Print Page Options

Job antwoordt Bildad (vervolg)

28 Er zijn plaatsen waar zilver uit de grond wordt gehaald.
Er zijn plaatsen waar goud wordt gevonden.
IJzer wordt uit de grond gehaald
en stenen worden verhit om het koper eruit te smelten.
In het diepste duister brengen de mensen licht
om diep onder de grond te zoeken naar goud, zilver en koper.
De mensen die bij een mijn wonen,
hakken gangen uit naar beneden.
Ze hangen aan de rotsen om erts weg te halen uit plaatsen
waar nog nooit een mens was geweest.
Op de aarde groeit het graan,
maar ver in de diepte daaronder
beweegt de aarde als een vloeibaar vuur.
Daar worden in het gesteente saffieren gevonden,
waar stofjes goud in zitten.
Geen dier weet de weg daarheen te vinden:
de roofvogel kent die niet,
de kraai ziet hem niet,
roofdieren zie je er niet,
de leeuwen komen er niet.
Maar de mensen hakken in het harde gesteente
en woelen hele bergen om.
10 Ze hakken gangen uit in de rotsen
en vinden allerlei prachtige stenen.
11 Om edelstenen uit de grond te kunnen halen,
dammen ze rivieren af zodat er geen water in de mijn kan lopen.

12 Maar wijsheid, waar kun je wijsheid vinden?
Waar komt verstand vandaan?
13 Mensen begrijpen de waarde van wijsheid niet.
Wijsheid komt dan ook niet op de aarde voor.
14 De oceaan zegt: "In mij is de wijsheid niet te vinden."
De zee zegt: "Bij mij hoef je geen wijsheid te zoeken."
15 Wijsheid kan niet gekocht worden, zelfs niet met zuiver goud.
Er is geen zilver genoeg om wijsheid te betalen.
16 Zelfs het zuivere goud uit Ofir is niet goed genoeg om wijsheid mee te kopen.
Ook met de prachtigste edelstenen is wijsheid niet te koop.
17 Geen goud of edelsteen is zó waardevol als wijsheid.
Geen voorwerp is kostbaar genoeg om er wijsheid mee te betalen.
18 Geen koraal of parel is te ruilen voor wijsheid.
Wijsheid is kostbaarder dan robijnen.
19 Topazen uit Ethiopië zijn niet zo kostbaar als wijsheid.
Wijsheid is niet te koop voor zuiver goud.
20 Waar komt de wijsheid vandaan?
Waar is verstand te vinden?
21 Niemand kan de wijsheid zien.
Zelfs de vogels kunnen haar niet zien vanuit de lucht.
22 De dood en het dodenrijk zeggen:
"Wij hebben alleen over wijsheid gehoord, maar weten haar niet te vinden."

23 Alleen God weet waar wijsheid te vinden is.
Hij weet waar wijsheid vandaan komt.
24 Want Hij kan tot aan de einden van de aarde zien.
Alles onder de hemel ziet Hij.
25 Toen Hij grenzen stelde aan de kracht van de wind,
toen Hij bepaalde tot waar het water mocht komen,
26 toen Hij de regen zijn bevelen gaf
en Hij de bliksem de weg wees,
27 toen zag Hij ook de wijsheid en sprak wijsheid.
Hij gaf de wijsheid een plaats en begreep de wijsheid.
28 Maar tegen de mensen zei Hij:
"Weten jullie wat ware wijsheid is?
Als jullie diep ontzag voor Mij hebben!
Geen verkeerde dingen doen, dat is verstand!" (lees verder)

'Knjiga o Jobu 28 ' not found for the version: Knijga O Kristu.

Op zoek naar wijsheid

28 Job vervolgde:
‘De mens weet waar hij zilver en goud kan vinden en hoe hij het moet zuiveren.
Hij weet hoe hij ijzer uit de grond moet halen en koper uit steen moet smelten.
3,4 De mens weet hoe hij licht moet maken in het donker, zodat hij onder de grond kan werken, de aarde kan onderzoeken en haar grondstoffen kan ontdekken. Diep onder de zwarte rotsen graaft hij schachten en bungelt hij aan touwen naar beneden, ver van de bewoonde wereld.
De mens weet hoe hij uit de aarde voedsel kan verkrijgen, terwijl daar diep beneden een vuur brandt.
Hij weet hoe hij edelgesteente en goudstof kan vinden,
schatten die geen roofvogel kan zien, waar zelfs het oog van de gier niet scherp genoeg voor is.
Geen enkel wild dier heeft ooit over die schatten gelopen, de leeuw heeft ze nog nooit met een klauw aangeraakt.
De mens weet hoe hij een harde rots kapot kan krijgen en tot in de fundamenten van een berg kan doordringen.
10 Hij hakt gangen in de rotsen en legt kostbare gesteenten bloot.
11 Hij damt onderaardse stromen af en brengt aan het licht wat verborgen is.
12 Maar hoewel de mens dit alles kan, weet hij niet waar hij wijsheid en inzicht kan vinden.
13 En niet alleen weet hij niet hoe hij ze kan krijgen, maar uiteindelijk zijn ze ook niet onder de levenden te vinden.
14 “Hier zijn ze niet,” zeggen de oceanen en de zeeën voegen daaraan toe: “Hier zijn ze ook niet.”
15 Zij zijn niet te koop voor goud of zilver
16 en ook niet voor al het goud van Ofir, kostbare onyx of saffieren.
17 Wijsheid is oneindig veel waardevoller dan goud en kristal. Zij kan niet worden gekocht met gouden sieraden.
18 Wijsheid is veel meer waard dan koraal en kristal, kostbaarder dan een zak vol parels.
19 Topaas uit Ethiopië voldoet niet, net zo min als het puurste goud.
20 Maar waar kunnen wij die wijsheid dan krijgen? Waar is echt inzicht te vinden?
21 Want zij is onzichtbaar voor de ogen van al wat leeft, zelfs scherpe vogelogen kunnen haar niet ontdekken.
22 Zelfs het verderf en de dood zeggen dat zij er alleen ooit geruchten over gehoord hebben.
23,24 Natuurlijk weet alleen God waar het te vinden is, want Hij kan de hele aarde en alles wat zich onder de hemelen bevindt, overzien.
25 Toen Hij de kracht van de wind vaststelde en de grenzen van de oceanen bepaalde,
26 toen Hij de wetten van de regen maakte en een pad voor het onweer baande,
27 toen zag Hij de wijsheid en toetste haar, Hij peilde en doorgrondde haar.
28 En dit zegt Hij tegen de hele mensheid: “Ontzag te hebben voor de Here, dat is de ware wijsheid, het vermijden van het kwaad, is inzicht.” ’

Vrijednost mudrosti

28 Srebro ima svoje rudnike,
    a zlato mjesto gdje se pročišćava.
Željezo se uzima iz zemlje,
    a bakar topi iz rude.
Rudar rasvjetljuje tamu u njenim najdaljim zakucima
i traga za rudom u najdubljem mraku.
Daleko od ljudskih naselja buši jamu,
    na mjestima koja je ljudska noga zaboravila;
    u samoći kopa obješen o užad.
Zemlja na površini daje hranu,
    ali u dubini je kao vatrom rastaljena.
U stijenama se skriva modri kamen[a],
    a u njemu ima komadića zlata.
Nijedna grabljivica ne zna tu stazu,
    oko sokolovo nije je vidjelo.
Njome ne gaze divlje životinje
    i nijedan lav njome ne prolazi.
Čovjek rukom udara na kremen
    i prevrće temelje planina.
10 Kroz stijenu prokopava prolaz,
    oči mu vide sva njena blaga.
11 Izvore rijeka ograđuje branama,
    a na svjetlost iznosi skriveno.

12 Ali, gdje da se nađe mudrost?
    Na kojem mjestu prebiva znanje?
13 Čovjek ne zna gdje joj je kuća,
    ne može se naći u zemlji živih.
14 Vodeni bezdan kaže: ‘Nije u meni’,
    more kaže: ‘Ja je ne posjedujem.’
15 Ni čistim zlatom ne može se kupiti,
    niti joj se cijena može odmjeriti srebrom.
16 Ne može se kupiti zlatom iz Ofira,
    dragocjenim oniksom niti lapisom.
17 Ni zlato ni staklo ne mogu se s njom usporediti,
    niti se može kupiti za dragulje u zlatu postavljene.
18 Koralji i kristali nisu ni spomena vrijedni,
    veća je cijena mudrosti nego rubina.
19 Topaz iz Nubije nije s njom usporediv,
    čistim zlatom kupiti se ne može.

20 Pa, odakle onda dolazi mudrost?
    Gdje to prebiva znanje?
21 Skrivena je od očiju svega živoga,
    zaklonjena od ptica na nebu.
22 Uništenje[b] i Smrt govore:
    ‘Samo smo čuli glasine o njoj.’

23 Samo Bog razumije njene putove
    i zna mjesto gdje boravi.
24 Jer, on pogledom obuhvaća krajeve zemlje
    i vidi sve pod nebesima.
25 Kad je vjetru odredio snagu
    i kad je mjerom izmjerio vodu,
26 kad je kiši odredio zakon
    i putanje olujnim oblacima,
27 tada je vidio mudrost i izmjerio je,
    učvrstio je i provjerio.
28 A čovjeku je rekao:
    ‘Mudrost je poštovati Gospodara Boga,
    a znanje ima onaj koji se kloni zla.’«

Footnotes

  1. 28,6 modri kamen Lapis lazuli, plavi poludragi kamen.
  2. 28,22 Uništenje Doslovno: »Abadon«.

智慧只有 神能賜

28 “銀子有礦,

金子有冶煉的地方。

鐵從土中取出,

熔化石頭而得銅。

人探求黑暗的盡頭,

查明在陰暗中的石礦,直到極處。

在無人居住之處,

足跡罕至之地開坑探礦,

他們與人遠離,懸在坑中搖來搖去。

至於地,糧食從它而出,

地底下卻好像被火翻轉過來一樣。

石中有藍寶石,

也有金沙。

礦坑中的路,鷙鳥不知道,

連鷹的眼也未曾見過;

狂傲的野獸未曾行過,

猛獅也未曾經過。

人伸手擊鑿堅石,使山腳翻倒過來。

10 在磐石中鑿出坑道,

親眼看見各樣寶物。

11 他堵住水源,不讓滴漏,

又使隱藏之物顯露在光中。

12 然而,智慧在何處可尋?

聰明之地在哪裡呢?

13 智慧的價值人不知道,

在活人之地也尋不到。

14 深淵說:‘不在我裡面’,

滄海說:‘不在我這裡’。

15 智慧不能用純金購買,

也不能稱銀子作它的代價。

16 俄斐金,貴重的瑪瑙、

藍寶石,都不能與它比較。

17 黃金和玻璃不能與它比較,

純金的器皿不能與它交換。

18 珊瑚和水晶都不值一提,

取得智慧勝過取得紅寶石。

19 古實的黃玉不能與它比較,

純金也不能與它較量。

20 然而,智慧從哪裡來,

聰明之地在哪裡呢?

21 眾生的眼睛都看不到,

空中的飛鳥也不能發現。

22 滅亡和死亡都說:

‘我們只風聞它的事罷了。’

23  神明白智慧的道路,

也曉得智慧的所在,

24 因為他察看全世界,

遍觀全地。

25 他為風定輕重,

又度量眾水;

26 為雨露立定律,

為雷電定道路。

27 那時他看見智慧,描述智慧,

他堅立智慧,並且查探智慧。

28 他對人說:‘敬畏主就是智慧,

遠離邪惡就是聰明。’”