Add parallel Print Page Options

De reactie van Elifaz

22 Elifaz sprak voor de derde maal tegen Job:

‘Kan een gewone sterveling God van dienst zijn? Zelfs de meest wijze mens kan dat niet.
Doet het de Almachtige ook maar enig plezier als jij rechtvaardig bent? Maakt het Hem iets uit of jij zonder zonden bent?
Straft Hij je soms omdat je zo gelovig bent?
Natuurlijk niet! Hij doet dat omdat je zo slecht bent! Je zonden zijn onmetelijk!
Je moet bijvoorbeeld ten onrechte een onderpand hebben geëist van noodlijdende vrienden, ja, je moet mensen letterlijk en figuurlijk hebben uitgekleed.
Je moet de dorstigen water en de hongerigen brood hebben geweigerd,
terwijl je een vooraanstaand man was, een geëerd landeigenaar!
Je stuurde weduwen weg zonder hen te helpen en hebt wezen van hun rechten beroofd.
10,11 Daarom ben je nu omringd door valstrikken en word je geplaagd door onverwachte gevaren, duisternis en aanstormende rampen.
12 God is zo machtig, Hij woont hoger dan de hemelen, hoger dan de sterren.
13 Maar dan zeg jij: “Daarom kan Hij niet zien wat ik doe. Hoe kan Hij door de dikke duisternis heen iets beoordelen?
14 Want Hij is omringd door zware wolken, zodat Hij ons niet kan zien. Hij is ver boven ons verheven en wandelt door de hemelse zalen.”
15,16 Besef je niet dat degenen die de oude paden van de zonde bewandelen, in hun jeugd worden weggerukt en dat het fundament van hun leven wordt weggespoeld?
17 Want zij zeiden tegen God: “Laat ons met rust, God! Wat kunt U nu voor ons doen?”
18 Maar tegelijkertijd vergaten zij dat Hij hun woningen met allerlei goede dingen had gevuld. Daarom moet ik niets hebben van de houding van de goddelozen.
19 De rechtvaardigen zullen er getuige van zijn dat zij worden vernietigd, de onschuldigen zullen de goddelozen uitlachen en zeggen:
20 “Kijk, onze vijanden en hun welvaart worden vernietigd door het vuur!” Houd op met God tegen te spreken! Word het met Hem eens, dan zul je uiteindelijk rust krijgen!
21 Zijn welwillendheid zal je omringen, als je maar wilt toegeven dat je het bij het verkeerde eind had.
22 Luister naar zijn woorden en berg die op in je hart.
23 Als je terugkeert naar God en het verkeerde uit je leven wegdoet, zul je in ere worden hersteld.
24 Als je je geldzucht opzijzet en je goud weggooit,
25 zal de Almachtige Zelf je goudschat worden, Hij zal je zuiverste zilver zijn!
26 Dan zul je je weer verheugen in de Here en opzien naar God.
27 Je zult tot Hem bidden en Hij zal naar jou luisteren. Al je beloften aan Hem zul je nakomen.
28 Wat je ook maar wenst, zal gebeuren! En hemels licht zal schijnen op de weg die voor je ligt.
29 Wanneer mensen worden vernederd en jij zegt: “Help hen overeind,” dan zal Hij de vernederden redden
30 en zelfs jou zal Hij verlossen wegens je reine handen.’

Het antwoord van Elifaz

22 Toen zei Elifaz tegen Job:

Heeft God er iets aan als een mens wijs is?
Nee, dat is alleen voor hemzelf nuttig.
De Almachtige God heeft er Zelf niets aan,
als jij leeft zoals Hij het wil.
Het levert Hem niets op, als jij eerlijk bent.
Zou Hij je soms straffen omdat je zoveel ontzag voor Hem hebt?
Zou Hij daarom een rechtszaak tegen je begonnen zijn?
Nee, geef maar toe dat je vreselijk slecht bent.
Geef maar toe dat je ontelbaar veel slechte dingen hebt gedaan.
Je hebt van mensen een onderpand gevraagd,
zonder dat je daar het recht toe had.
Je hebt de kleren afgenomen van mensen die toch al niets hadden.
Mensen die dorst hadden, heb je niet te drinken gegeven.
Mensen die honger hadden, gaf je geen eten.
Je hebt je macht en je geld gebruikt
om andere mensen hun grond af te nemen.
Maar weduwen en weeskinderen die om hulp kwamen vragen,
stuurde jij weg zonder iets voor hen te doen.
10 Daarom ben je er nu zo slecht aan toe.
Daarom ben je nu zo bang voor wat er nog kan gebeuren.
11 Het lijkt zó donker om je heen,
dat je niet meer weet waar je heen moet.
Je voelt je alsof je door het water wordt meegesleurd.

12 God woont ver weg in de hemel!
Hij woont voorbij de hoogste sterren.
13 Daarom zeg jij: "Wat weet God nu van mij af?
Kan Hij mij soms van zó ver zien en weten wat ik doe?
14 Hij kan mij heus niet zien door de wolkenlaag heen.
Hij wandelt ver weg langs de hemel!"
15 Waarom wil je doorgaan op het slechte pad?
Heel lang geleden deden de mensen dat ook.
16 Weet je wat er met hen gebeurde?
Vóórdat het hun tijd was, werden ze uit het leven weggerukt
door een grote overstroming.[a]
17 Want zij zeiden tegen God:
"Ga toch weg! We hebben U niet nodig!"
En: "Wat kan God ons doen?"
18 Het kon hun niets schelen
dat Hij het was die ervoor had gezorgd dat ze zo rijk werden.
Daarom wil ik niets met slechte mensen te maken hebben.
19 Eerlijke mensen zien dat het met zulke mensen slecht afloopt.
Ze zijn er blij over en lachen hen uit.
20 Wat wíj bezitten, blijft bestaan.
Maar alles wat zíj nog over hebben, verdwijnt als sneeuw voor de zon.

21 Job, ga God weer dienen,
dan zul je vrede hebben.
Dan zal het weer goed met je gaan.
22 Luister alsjeblieft naar wat Hij zegt.
Doe iets met zijn woorden.
23 Als je de Almachtige God weer gaat dienen,
zal alles weer goed komen.
Zorg dat je geen verkeerde dingen meer doet!
24 Gooi je goud weg.
Gooi het weg alsof het niet méér waard is
dan stof of een handvol kiezelstenen.
25 Laat de Almachtige God je schat zijn.
Maak Hém tot het kostbaarste wat je hebt.
26 Dan zul je van God genieten.
Dan zul je Hem weer kunnen aankijken.
27 Als je dan tot Hem bidt,
zal Hij je antwoorden.
Dan zul je doen wat je Hem hebt beloofd.
28 Je zal altijd de goede beslissingen nemen.
Gods licht zal altijd op je schijnen.
29 Als mensen je vernederen,
zul je zeggen: "Ik zal weer opstaan!"
Als ze je voor schut zetten, komt Hij je helpen.
30 Als jij voor schuldige mensen opkomt, zal Hij zelfs hén redden.
Hij zal naar je luisteren, omdat je Hem dient.

Footnotes

  1. Job 22:16 Elifaz heeft het hier over de tijd van Noach, toen God iedereen door een grote overstroming doodde omdat de mensen zo slecht waren. Lees Genesis 6 en verder.

Eliphaz

22 Then Eliphaz the Temanite(A) replied:

“Can a man be of benefit to God?(B)
    Can even a wise person benefit him?(C)
What pleasure(D) would it give the Almighty if you were righteous?(E)
    What would he gain if your ways were blameless?(F)

“Is it for your piety that he rebukes you
    and brings charges against you?(G)
Is not your wickedness great?
    Are not your sins(H) endless?(I)
You demanded security(J) from your relatives for no reason;(K)
    you stripped people of their clothing, leaving them naked.(L)
You gave no water(M) to the weary
    and you withheld food from the hungry,(N)
though you were a powerful man, owning land(O)
    an honored man,(P) living on it.(Q)
And you sent widows(R) away empty-handed(S)
    and broke the strength of the fatherless.(T)
10 That is why snares(U) are all around you,(V)
    why sudden peril terrifies you,(W)
11 why it is so dark(X) you cannot see,
    and why a flood of water covers you.(Y)

12 “Is not God in the heights of heaven?(Z)
    And see how lofty are the highest stars!
13 Yet you say, ‘What does God know?(AA)
    Does he judge through such darkness?(AB)
14 Thick clouds(AC) veil him, so he does not see us(AD)
    as he goes about in the vaulted heavens.’(AE)
15 Will you keep to the old path
    that the wicked(AF) have trod?(AG)
16 They were carried off before their time,(AH)
    their foundations(AI) washed away by a flood.(AJ)
17 They said to God, ‘Leave us alone!
    What can the Almighty do to us?’(AK)
18 Yet it was he who filled their houses with good things,(AL)
    so I stand aloof from the plans of the wicked.(AM)
19 The righteous see their ruin and rejoice;(AN)
    the innocent mock(AO) them, saying,
20 ‘Surely our foes are destroyed,(AP)
    and fire(AQ) devours their wealth.’

21 “Submit to God and be at peace(AR) with him;(AS)
    in this way prosperity will come to you.(AT)
22 Accept instruction from his mouth(AU)
    and lay up his words(AV) in your heart.(AW)
23 If you return(AX) to the Almighty, you will be restored:(AY)
    If you remove wickedness far from your tent(AZ)
24 and assign your nuggets(BA) to the dust,
    your gold(BB) of Ophir(BC) to the rocks in the ravines,(BD)
25 then the Almighty will be your gold,(BE)
    the choicest silver for you.(BF)
26 Surely then you will find delight in the Almighty(BG)
    and will lift up your face(BH) to God.(BI)
27 You will pray to him,(BJ) and he will hear you,(BK)
    and you will fulfill your vows.(BL)
28 What you decide on will be done,(BM)
    and light(BN) will shine on your ways.(BO)
29 When people are brought low(BP) and you say, ‘Lift them up!’
    then he will save the downcast.(BQ)
30 He will deliver even one who is not innocent,(BR)
    who will be delivered through the cleanness of your hands.”(BS)