Add parallel Print Page Options

27 Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze. Zij volgen Mij 28 en Ik geef hun eeuwig leven. Zij zullen nooit verloren gaan. Niemand kan hen van Mij afnemen. 29 Mijn Vader die hen aan Mij gegeven heeft, is groter dan wie ook. Niemand kan hen uit de hand van mijn Vader wegroven. 30 De Vader en Ik zijn één.’

Read full chapter