Add parallel Print Page Options

19,20 Ik ging naar Egypte en ook de farao en zijn dienaren, de hoge ambtenaren en het hele volk en alle buitenlanders die daar woonden, dronken uit die vreselijke beker. Hetzelfde deden de koningen van het land Uz en de koningen van de Filistijnse steden Askelon, Gaza, Ekron en wat was overgebleven van Asdod. 21 Ik bezocht de volken van Edom, Moab en Ammon. 22 Ook alle koningen van Tyrus en Sidon en de koningen van de kustgebieden;

Read full chapter