Add parallel Print Page Options

God straft Jeruzalem en Juda (vervolg)

In die tijd zullen zeven vrouwen één man grijpen en tegen hem zeggen: 'Trouw alsjeblieft met ons! Dan hoeven we ons niet meer te schamen omdat we geen man hebben! We zullen zelf wel voor ons eten en onze kleren zorgen!' "

Na de straf zal God opnieuw Jeruzalems Beschermer zijn

Jesaja zegt: In die tijd zal de jonge tak[a] van de Heer zo mooi zijn als een prachtig sieraad. Er zullen grote oogsten zijn. De mensen die van Israël zijn overgebleven, zullen er trots op zijn. En de mensen die in Jeruzalem zijn overgebleven, zullen heilig worden genoemd. Zij zijn door God in leven gelaten. Met zijn Geest zal de Heer hen schoonwassen. Ze zijn wel schuldig aan de dood van onschuldige mensen, maar Hij zal hun schuld van hen afwassen. Hij zal dat doen door zijn Geest die beoordeelt en die wegbrandt wat niet goed is. En de Heer zal een wolk plaatsen boven het hele gebied van de berg Sion en boven de bijeenkomsten die daar worden gehouden. Overdag een dikke wolk en 's nachts een wolk van vuur. Daarmee zal Hij hen beschermen.[b] Hij zal hun bescherming zijn, zoals een tent overdag schaduw geeft tegen de hitte, of een hut bescherming geeft tegen de regen en de storm.

Footnotes

  1. Jesaja 4:2 Eigenlijk staat hier: 'spruit'. Een spruit is een jong takje dat uit de boom groeit. Zelfs een boomstronk kan nog uitspruiten, ook al lijkt het dat er geen leven meer in zit. Met de 'jonge tak' wordt daarom een nieuw begin bedoeld. Op de meeste plaatsen in de bijbel wordt met dit woord Jezus bedoeld. Maar in dit bijbelvers lijkt het meer op Israël zelf te slaan. Op een dag zal Israël na veel ellende een nieuw begin meemaken.
  2. Jesaja 4:5 Zoals in de tijd dat Israël door de woestijn trok. Lees Exodus 13:21. De wolk en de vlam verborgen Gods aanwezigheid. Lees Exodus 19:18.

Gods belofte voor zijn volk

In die tijd zullen zo weinig mannen in leven zijn gebleven dat zeven vrouwen om één man zullen vechten en zeggen: ‘Laat ons allemaal met u trouwen! Wij zullen voor ons eigen voedsel en onze eigen kleding zorgen, laat ons slechts uw naam dragen, zodat onze vernedering wordt tenietgedaan.’

Er komt een dag dat de Here een loot zal laten uitspruiten tot sieraad en glorie. De weelderige vrucht van het land zal tot eer zijn voor allen in Israël die aan het onheil zijn ontkomen. Allen die de verwoesting van Jeruzalem zullen overleven, zullen bij Gods volk horen. Hun namen staan geschreven bij de levenden. Dan zal de Here het vuil van de dochters van Sion hebben afgewassen en het bloed van Jeruzalem zal vanuit haar midden zijn weggespoeld door een geest van oordeel en van vuur. Dan zal de Here een beschutting geven over de berg Sion en alle bijeenkomsten van het volk dat daar samenkomt. Een wolk overdag en een vuurgloed in de nacht. Het zal voor hen een schaduw zijn tegen de hitte van de dag en een schuilplaats tegen storm en regen.