoelt Hij daarmee: 'Nog maar even en dan zullen jullie Mij niet meer zien, en wéér even en jullie zullen Mij weer zien'? En met: 'Ik ga naar de Vader'? 18 En wat is dan 'even'? We begrijpen niet wat Hij bedoelt." 19 Jezus merkte dat ze Hem iets wilden vragen. Daarom zei Hij: "Hebben jullie het er met elkaar over dat Ik zei: 'Nog even en dan zullen jullie Mij niet meer zien, en wéér even en jullie zullen Mij weer zien'? 20 Luister goed! Ik zeg jullie dat jullie vreselijk verdrietig zullen zijn. Maar de mensen die Mij niet geloven, zullen blij zijn. Jullie zullen verdrietig zijn, maar jullie verdriet zal veranderen in blijdschap. 21 Als een vrouw een kind krijgt, heeft ze pijn. Maar als het kind er eenmaal is, is ze daar zó blij mee, dat ze niet meer aan de pijn denkt. 22 Jullie hebben nu wel verdriet, maar Ik zal jullie terugzien. Dan zullen jullie blij zijn en niemand kan jullie die blijdschap afnemen. 23 Dan zullen jullie Mij niets meer vragen omdat jullie dan alles begrijpen. Luister goed! Ik zeg jullie dat als jullie de Vader om iets zullen bidden, dan zal Hij het jullie geven omdat jullie bij Mij horen. 24 Tot nu toe hebben jullie nooit God om iets gebeden omdat jullie bij Mij horen.[a] Doe dat, dan zullen jullie krijgen wat jullie bidden, zodat jullie heel erg blij zullen zijn.

25 Ik heb jullie hier al over verteld in de vorm van verhalen. Maar er komt een moment dat Ik jullie niet meer met verhalen over de Vader zal vertellen. Dan zal alles helder en duidelijk zijn. 26 Dan zullen jullie de Vader om iets bidden omdat jullie bij Mij horen. Ik zeg niet dat Ík voor jullie iets aan de Vader zal vragen. 27 Want de Vader houdt Zelf van jullie, omdat jullie van Mij houden en hebben geloofd dat Ik bij God vandaan ben gekomen. 28 Ik ben bij de Vader vandaan gekomen en naar de aarde gegaan. Ik ga ook weer van de aarde weg, terug naar de Vader."

29 Zijn leerlingen zeiden: "Nu is het helemaal duidelijk wat U zegt, nu U niet meer in de vorm van verhalen vertelt. 30 Nu weten we dat U alles weet. Het is voor U niet nodig dat iemand U iets vraagt. U weet alles al. Daarom geloven we dat U bij God vandaan bent gekomen." 31 Jezus antwoordde: "Geloven jullie het nu? 32 Let op, nu is het moment gekomen dat jullie uit elkaar gejaagd zullen worden. Jullie zullen allemaal naar huis vluchten. Mij zullen jullie in de steek laten. En toch ben Ik niet alleen, want de Vader is bij Mij. 33 Ik heb jullie dit allemaal gezegd, zodat mijn vrede in jullie zou kunnen zijn. Jullie zullen in de wereld veel moeilijkheden hebben. Maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen."

Footnotes

  1. Johannes 16:24 Tot dan toe hadden ze nooit iets gebeden 'in Jezus' naam.'

16 “I have said all this to you to keep you from falling away. They will put you out of the synagogues; indeed, the hour is coming when whoever kills you will think he is offering service to God. And they will do this because they have not known the Father, nor me. But I have said these things to you, that when their hour comes you may remember that I told you of them.

The Work of the Spirit

“I did not say these things to you from the beginning, because I was with you. But now I am going to him who sent me; yet none of you asks me, ‘Where are you going?’ But because I have said these things to you, sorrow has filled your hearts. Nevertheless I tell you the truth: it is to your advantage that I go away, for if I do not go away, the Counselor will not come to you; but if I go, I will send him to you. And when he comes, he will convince[a] the world concerning sin and righteousness and judgment: concerning sin, because they do not believe in me; 10 concerning righteousness, because I go to the Father, and you will see me no more; 11 concerning judgment, because the ruler of this world is judged.

12 “I have yet many things to say to you, but you cannot bear them now. 13 When the Spirit of truth comes, he will guide you into all the truth; for he will not speak on his own authority, but whatever he hears he will speak, and he will declare to you the things that are to come. 14 He will glorify me, for he will take what is mine and declare it to you. 15 All that the Father has is mine; therefore I said that he will take what is mine and declare it to you.

Sorrow Will Turn into Joy

16 “A little while, and you will see me no more; again a little while, and you will see me.” 17 Some of his disciples said to one another, “What is this that he says to us, ‘A little while, and you will not see me, and again a little while, and you will see me’; and, ‘because I go to the Father’?” 18 They said, “What does he mean by ‘a little while’? We do not know what he means.” 19 Jesus knew that they wanted to ask him; so he said to them, “Is this what you are asking yourselves, what I meant by saying, ‘A little while, and you will not see me, and again a little while, and you will see me’? 20 Truly, truly, I say to you, you will weep and lament, but the world will rejoice; you will be sorrowful, but your sorrow will turn into joy. 21 When a woman is in travail she has sorrow, because her hour has come; but when she is delivered of the child, she no longer remembers the anguish, for joy that a child[b] is born into the world. 22 So you have sorrow now, but I will see you again and your hearts will rejoice, and no one will take your joy from you. 23 In that day you will ask nothing of me. Truly, truly, I say to you, if you ask anything of the Father, he will give it to you in my name. 24 Hitherto you have asked nothing in my name; ask, and you will receive, that your joy may be full.

Peace for the Disciples

25 “I have said this to you in figures; the hour is coming when I shall no longer speak to you in figures but tell you plainly of the Father. 26 In that day you will ask in my name; and I do not say to you that I shall pray the Father for you; 27 for the Father himself loves you, because you have loved me and have believed that I came from the Father. 28 I came from the Father and have come into the world; again, I am leaving the world and going to the Father.”

29 His disciples said, “Ah, now you are speaking plainly, not in any figure! 30 Now we know that you know all things, and need none to question you; by this we believe that you came from God.” 31 Jesus answered them, “Do you now believe? 32 The hour is coming, indeed it has come, when you will be scattered, every man to his home, and will leave me alone; yet I am not alone, for the Father is with me. 33 I have said this to you, that in me you may have peace. In the world you have tribulation; but be of good cheer, I have overcome the world.”

Footnotes

  1. John 16:8 Or convict
  2. John 16:21 Greek a human being