Añadir traducción en paralelo Imprimir Opciones de la página

14 Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en zij kennen Mij, 15 zoals Ik de Vader ken en Hij Mij kent. Ik geef mijn leven voor mijn schapen. 16 Ik heb nog meer schapen, die niet bij deze stal horen. Ik moet zorgen dat die er ook bijkomen. Zij zullen mijn stem horen en dan zal het één kudde zijn met één herder.

Read full chapter

27 Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze. Zij volgen Mij

Read full chapter