Add parallel Print Page Options

De koning van Assur trekt op tegen Jeruzalem

De Heer zei tegen mij: "Neem een grote schrijfplank. Schrijf daarop met grote letters zodat iedereen het kan lezen: 'Snelle roof, snelle buit.' " Ik zorgde ervoor dat de priester Uria en Zacharia, de zoon van Jeberechja, het mij zagen opschrijven, want zij waren betrouwbare mannen. Zo had ik getuigen.

Intussen was mijn vrouw, een profetes, in verwachting geraakt. We kregen een zoon. De Heer zei tegen mij: "Noem hem Maher-Schalal Chaz-Baz (= 'Snelle roof, snelle buit'). Want voordat de jongen 'pappa' en 'mamma' zal kunnen zeggen, zullen de rijkdommen van Damaskus (de hoofdstad van Aram) en de buit uit Samaria (de hoofdstad van het koninkrijk Israël) worden meegenomen naar de koning van Assur."

Verder zei de Heer tegen mij: "Ik ben er altijd voor mijn volk. Net als het rustig kabbelende water van de vijver van Siloa. Ik ben er altijd om voor hen te zorgen. Maar het maakt hun niets uit. Ze sluiten liever een verbond met koning Rezin van Aram en koning Peka van Israël. Daarom zal Ik de koning van Assur met zijn machtige leger laten komen. Dat leger zal als een woeste rivier het land bedekken. Het zal zijn als de brede en snelstromende Eufraat wanneer die buiten zijn oevers treedt en alles overspoelt. Assur zal Juda overspoelen en steeds verder om zich heen grijpen, totdat het water Juda tot aan de lippen komt. Assur zal met zijn legers het hele land bedekken."

– O Heer, wees met ons! roept Jesaja uit.

Toch zal God zijn volk redden

Jesaja zegt: Stroom maar samen, volken van de aarde! Maar jullie zullen verliezen. Luister, jullie die in verre landen wonen! Maak jullie maar klaar om ons aan te vallen! Maar jullie zullen worden verslagen. 10 Maak maar plannen! Er zal toch niets van terechtkomen. Zeg maar wat jullie willen! Het zal toch niet gebeuren. Want God is met ons.

Waarschuwing om niet hetzelfde te worden als de bewoners van Jeruzalem

11 Jesaja zegt: Dit is wat de Heer tegen mij zei toen zijn Geest over mij kwam. Hij waarschuwde mij om niet dezelfde dingen te doen als dit volk. 12 Hij zei: "Noem geen samenzwering wat dit volk een samenzwering noemt. En wees niet bang waar zij bang voor zijn. 13 Volk, wees liever bang voor Mij en heb diep ontzag voor Mij, de Heer van de hemelse legers. 14 Dan zouden jullie bij Hem veilig zijn. Maar nu, omdat jullie geen ontzag voor Hem hebben, zal Hij een steen zijn waarover jullie zullen struikelen. Alle twee de koninkrijken van het volk Israël zullen over Hem struikelen. Hij zal een valkuil worden voor de bewoners van Jeruzalem. 15 Veel van hen zullen struikelen en vallen en verslagen worden. Ze zullen in de kuil vallen en gevangen genomen worden."

Er zal weer licht komen in het duister: God belooft de Redder

16 Jesaja zegt: Schrijf dit allemaal op, maar zorg dat mijn leerlingen het niet kunnen lezen. 17 God houdt Zichzelf verborgen voor het volk Israël. Maar ik blijf op de Heer vertrouwen. Ja, ik blijf verwachten dat Hij ons zal redden. 18 Let op, ik en de kinderen die de Heer mij heeft gegeven, lopen in Israël rond als een teken en een waarschuwing (door de namen die ze hebben). De Heer van de hemelse legers die op de berg Sion woont, gebruikt ons zo om het volk Israël te waarschuwen.

19 Mensen zullen aan jullie vragen: 'Willen jullie voor ons aan waarzeggende geesten en aan de geesten van doden om raad vragen?' Maar die mompelen en piepen alleen maar wat! We moeten toch alleen aan onze God om raad vragen? Waarom zou je aan de doden om raad vragen voor de levenden? 20 Luister naar wat de wet van God zegt. En luister naar wat ik namens God heb gezegd! Als mensen andere dingen zeggen, is er geen hoop meer voor hen. 21 Hopeloos en hongerig zullen ze door het land trekken. Ze zullen razend van de honger zijn. Woedend zullen ze hun koning vervloeken. Ze zullen omhoog kijken en hun God vervloeken. 22 Overal waar ze kijken, zullen ze alleen maar ellende zien. Ze zullen doodsbang en opgejaagd zijn. Het zal een donkere tijd zijn.

23 Maar dit volk dat in het donker leeft, zal weer licht krijgen. Eerst bracht de Heer ellende over het gebied van de stam van Zebulon en het gebied van de stam van Naftali. Maar uiteindelijk zal Hij ervoor zorgen dat het weer goed gaat met dit gebied langs de Dode Zee, langs de Jordaan, het Galilea van de volken.[a] (lees verder)

Footnotes

  1. Jesaja 8:23 De streek Galilea werd wel zo genoemd, omdat daar de grote handelswegen van en naar Europa, Azië en Afrika samenkwamen. Er kwamen dus veel mensen van andere volken.

Isaiah’s testimonies

The Lord said to me, “Take a large tablet, and write on it in ordinary letters,[a] For Maher-shalal-hash-baz.[b] Summon trusted people, Uriah the priest and Zechariah, Jeberechiah’s son, to witness it.”

I then had sex with the prophetess, and she became pregnant and gave birth to a son. Then the Lord said to me, “Name him Maher-shalal-hash-baz. Before the boy knows how to say ‘my father’ and ‘my mother,’ the wealth of Damascus and the spoil of Samaria will be carried away before the king of Assyria.”

The Lord spoke again to me: Since this people has rejected the waters of Shiloah that flow gently, and instead rejoices over[c] Rezin and Remaliah’s son— therefore, look, the Lord is raising up against them the powerful floodwaters of the Euphrates, the king of Assyria and all his glory. It will rise up over all its channels, overflowing all its banks, and sweep into Judah, flooding, overflowing, and reaching up to the neck. But God is with us;[d] the span of his wings will cover the width of the land.

Unite[e] yourselves, peoples, and be shattered!
    Listen, all distant places of the earth!
Prepare to be shattered!
    Prepare to be shattered!
10 Create a plan, but be frustrated!
    Speak a word, but it won’t stand, for God is with us.[f]

11 The Lord spoke to me, taking hold of me and warning me not to walk in the way of this people: 12 Don’t call conspiracy all that this people calls conspiracy. Don’t fear what they fear, and don’t be terrified. 13 It is the Lord of heavenly forces whom you should hold sacred, whom you should fear, and whom you should hold in awe.

14 God will become a sanctuary—
    but he will be a stone to trip over and a rock to stumble on for the two houses of Israel;
    a trap and a snare for those living in Jerusalem.
15 Many of them will stumble and fall,
    and be broken, snared, and captured.

16 Bind up the testimony; seal up the teaching among my disciples. 17 I will wait for the Lord, who has hidden his face from the house of Jacob, and I will hope in God. 18 Look! I and the children the Lord gave me are signs and wonders in Israel from the Lord of heavenly forces, who lives on Mount Zion.

19 If they say to you: “Consult the ghosts and the spirits that chirp and mutter. (Shouldn’t a people consult its gods?) Consult the dead on behalf of the living 20 for instruction and for testimony”—they will surely say such things, but they will never see the dawn.[g]

21 They will pass through the land,[h] dejected and hungry, and when they are hungry, they will be enraged and will curse their king and God. They will turn toward heaven 22 and look to the earth, but they will see only distress and darkness, random movement, and the anguish and doom of banishment.[i]

Footnotes

  1. Isaiah 8:1 Heb uncertain
  2. Isaiah 8:1 Or spoil hastens, plunder hurries
  3. Isaiah 8:6 Or melts before
  4. Isaiah 8:8 Heb Immanuel
  5. Isaiah 8:9 Heb uncertain
  6. Isaiah 8:10 Heb Immanuel
  7. Isaiah 8:20 Heb uncertain for 8:19-20
  8. Isaiah 8:21 Or it
  9. Isaiah 8:22 Heb uncertain for 8:21-22