Add parallel Print Page Options

10 U zegent al zijn werk. Daardoor zijn zijn kudden vee heel groot geworden. 11 Maar stel dat U hem niet langer zou beschermen en hem alles zou afnemen. Dan zal hij niets meer met U te maken willen hebben. Dat weet ik zeker." 12 Toen zei de Heer tegen de duivel: "Goed. Met alles wat Job heeft, mag je doen wat je wil. Maar Job zelf mag je niets aandoen." Toen ging de duivel bij de Heer weg.

Read full chapter