Add parallel Print Page Options

13 Door zijn adem werd de hemel helder: zijn hand doorboorde de snel voortglijdende slang.
14 Dit is nog maar de buitenste franje van zijn werken, waarvan we alleen maar een zwak gefluister horen. Wie zou dus kunnen standhouden onder het geweld van zijn donder?’

Read full chapter

13 Zijn Geest heeft de sterren aan de hemel geplaatst.
Zijn handen hebben de kronkelende zeeslang gemaakt.

14 Dit zijn maar een paar voorbeelden van alles wat Hij doet.
Wat wij weten, is maar een klein stukje van zijn macht.
Het is als een zacht gefluister van alles wat Hij kan.
Wie zou dan de donder van zijn volle kracht kunnen verdragen? (lees verder)

Read full chapter