Add parallel Print Page Options

Job odgovara Bildadu

26 Tada je Job odgovorio:

»Kako si dobro pomogao nemoćnome!
    Kako si samo spasio nejakoga!
Kako si dobro savjetovao onoga tko nema mudrosti!
    Koliku si samo mudrost pokazao!
Čijom li si pomoći izgovorio te riječi
    i čiji li je duh iz tebe govorio?

Mrtvi dolje strepe,
    duhovi u Podzemlju.[a]
Bog jasno vidi svijet mrtvih,
    smrt[b] mu nije skrivena.
Bog je nad kaosom razastro sjeverno nebo,
    a Zemlju je objesio o ništa.
On skuplja vodu u oblake,
    a oblak se od njih ne razdere.
Zaklanja svoje prijestolje
    razastirući preko njega oblake.
10 On je na morima nacrtao horizont,
    granicu između svjetlosti i tame.
11 Tresu se stupovi nebesa,
    prestravljeni njegovom prijetnjom.
12 Svojom je snagom more ukrotio,
    svojom mudrošću morsku neman[c] raskomadao.
13 Od njegova daha nebo se razbistrilo,
    ruka mu je morsku neman probola.
14 A to je samo djelić njegovih djela,
    samo šapat riječi o njemu čujemo.
    Tko može razumjeti njegovu gromovitu snagu?«

Footnotes

  1. 26,5-14 Moguće da Bildad ovdje nastavlja svoj govor nakon što ga je Job prekinuo u 26,1. A Job nastavlja govoriti u 27,1. Ili možda u ovim stihovima Job slavi Boga kako zamišlja da bi ga slavio Bildad.
  2. 26,6 smrt Doslovno: »Abadon«.
  3. 26,12 morska neman Doslovno: »Rahab«.
'Knjiga o Jobu 26 ' not found for the version: Knijga O Kristu.

Job antwoordt Bildad

26 Maar Job antwoordde:

Wat heb jij me weer goed geholpen!
Wat heb je me veel steun gegeven!
Wat heb ik veel aan jouw goede raad gehad!
Wat heb jij me wijze dingen verteld!
Daar zat ik echt op te wachten.
Hoe kom je aan al die wijsheid?
Van wie heb je die geleerd?

De doden in het dodenrijk onder de aarde beven voor God.
Het hele dodenrijk ligt open en bloot voor zijn ogen.
De dood kan niets voor Hem verbergen.
God zet de hemelkoepel neer in de leegte.
Hij heeft de aarde opgehangen aan het niets.
Hij verzamelt het water in wolken,
zonder dat die openscheuren.
Hij verbergt zijn troon met wolken,
zodat die niet te zien is.
10 Hij heeft een kring getrokken waar de hemel aan de aarde grenst.
Hij trok een grens waar het licht de duisternis raakt.
11 Als God boos wordt,
schudt de hemel op zijn fundamenten,
geschrokken over de woede van God.
12 Zijn kracht maakt de zee ruig of juist kalm.
Zijn kracht verplettert het trotse zeemonster.
13 Zijn Geest heeft de sterren aan de hemel geplaatst.
Zijn handen hebben de kronkelende zeeslang gemaakt.

14 Dit zijn maar een paar voorbeelden van alles wat Hij doet.
Wat wij weten, is maar een klein stukje van zijn macht.
Het is als een zacht gefluister van alles wat Hij kan.
Wie zou dan de donder van zijn volle kracht kunnen verdragen? (lees verder)

Het antwoord van Job

26 Job antwoordde Bildad:

‘Wat zijn jullie toch waardevolle helpers! Wat ben ik blij dat jullie mij in mijn ellende een hart onder de riem hebt gestoken!
Wat een wijsheden hebben jullie mij toevertrouwd. Jullie wijze woorden hebben een wereld van inzicht voor mij geopend!
Hoe komen jullie op zulke briljante antwoorden?
5,6 De doden staan naakt en bevend voor God, evenals de zeeën en alles wat daarin leeft. Het dodenrijk ligt open en bloot voor Hem, in de onderwereld is niets voor Hem verborgen.
God spreidt de noordelijke hemel uit over een leegte en hangt de aarde op aan het niets.
Hij verpakt de regen in zijn dikke wolken, zonder dat het wolkendek daardoor scheurt.
Hij onttrekt met de wolken zijn troon aan het gezicht.
10 Hij trekt een cirkel over het wateroppervlak, als een grens tussen licht en donker.
11 Als Hij gaat dreigen, wankelen de pijlers van de hemel, geschrokken door zijn toorn.
12 En door zijn macht wordt de zee rustig en trefzeker verplettert hij het zeemonster Rahab.
13 Door zijn adem werd de hemel helder: zijn hand doorboorde de snel voortglijdende slang.
14 Dit is nog maar de buitenste franje van zijn werken, waarvan we alleen maar een zwak gefluister horen. Wie zou dus kunnen standhouden onder het geweld van zijn donder?’