Job 33
Het Boek
Elihu wijst Job terecht
33 ‘Luister alstublieft naar wat ik te zeggen heb, Job.
2 Laat mij uitspreken, nu ik eenmaal het woord heb genomen.
3 Ik zal in alle oprechtheid de waarheid spreken.
4 De Geest van God heeft mij namelijk gemaakt en de adem van de Almachtige geeft mij leven.
5 Aarzel niet mij een antwoord te geven als u dat kunt.
6 Voor God ben ik volkomen gelijk aan u. Ik ben ook uit de aarde gevormd, net als u.
7 U hoeft niet bang voor mij te zijn. Ik ben er niet de man naar u in het nauw te drijven.
8 Ik heb u steeds weer horen zeggen:
9 “Ik ben rein, ik heb niet gezondigd, ik ben onschuldig.
10 En toch heeft God aanmerkingen op mij en beschouwt mij als zijn vijand.
11 Hij legt ketens om mijn enkels en kijkt scherp naar elke beweging die ik maak.”
12 Juist hierin hebt u ongelijk, dat u op deze wijze over God spreekt. Want God is veel groter dan de mens.
13 Waarom klaagt u bij God dat Hij niet antwoordt?
14 God spreekt wel degelijk—nu op de ene, dan op de andere wijze—hoewel de mens dat misschien niet opmerkt.
15 Bijvoorbeeld in dromen en in nachtelijke visioenen als een diepe slaap komt over mensen die op bed liggen.
16 Op zulke ogenblikken opent Hij hun oren en waarschuwt Hij hen
17,18 zodat zij van gedachten veranderen en ervoor zorgen niet trots te worden. Zij worden gewaarschuwd voor de straf op de zonde en leren goed op te letten dat zij niet op een of andere manier omkomen.
19 God kan een mens echter ook terechtwijzen door een ziekte, zodat hij met voortdurende pijn in zijn botten in bed moet blijven
20 en hij zijn eetlust verliest en zelfs voor het heerlijkste gerecht zijn neus optrekt.
21,22 Hij wordt broodmager en komt steeds dichter bij de afgrond en de machten van de dood.
23,24 Maar als een boodschapper uit de hemel aanwezig is die als voorspraak dient, een uit duizend die het als een vriend voor hem opneemt, dan zal Hij Zich over hem ontfermen en zeggen: “Maak hem vrij, hij zal niet sterven. Er is voor hem een losgeld betaald.”
25 Dan zal zijn lichaam weer zo gezond worden als dat van een kind, fris en jeugdig.
26 En als hij tot God bidt, zal God naar hem luisteren en hem antwoorden. Hij zal vreugde ervaren als hij het gezicht van de Here weer ziet en zijn rechtvaardigheid weer terugkrijgt.
27 Tegen zijn vrienden zal hij later zeggen: “Ik had gezondigd, maar God gaf mij niet de straf die ik had verdiend.
28 Hij liet mij niet sterven. Ik zal voortaan leven en veel meer van het licht genieten.”
29 Ja, God doet vaak zulke dingen met de mens,
30 tweemaal, zelfs driemaal zijn ziel terughalen uit de grafkuil, zodat hij het levenslicht kan blijven genieten.
31 Let daar goed op, Job. Luister naar wat ik nog meer te zeggen heb.
32 Maar als u nu al iets wilt zeggen, ga uw gang. Want ik zou zo graag willen dat uw onschuld wordt bewezen.
33 Maar zo niet, luister dan naar mij. Houdt u stil, terwijl ik u wijsheid leer!’
Job 33
New International Version
33 “But now, Job, listen(A) to my words;
pay attention to everything I say.(B)
2 I am about to open my mouth;
my words are on the tip of my tongue.
3 My words come from an upright heart;(C)
my lips sincerely speak what I know.(D)
4 The Spirit(E) of God has made me;(F)
the breath of the Almighty(G) gives me life.(H)
5 Answer me(I) then, if you can;
stand up(J) and argue your case before me.(K)
6 I am the same as you in God’s sight;(L)
I too am a piece of clay.(M)
7 No fear of me should alarm you,
nor should my hand be heavy on you.(N)
8 “But you have said in my hearing—
I heard the very words—
9 ‘I am pure,(O) I have done no wrong;(P)
I am clean and free from sin.(Q)
10 Yet God has found fault with me;
he considers me his enemy.(R)
11 He fastens my feet in shackles;(S)
he keeps close watch on all my paths.’(T)
12 “But I tell you, in this you are not right,
for God is greater than any mortal.(U)
13 Why do you complain to him(V)
that he responds to no one’s words[a]?(W)
14 For God does speak(X)—now one way, now another(Y)—
though no one perceives it.(Z)
15 In a dream,(AA) in a vision(AB) of the night,(AC)
when deep sleep(AD) falls on people
as they slumber in their beds,
16 he may speak(AE) in their ears
and terrify them(AF) with warnings,(AG)
17 to turn them from wrongdoing
and keep them from pride,(AH)
18 to preserve them from the pit,(AI)
their lives from perishing by the sword.[b](AJ)
19 “Or someone may be chastened(AK) on a bed of pain(AL)
with constant distress in their bones,(AM)
20 so that their body finds food(AN) repulsive
and their soul loathes the choicest meal.(AO)
21 Their flesh wastes away to nothing,
and their bones,(AP) once hidden, now stick out.(AQ)
22 They draw near to the pit,(AR)
and their life to the messengers of death.[c](AS)
23 Yet if there is an angel at their side,
a messenger,(AT) one out of a thousand,
sent to tell them how to be upright,(AU)
24 and he is gracious to that person and says to God,
‘Spare them from going down to the pit;(AV)
I have found a ransom for them(AW)—
25 let their flesh be renewed(AX) like a child’s;
let them be restored as in the days of their youth’(AY)—
26 then that person can pray to God and find favor with him,(AZ)
they will see God’s face and shout for joy;(BA)
he will restore them to full well-being.(BB)
27 And they will go to others and say,
‘I have sinned,(BC) I have perverted what is right,(BD)
but I did not get what I deserved.(BE)
28 God has delivered(BF) me from going down to the pit,(BG)
and I shall live to enjoy the light of life.’(BH)
Knijga O Kristu (Croatian New Testament)
Copyright © 1982, 1992, 2000 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.®
Used by permission. All rights reserved worldwide.
Holy Bible, New International Version®, NIV® Copyright ©1973, 1978, 1984, 2011 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.
NIV Reverse Interlinear Bible: English to Hebrew and English to Greek. Copyright © 2019 by Zondervan.