Add parallel Print Page Options

14 Zijn armen zijn als goud, bedekt met blauwe edelstenen. Zijn lichaam lijkt wel een ivoren beeldhouwwerk, overdekt met saffieren.
15 Zijn benen lijken op zuilen, gehouwen uit wit marmer, met voeten van zuiver goud. Zijn lichaam is fier als de ceders in de Libanon.
16 Zijn kussen zijn zoet en liefdevol, alles aan hem is prachtig. Meisjes van Jeruzalem, nu weten jullie hoe mijn liefste, mijn vriend, is.

Read full chapter