Add parallel Print Page Options

Zonde als oorzaak

59 Luister! De Here is niet te zwak om u te redden. En Hij is ook niet plotseling doof geworden! Hij hoort u wel als u roept! Het probleem is echter dat uw zonden u gescheiden houden van God. Vanwege de zonde heeft Hij zijn gezicht van u afgekeerd en wil Hij niet meer luisteren. Want uw handen zijn moordenaarshanden en uw vingers zijn bevuild door de zonde, u liegt en bedriegt. Niemand wil eerlijk en oprecht zijn. De dingen die u voor de rechtbank beweert, berusten op leugens, u besteedt uw tijd aan het uitbroeden van slechte plannen en de uitvoering ervan. Uw boze plannen zijn als eieren van een adder. Als zij worden uitgebroed, komt er een giftige slang uit voort. Uw zonden zijn als spinnenwebben waarvan geen kleding kan worden gemaakt. Alles wat u doet, is doortrokken van zonde, geweld is uw belangrijkste kenmerk. Uw voeten snellen naar de zonde en er wordt gemakkelijk onschuldig bloed vergoten, uw gedachten zijn uitsluitend op zonden gericht. Waar u ook gaat, laat u een spoor van ellende en dood achter. U weet niet wat werkelijke vrede is, noch wat het betekent rechtvaardig en goed te zijn, u doet voortdurend kwaad en zij die u volgen, zullen geen vrede kennen, net zomin als u.

Daarom is het recht ver van ons, gerechtigheid wordt niet bij ons gevonden. Wij zien uit naar het licht, maar de duisternis houdt ons gevangen. Wij verwachten uitzicht, maar rondom ons is de nacht. 10 Als blinden tasten wij langs de wand. Wij zoeken houvast als mensen die geen ogen hebben. Midden op de dag struikelen wij alsof het donker is. Wij zwerven in de wildernis en lijken sprekend op doden. 11 Wij allen grommen als hongerige beren, wij maken geluiden als het gekir van duiven. Wij hopen dat ons recht zal worden gedaan, maar het gebeurt niet. Wij hopen op redding, maar ook die blijft uit. 12 Want onze zonden blijven zich opstapelen voor de rechtvaardige God en getuigen tegen ons. Ja, wij weten wat een zondaars wij zijn.

13 Wij kennen onze ongehoorzaamheid. Wij hebben de Here, onze God, verloochend. Wij weten hoe opstandig en oneerlijk wij zijn, want wij kiezen onze leugens met zorg. 14 Onze gerechtshoven doen de rechtvaardige onrecht, eerlijkheid is een onbekend verschijnsel voor ons. De waarheid valt dood neer in de straten en oprechtheid heeft geen enkele waarde. 15 Ja, de waarheid is verdwenen en iemand die het verkeerde nalaat, wordt al snel aangevallen.

De Here zag al de boosheid en het was verkeerd in zijn ogen, omdat niemand voor het recht opkwam. 16 Hij zag dat niemand u hielp en vroeg Zich af waarom niemand tussenbeide kwam. Daarom ondernam Hij Zelf stappen om u te redden door zijn machtige kracht en gerechtigheid. 17 Hij deed de gerechtigheid aan als pantser en zette de helm van het heil op zijn hoofd. Hij kleedde Zich met een mantel van vergelding en toorn. 18 Hij zal zijn vijanden hun slechte daden betaald zetten, toorn voor zijn tegenstanders in verre landen. 19 En uiteindelijk zullen zij de naam van God van oost tot west vrezen en verheerlijken. Want Hij zal komen als een vloedgolf, voortgedreven door de adem van de Here. 20 Hij komt als bevrijder naar Sion, naar alle nakomelingen van Jakob die zich van de zonde hebben afgekeerd. 21 ‘Dit verbond sluit Ik met hen,’ zegt de Here, ‘mijn Geest, die op u rust, zal u niet verlaten, ook de woorden die u namens Mij spreekt, zullen steeds bij u zijn. Ook bij uw kinderen en kleinkinderen, voor altijd en eeuwig.’

God redt alleen als de mensen Hem weer willen dienen

59 Jesaja zegt: Let op, de Heer is niet te zwak om jullie te redden. Hij is niet te doof om jullie te horen. Maar jullie ongehoorzaamheid staat tussen jullie en God in. Omdat jullie niet naar Hem luisteren, luistert Hij niet naar jullie. Nee, Hij verbergt Zich voor jullie. Want er kleeft bloed aan jullie handen. Jullie zijn onrechtvaardig. Jullie liegen en bedriegen. Jullie beschuldigen onschuldige mensen. Er zijn geen eerlijke rechters. Ze geloven leugens. De getuigen liegen. De hele rechtspraak is oneerlijk en veroorzaakt ellende. De rechtspraak lijkt op een nest met slangen-eieren. Als je daarvan eet, ga je dood. En als je er op trapt, komt er een adder uit. Alles wat jullie doen, is zo waardeloos als een spinnenweb. Je hebt er niets aan. Net zoals je van spinnenwebben geen kleding kan maken. Je kan je er niet mee bedekken. Alles wat jullie doen is slecht. Overal is geweld. Jullie rennen naar het kwaad. Jullie haasten je om onschuldige mensen te doden. Jullie zitten vol misdadige plannen. Overal waar jullie komen, zaaien jullie dood en ellende. Jullie weten niet hoe jullie in vrede kunnen leven. Jullie weten niet wat rechtvaardigheid is. Alles wat jullie doen is krom. Mensen die zo leven, hebben geen vrede.

Daarom is het recht ver te zoeken. Er is geen rechtvaardigheid. We wachten op licht, maar er is alleen duisternis. We hopen op stralend zonlicht, maar we wandelen in het aardedonker. 10 We tasten als blinden naar de weg, als mensen die geen ogen hebben. We struikelen midden op de dag, alsof het schemert. We zijn in dorre plaatsen, zoals de doden. 11 We grommen als boze beren. We zijn zo treurig als koerende duiven. We hopen op recht, maar het is er niet. We wachten op redding, maar die komt maar niet.

12 We zijn zo vaak ongehoorzaam aan U. Alles wat we verkeerd hebben gedaan, beschuldigt ons. We weten dat we U ongehoorzaam zijn geweest. We hebben niet geleefd zoals U het wil. 13 We zijn ongehoorzaam en liegen tegen U. We hebben onze God verlaten. We onderdrukken anderen. We willen U niet en doen niets anders dan liegen. 14 De rechtspraak is niet langer rechtvaardig. De rechtvaardigheid is ver te zoeken. Want de waarheid wordt in de rechtszaal onderuitgehaald. De eerlijkheid mag niet meer binnen komen. 15 Zo is er geen waarheid. En mensen die weigeren hieraan mee te doen, worden vervolgd en gedood. Maar de Heer ziet al het kwaad dat er gebeurt. Hij is verontwaardigd dat er geen rechtvaardigheid meer is.

16 Hij ziet dat niemand er iets aan probeert te doen. Hij is er geschokt over. Er is niemand die voor een ander opkomt. En omdat de Heer rechtvaardig is, komt Hij Zelf te hulp. 17 Hij trekt rechtvaardigheid aan als een pantser. Redding zet Hij als een helm op zijn hoofd. Wraak trekt Hij aan als een kledingstuk. IJver slaat Hij om als een mantel. 18 Hij zal de mensen straffen voor wat ze hebben gedaan. Hij zal zijn vijanden straffen. Hij zal de landen langs de kust straffen voor hun daden. 19 Van west tot oost zullen de mensen diep ontzag hebben voor de Heer en zijn stralende macht en majesteit. Wanneer de vijand zal komen als een woeste rivier, zal de Geest van de Heer hem tegenhouden. 20 Er zal een Redder komen voor Jeruzalem en voor de mensen van het volk Israël die niet langer ongehoorzaam aan hun God zijn, zegt de Heer. 21 De Heer zegt: "Ik sluit een verbond met jullie. Mijn Geest zal op jullie zijn. En mijn woorden zal Ik in jullie mond leggen. Ze zullen voor altijd en eeuwig in jullie mond, in de mond van jullie kinderen en in de mond van jullie kleinkinderen zijn, zegt de Heer."